Van Schaik: ‘Op maandag 2 maart 1909 was het zover. Het bleek al snel dat het zaaltje in Paardenburg veel te klein was en dat betekende dat veel mensen buiten moesten blijven. Dat is nooit bevorderlijk voor een rimpelloze happening. De menigte voor Paardenburg groeide zienderogen aan. Men verdreef de tijd met het zingen van vaderlandse liederen zoals het Wilhelmus en Wiens Neerlands bloed door de aderen vloeit. Er was nog een lied dat kennelijk algemeen bekend was. Dat was “Weg met de socialen”, maar dat kon geen vaderlands lied genoemd worden. Het gezang werd begeleid door enig vuurwerk.’
Glasgerinkel
In het zaaltje van Paardenburg liepen de gemoederen ook hoog op. Tegenstanders van de socialisten schreeuwden door de redevoeringen heen. Ook tot woede van de man die namens de Rooms Katholieke Staatspartij zou debatteren met Hugenholtz.
Van Schaik vertelt in zijn radiocolumn dat men intussen in de zaal glasgerinkel hoorde. ‘En inderdaad de volgende dag moest de uitbater van Paardenburg de glaszetter laten komen. Waar was de sterke arm, zo kan men zich afvragen. Er waren ter plekke maar een paar veldwachters en die konden niet veel uitrichten. Zij moesten de blanke sabel gebruiken om de menigte op de Amstelzijde uiteen te drijven. Dat lukte pas tegen middernacht, het tijdstip dat toch al veel mensen naar bed wilden.’De ex-dominee Hugenholtz en zijn rooms-katholieke opponent konden daarna ongehinderd per rijtuig vertrekken. Van Schaik: ‘Maar voor de drie bestuursleden van de plaatselijke afdeling was het spitsroeden lopen. De ramen van hun huizen aan de Amsteldijk Noord werden ook nog even onder handen genomen. De politie kon er niet veel tegen doen maar tegen enkele raddraaiers is toch nog proces-verbaal opgemaakt.’
Klerikale relletjes
‘Er was die avond een aantal journalisten aanwezig en die schreven uiteraard over de gebeurtenissen in Ouderkerk.Het Volk, het dagblad van de socialisten, besteedde er natuurlijk de meeste aandacht aan. De mensen die buiten stonden moesten opgestookt zijn, meende deze krant en daarbij werd gewezen in de richting van de rooms-katholieken. Er waren immers opgeschoten jongens bij die uit die hoek kwamen. Kortom, het waren klerikale relletjes, volgens de krant. Pastoor Graaf zal zich daarin niet herkend hebben.
De plaatselijke socialisten hadden zich hiermee wel duidelijk op de kaart gezet, maar veel aanhang kregen ze voorlopig nog niet, vertelt Peter van Schaik in zijn column voor rtvAmstelveen. Pas in 1927 kreeg Amstelveen zijn eerste socialistische raadslid. Tot relletjes tegen de roden is het in ieder geval nooit meer gekomen.
Publicatiedatum: 13/02/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.