Binnenkijker: stolpboerderij Kerkzicht in Nes aan de AmstelIn de Amstelveense Dorpskerk worden nu gaatjes gevuldTuinarchitect Dirk Tersteeg verafschuwde ‘imitatie-natuur’Bijzondere (bij)namen: Amstelland en MeerlandenMijn plek: ‘De Amstel staat voor mij op één’On(t)roerend goed langs de AmstelOntploffingsgevaar in kruitfabriek De Oude MolenHet museum van de JannenHeuvels als groene monumentenKostverloren hervondenEen fatale achtervolgingDe opkomst van de accountantBroerseparkMiddeldorpstraat en RoemerdorpstraatRietwijkeroord: verdwenen in de tijdElsenhove, bekende boerderij in minder bekende polderFietsen over rijksweg 3‘Rondje Poel’ zonder brede boulevardSchinkelbos is compensatie voor ‘moord’De nieuwe mode van het koffie- en theedrinkenExotisch KostverlorenArme kinderen moeten naar VeenhuizenBuitenplaats Wester-Amstel: Stukje paradijs aan de AmstelHandwegkerk, eerste gereformeerde kerk AmstelveenVanaf A9 zie je de AnnakerkOorlog over melkprijsWester-AmstelAmsterdam drukt stempel op AmstelveenAmstel krijgt een eilandBanpaal Amsteldijk: tot hier en niet verderPontje naar middeleeuwenDe Zwarte Kat schrijft historieDe herberg van KalfDe Lange Brug naar museumPaardenburg: rustpunt voor man en paardTulpenburg trok hoge gastenOostermeer: juweel aan de AmstelBurgerweeshuis redt bovenlandMacht aan molenwiekenUrbanuskerk: het baken van NesVaren langs OuderkerkerlaanVeldwachters jagen menigte met sabel uiteenHet droeve lot van weduwe KoopmanschapAmstelveen verzet zich tegen aanleg bosNes aan de Amstel is een ‘pyjamadorp’Amsterdammers bouwen buitenhuizen aan AmstelBrede sloot was haven AmstelveenDirk moest dienenBankraskerk, monument van Samen Op WegKadavers dreven in de AmstelDe Amstel ligt boven het maaiveldFestivals op oude noodlandingsbaan in Amsterdamse BosWester-Amstel ademt de Gouden EeuwLimburgse vrienden bouwen mooiste kerk van AmstellandTweede Wereldoorlog. In de directe omgeving verbleven">Amstelveen kent verscholen bunkertjeAmstelveen lokt forensen met parken
Tulpenburg was de naam van een nu niet meer bestaande buitenplaats aan de Amstel. In het begin van de 17e eeuw bouwden veel rijke kooplieden uit Amsterdam een fraai buiten aan de Amstel. Volgens de overlevering verbleef Benedictus de Spinoza hier enige tijd, nadat hij 1656 uit Amsterdam was verbannen. Iets voorbij de banpaal en buiten het rechtsgebied van de stad Amsterdam: dat mocht nog net.
Een juweeltje om te zien is de buitenplaats Oostermeer. Het statige gebouw is nu bijna 300 jaar oud. De tuin is begin 1900 gereconstrueerd door tuinarchitect Leonard Springer. Hij combineerde daarbij symmetrische Franse elementen met landschappelijke Engelse stijlkenmerken.
Wie hier een eeuw geleden was zou de Middelpolder van nu niet herkennen. Meer dan de helft van het weidse polderland is opgerold voor groeiend Amstelveen. Van de lange Middenweg die de polder van zuid (Burg. van Sonweg) naar noord (Kalfjeslaan) doorsneed, valt niets meer terug te vinden.
Malende wieken. Vanaf de Amsteldijk zag je in de tijd dat de Bovenkerkerpolder droog werd gelegd tientallen wieken draaien. De klus was zo immens dat steeds meer molens nodig waren.
Als een baken staat de Urbanuskerk in het open polderland. ’s Avonds lijkt de verlichte kerk wel een vuurtoren aan de Amstel. Met dank aan bouwpastoor Van Zanten. En aan architect Jozef Cuypers die in Nes zijn eerste grote project realiseerde.
Verwarrend is het wel. De weg die bij de Amstel uitkomt heet nu Kruitmolen. Maar van oudsher is dit de Ouderkerkerlaan. Verderop heet de laan nog zo. Dit was jarenlang dé verbinding tussen Amstelveen en Ouderkerk. Naast de met hoge bomen omzoomde laan ligt de ringvaart. De schipper kon hierover van Amstelveen naar de Amstel varen. Dat is verleden tijd. De oude route naar Ouderkerk is door autowegen en hoge gebouwen geblokkeerd. De Ouderkerkerlaan ligt van oudsher tussen de Bovenkerkerpolder (aan de zuidzijde) en de Middelpolder. Op oude kaarten staat de laan als Loopveld vermeld.
Aan het begin van de vorige eeuw schoot de socialistische gedachte maar aarzelend wortel in Amstelveen. In 1908 werd de plaatselijke afdeling Ouder- en Nieuwer-Amstel van de SDAP opgericht, de voorloper van de PvdA. Hoezeer een verkiezingsbijeenkomst uit de hand liep, vertelt Peter van Schaik in zijn historische column voor rtvAmstelveen.
Van Schaik: ‘Het lag voor de hand dat men aan de vooravond van een verkiezing naar buiten wilde treden. Daarom werd er een prominente spreker uitgenodigd, Het was F. Hugenholtz, een ex-dominee. Hij zou bij die gelegenheid debatteren met een voorman van de Rooms Katholieke Staatspartij uit Amsterdam. Er was een bovenzaaltje gehuurd in restaurant Paardenburg aan de Amstelzijde.’ De Amstelzijde ligt in het Amstelveense deel van Ouderkerk. ‘De Ouderkerkse pastoor Graaf had tijdens de zondagsmis geadviseerd om niet naar die debatavond te gaan. Dat had hij beter niet kunnen doen want dat wakkerde de nieuwsgierigheid van zijn toehoorders aan.’
Amstelveen is een stad in het groen. Dat komt onder meer omdat enkele buurten grenzen aan het Amsterdamse Bos. Je kunt het je nu niet meer voorstellen, maar aanvankelijk verzetten Amstelveners zich tegen de aanleg van dit bos.
In zijn historische column voor rtvAmstelveen noemt Peter van Schaik Nes een ‘pyjamadorp, want bedrijfsleven is er maar mondjesmaat. En een middenstander moet men hier ook niet zoeken. In het verleden was er een groot aantal kleine winkels maar die zijn allemaal verdwenen.’
Langs de Amstel lieten vermogende Amsterdammers aantrekkelijke buitenplaatsen bouwen. Maar te ver buiten de stad mocht het zomerverblijf bij voorkeur niet liggen.
Bij Amstelveen denk je niet meteen aan fabrieken. De plaats en gemeente zijn immers al lange tijd een typische forensengemeenschap. In Amstelveen moesten de werkende mensen hun brood meestal buiten de gemeente in Amsterdam op Schiphol of in de Aalsmeerse veiling verdienen. Peter van Schaik besteedde in zijn radiocolumn voor RTV Amstelveen in oktober 2011 aandacht aan de fabrieksnijverheid die zijn gemeente heeft gekend. “Onderschat Amstelveen niet”, aldus Van Schaik, “We hadden zelfs een Fabriekssteeg!”
Dirk uit Bovenkerk moest als vijftienjarige jongen de kost voor zijn moeder verdienen. Dat was in 1821. Zijn vader was overleden toen Dirkje zeven jaar was. In zijn historische radiocolumn voor rtvAmstelveen vertelde kenner van de lokale geschiedenis Peter van Schaik over het leven van Dirk. Van Schaik vraagt zich af waarom de jongen die immers kostwinner was toch in militaire dienst moest. Is er met de armenadministratie gesjoemeld?n nEnkele jaren geleden is het boek ‘Arm in Amstelveen’ verschenen (uitgave Vereniging Historisch Amstelveen). Peter van Schaik: ‘Het heeft ten onrechte weinig aandacht getrokken; de inhoud is interessant genoeg. Het gaat over de periode 1750-1850. Het is onvoorstelbaar hoe veel er toen geleden is door arme mensen. Bij het beschrijven dreigt echter het gevaar dat het abstract blijft. De individuele mens blijft gemakkelijk buiten schot. Het is een pluspunt van dit boek dat daarin het leven van een aantal mensen aan de hand van archiefstukken is uitgeplozen. Het is dan verbazingwekkend wat er allemaal schriftelijk is vastgelegd over mensen zonder maatschappelijk aanzien.’n n
Ietwat verscholen in Bankras, een naoorlogse wijk van Amstelveen, staat een kleine beboste heuvel. Deze heuvel ligt precies tussen twee kerkgebouwen. Het ene gebouw is de rooms-katholieke Titus Brandsma-kerk. Het andere gebouw is de protestantse Bankraskerk. In de Bankraskerk is kerkgeschiedenis geschreven. Het was de eerste kerk in Amstelveen waar hervormden en gereformeerden samen éénkerkgebouw deelden. In 2004 gingen de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Evangelisch-Lutherse kerk van Nederland op in de huidige Protestantse Kerk in Nederland. Daar is een lange geschiedenis aan vooraf gegaan.
Dode honden en varkens dreven in de Amstel. Het kon er afgrijselijk stinken. Amsterdam haalde liever drinkwater uit de Vecht dan uit de Amstel. Peter van Schaik vertelde voor rtvAmstelveen hoe onze voorouders flora en fauna vaak beschouwden ‘als een onuitputtelijke bron waaruit men naar believen kon putten’. Milieuzorg bestond niet. En als er al een maatregel van kracht werd dan was het effect vaak uiterst mager. Peter van Schaik: ‘Zo lees ik dat het bestuur van het Heemraadschap van Nieuwer-Amstel het in 1624 is opgevallen dat er in de Amstel en andere wateren zo veel dode dieren ronddreven: honden, katten, kalveren, varkens en zelfs dode koeien en paarden. Niet alleen werd het water er door verontreinigd, maar het veroorzaakte ook grote stankoverlast.
‘Met de Amstelveense geschiedenis kun je alle kanten uit. De onderwerpen liggen voor het oprapen. Laten we maar beginnen met de rivier de Amstel, want dat is het oudste landschapselement van deze omgeving.’
Boer Van Wees in Bovenkerk zal verbaasd hebben opgekeken. Een vliegtuig op zijn land! Bij het plotse neerkomen kon de piloot niet voorkomen dat zijn kist gedeeltelijk in een sloot belandde. Het Amstelveensch Weekblad berichtte eind augustus 1935 dat aan boord van deze NLS-PHFKB een instructeur zat met zijn leerling. Beiden kwamen er goed van af. Het gebeurde wel vaker dat bij onverwachte mist of motorstoring een vliegmachine op een weilandje in de buurt van Schiphol een noodlanding maakte.
Rijke families die in de zomer de stinkende stad wilden ontvluchten, kochten een buitenplaats. Liefst aan het water, zodat je er makkelijk kon komen. In de Gouden Eeuw zag je in het voorjaar menige trekschuit over de Amstel varen met de inboedel van gezinnen op weg naar hun zomerverblijf.
Zonder de Limburgse vrienden, pastoor Jan Willem Brouwers en architect Pierre Cuypers, had Bovenkerk nooit zo’n fraaie kerk gehad. De Sint Urbanuskerk ligt op een schilderachtige plek aan de oever van de Amstelveense Poel. In 1875 namen de parochianen het eerste deel van hun Urbanuskerk in gebruik.
Je wandelt er langs zonder dat je het ziet. Midden in de rustige woonbuurt Elsrijk in Amstelveen ligt half verscholen in het struikgewas het restant van een kleine bunker uit de Tweede Wereldoorlog. In de directe omgeving verbleven in die tijd veel Duitse militairen. Twee bunkers dienden als hun schuilplaats bij geallieerde luchtaanvallen.