Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Insnijding in de St. Aagtendijk voor de spoorweg Beverwijk-Uitgeest

De Sint Aagtendijk is genoemd naar de heilige Sint Agatha van Sicilië. Ook de oorspronkelijke namen van Beverwijk, Sint Aghetendorpe en Sint-Aagtenkerke, zijn afgeleid van deze heilige. Dit komt omdat hier de heilige Agatha verschenen zou zijn aan een maagd uit Velsen, die op de vlucht was voor de Noorman Rorik. Sint Agatha is de beschermheilige van de brandwonden. De aanwezigheid van een brandwondencentrum in Beverwijk is dan ook op zijn plaats. Later kreeg het de naam Beverhem. 'Bever' is een naam van een Germaanse man en 'hem' betekent woning of nederzetting. Aan de oever van het toenmalige Wijkermeer ontstond een handelswijk, die Wijck werd genoemd. In 1276 zag men voor het eerst op schrift de naam Beverwijck. Mede door de gunstige ligging aan de oever van het meer ontstond hier een grote weekmarkt met een echte overslaghaven.

Inlaagdijk

Rond het Wijkermeer waren lage dijken. Het verschil tussen eb en vloed, vertraagd via het Marsdiep, de Zuiderzee en het IJ, was nog maar 50 cm in het Wijkermeer. Toch waren er geregeld overstromingen. De Sint Aagtendijk was er al in de 13e eeuw. Deze dijk begint op het “hoge land” van de kruising Hoflanderweg – Munnikenweg. De dijk ligt 2 tot 3 meter boven NAP en beschermt de veengronden van de Broekpolder die ruim onder NAP liggen. De Sint Aagtendijk loopt tot de Hoogedijk bij Fort bij Veldhuis. Ter hoogte van waar de A22 aansluit op de A9 is tussen de Assendelver zeedijk en de Sint Aagtendijk, kort na 1522, een inlaagdijk gemaakt. Deze “Nieuwendijk” bleef ongeschonden heel bij de Sint Elisabethsvloed op 25-12-1717, terwijl het “Gat van den Dijk” ontstond in de Sint Aagtendijk nabij de Pruimendijk. Hierdoor overstroomden de Heemskerker en Uitgeester bannen.

De Sint Aagtendijk.

Angst voor de spoorlijn

Begrijpelijk dat men bang was bij de aanleg van de spoorlijn Haarlem – Uitgeest tussen 1867 en 1870. De spoorlijn kwam immers van het “hoge land” en moest dóór de Sint Aagtendijk naar het lage land. Juist op de plaats waar de dijk toen was doorgebroken. Men besloot om de spoordijk zo hoog mogelijk te houden, zodat bij een overstroming de trein kon blijven rijden. De spoorlijn was echter nog maar net gereed toen het ministerie van oorlog met het ontwerp voor de Stelling van Amsterdam kwam. De defensieve werking van de Stelling is een ring van onderwaterzettingen om Amsterdam tot 50 cm diep, een paar kilometer breed. Bij elke acces (doorsnijding) van die ring, door een vaarweg, dijk of autoweg, werd een fort of batterij gebouwd om een dergelijk acces te verdedigen. Zoals Fort aan de St. Aagtendijk.

Foto van de spoorlijn 1984. Beeld: Museum Kennemerland.

“Gat in den Dijk”

Omdat de spoorlijn Uitgeest – Haarlem buiten die ring ligt, ook niet door de vijand gebruikt mocht worden, moest ook de spoorweg deels onder water gezet kunnen worden. Door het verlagen van de spoorlijn kwam er een “Gat in den Dijk” welke gedicht moest kunnen worden. Daarvoor is in die zogeheten coupure aan weerszijde van de spoorlijn een muurtje gebouwd met, op wat afstand van elkaar, sponningen. In de nabijheid was een opslagloodsje met balken die in die sponningen pasten. Met de grond van het stuk dijk dat tussen die muurtjes was weggegraven werd de dijk aan weerszijden als het ware opgehoogd. Zo kon men ingeval van een onderwaterzetting het gat van de spoorlijn dicht maken, door de tussenruimte van de balken op te vullen, eigenlijk net zo als bij een damsluis.

In 1898 werd de spoorlijn verbreed met een tweede spoor. De oostelijke muur werd door een betonnen muur vervangen maar wel in de oorspronkelijke vorm gebouwd. Mogelijk is dit gebeurd in 1927 toen de spoorlijn over dit deel werd geëlektrificeerd.

Publicatiedatum: 16/03/2017

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.