Fort bij Velsen is één van de forten van de Stelling van Amsterdam. Tussen 1880-1920 werd rondom Amsterdam een bijzonder verdedigingswerk van forten, batterijen, dijken en sluizen aangelegd. Militairen konden de toegang tot de hoofdstad blokkeren door de omliggende gebieden onder water te zetten. Tot de uitvinding van nieuwe militaire technieken en de komst van het vliegtuig bleef Amsterdam zo beschermd tegen invallen van vijanden. Ondanks dat de Stelling van Amsterdam nooit als geheel in werking is getreden, is het een belangrijk militair monument. Sinds 1996 staat de Stelling op de Werelderfgoedlijst van UNESCO en vanaf juli 2021 maakt het samen met de Nieuwe Hollandse Waterlinie onderdeel uit van het werelderfgoed Hollandse Waterlinies .
Zware bewapening
Fort bij Velsen werd in 1899 voltooid. Het fort is gebouwd op de oostoever van Zijkanaal A, een kanaal dat de haven van Beverwijk met het Noordzeekanaal verbindt maar ook voor de inundaties. Daarmee ligt het fort ongeveer een kilometer vooruitgeschoven ten opzichte van de hoofdverdedigingslinie . Samen met het Fort Zuidwijkermeer en het Fort bij IJmuiden bewaakte het Fort bij Velsen het Noordzeekanaal.
Omdat de vijand via het Noordzeekanaal een directe route naar de hoofdstad had, was dit kanaal het grootste acces of kwetsbare toegangspunt binnen de Stelling. Bovendien speelde het Noordzeekanaal een belangrijke rol in de inundaties en was controle over de sluizen belangrijk. De forten die het Noordzeekanaal beschermden, kregen extra zware bewapening, ook om de overtocht van vijandelijke troepen over het kanaal te voorkomen. Fort bij Velsen werd uitgerust met drie pantserkoepels met elk een 15 cm-kanon. Twee koepels waren onderdeel van het hoofdgebouw, één koepel zat in het voorgebouw. Het bereik van de kanonnen was maar liefst 10 km. Daarmee kon zowel de monding van het Noordzeekanaal als het gebied tussen Haarlem en Castricum onder vuur genomen worden. Op het fort was ruimte voor 343 soldaten.
Verkopen leidt tot slopen
Van het oorspronkelijke fortgebouw is inmiddels niet veel meer over. Nadat het fort in 1953 haar militaire functie verloor. Tot halverwege de jaren 1960 werd het Fort bij Velsen gebruikt als opslagplaats voor munitie. In 1975 zette de Rijksoverheid het fort te koop. Zowel de gemeente Beverwijk als de Provincie Noord-Holland toonden interesse, maar geen van beiden wilde de vraagprijs betalen. Het fort werd daarom in 1980 verkocht aan ondernemer Gerrit Kruk, eigenaar van een bedrijf dat gespecialiseerd was in de sloop van Duitse oorlogsbunkers.
Op dat moment was er nog weinig oog voor de monumentale en cultuurhistorische waarde van de Stelling van Amsterdam. Kruk wilde buiten de gracht van het Fort bij Velsen een nieuw bedrijfspand met werkhaven bouwen. En binnen de gracht paardenweiden en in het frontgebouw zou een garage en een wijnopslag komen. De gemeente en de provincie verzetten zich hiertegen, maar konden weinig doen omdat het fort geen monument was. Na een lange juridische procedure mocht Kruk in 1981 beginnen met de sloop van het fort. Het betonnen hoofdgebouw en de poterne werden toen afgebroken. Het puin werd gebruikt voor de versteviging van de Hemspoortunnel, één pantserkoepel met het oude geschut werd overgedragen aan het Legermuseum, nu het Nationaal Militair Museum.
Provincie Noord-Holland komt in actie
Als gevolg van de sloop van Fort bij Velsen groeide het besef dat de forten van de Stelling behouden moesten blijven. De provincie Noord-Holland bracht in 1987 een beleidsvisie uit, waarin zij de wens uitte om de Stelling van Amsterdam als erfgoed te beschermen. In 1992 kwamen alle bouwwerken en objecten van de Stelling op de provinciale monumentenlijst. Voor het Fort bij Velsen was dit te laat, maar de andere stellingforten bleven hierdoor beschermd tegen vernieling en mogelijke sloop.
De sloop van het Fort bij Velsen was één van de aanleidingen voor de provincie Noord-Holland om de Stelling voor te dragen bij UNESCO. Deze organisatie van de Verenigde Naties heeft een programma dat erfgoed over de hele wereld helpt te beschermen. Wat op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat is zo bijzonder, dat het wereldwijd uniek en onvervangbaar is. De Stelling van Amsterdam kreeg in 1996 de status van UNESCO Werelderfgoed en vanaf juli 2021 maakt het onderdeel uit van het werelderfgoed Hollandse Waterlinies.
Restanten op het fortterrein
Het nieuwe bedrijfspand met werkhaven en de paardenweiden op het terrein van het Fort bij Velsen is er uiteindelijk gekomen, niet de garage en wijnopslag. Inmiddels liggen de restanten van het fort ingeklemd tussen twee industrieterreinen. Hoewel het hoofdgebouw en de poterne gesloopt zijn, staat het voorgebouw er nog wel. Met daarin de laatste van drie pantserkoepels met het 15 cm kanon. Daarnaast is ook de oorspronkelijke bergloods nog aanwezig.
Officieel is het fort al lange tijd niet toegankelijk voor publiek. Toch konden buurtgenoten in 2019 een kijkje nemen, toen krakers bezit namen van het gebouw. Niet lang daarna besliste de rechter dat de krakers het fort moesten verlaten. Helaas werd in december 2021 ontdekt dat het terrein werd geëgaliseerd waarbij een oude verdedigingswal op het fort werd afgegraven door de toenmalige eigenaar, zonder dat hier toestemming voor was gegeven. Het fort is in 2022 verkocht aan de Beverwijkse vastgoedondernemer Dick Burger, die de schade wil herstellen en ook het voorgebouw wil renoveren.
Tekst: Jephta Dullaart (2012). In 2024 herzien door de redactie van Oneindig Noord-Holland.
Meer informatie
Meer informatie over het Fort bij Velsen is te vinden op de volgende websites:
- Monumenten.nl
- UNESCO Werelderfgoed Hollandse Waterlinies
- Stelling van Amsterdam, een stadsmuur van water: Fort bij Velsen
- Stelling van Amsterdam, een stadsmuur van water: de sloop van het Fort bij Velsen
Publicatiedatum: 01/05/2024
Vul deze informatie aan of geef een reactie.