Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Frisse neus halen langs de Amstel: Van Berlage naar vrijend paartje

Even de spreekwoordelijke ‘frisse neus halen’ is er soms noodgedwongen niet bij. Maar loop of fiets dan in gedachten even mee met een mooi tochtje van de Berlagebrug in Amsterdam naar de Bullewijk in Ouderkerk aan de Amstel. Pakweg tien kilometer met verrassende verhalen. Deel 1: Berlage, Spyker en een vrijend paartje.

De tocht langs de Amstel begint in Amsterdam op de Amsteldijk, bij de brug van Berlage. Architect H.P. Berlage (1856-1934) heeft een onuitwisbaar stempel gedrukt op zijn geboortestad Amsterdam. Met prominente gebouwen zoals ‘zijn’ Beurs, zijn ontwerp voor Plan Zuid en natuurlijk met deze brug over de Amstel.

Berlage had het zo fraai bedacht: hier bij de brug wilde hij een watersportcentrum creëren. Met loodsen voor roeiboten aan de ene kant van de brug – die zijn er inderdaad gekomen. Het wandelterras, dat in zijn plannen zou leiden naar een aantrekkelijk Amstelpaviljoen aan de zuidelijke kant van de brug, bestaat alleen op papier. Als centraal accent van het geheel schetste Berlage de toren van de brug met het brugwachtershuis. Vandaar zou je het hele complex goed kunnen overzien.

De aanleg van de brug met de Amstellaan (nu Vrijheidslaan) en aan het eind van die laan de ‘Wolkenkrabber’. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Overzetveer

Maar ja, het was crisis in 1932 toen het overzetveer voor het laatst uitvoer en vervolgens met feestelijk vertoon op 28 mei deze nieuwe, brede brug over de Amstel werd geopend. Burgemeester De Vlugt zei het mooi: ‘Amsterdam prijst zich gelukkig dat deze brug gereed is gekomen in een periode van depressie, maar zij staat daar als een teken dat Amsterdam ook in moeilijke ogenblikken niet versaagt en getrouw aan de nobele traditie van ons volk de plicht verstaat een eens begonnen werk te voltooien.’ Een harmonieorkest, samengesteld uit werkloze musici, zorgde voor de muzikale omlijsting.

Duizenden en duizenden mensen stonden op de wallekanten, meldde het Algemeen Handelsblad, in dichte rijen te kijken. Zij zagen een gymnastiekuitvoering bij de brug en demonstraties op de Amstel. Vijf politieboten zorgden voor de verkeersregeling te water. Kano’s, grote en kleine boten – allemaal stampvol – voeren er door elkaar. Zwemmers waren er ook. En ja hoor, om half vier liet de politie het verkeer in oostelijke richting toe op de toen grootste brug van de stad. Dr. Berlage (76 jaar inmiddels) woonde de plechtigheid bij, ‘flink en krachtig gelijk we dat van hem gewend zijn’, aldus de verslaggever.

Het was een grote drukte bij de officiële opening van de Berlagebrug op 28 mei 1932. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Stalin

‘Amstellaan’ heette de brede laan die van de woonwijken in Zuid naar de nieuwe brug leidde. Dat wil zeggen van 1925 tot 1932 liep de laan tot aan de Amstel. Na de oorlog kreeg Stalin, baas van het communistische Rusland, deze laan naar zich genoemd. Later, in de tijd van de Koude Oorlog, vond men in Amsterdam die naam toch minder gelukkig en ging de vroegere Amstellaan voortaan Vrijheidslaan heten. Een passende herinnering aan de stoet Canadese bevrijders, die op 8 mei 1945 over de Berlagebrug Amsterdam binnen kwam rijden.

Het was eigenlijk de bedoeling geweest van Berlage om van de brug een brede boulevard te trekken naar het beoogde treinstation in Zuid. Dat mag dan niet gerealiseerd zijn, de brede lanen en straten zijn er wel degelijk gekomen. Met grote gebouwen op knooppunten van wegen, zoals de ‘Wolkenkrabber’ aan het eind van de Vrijheidslaan. Bij het verlenen door het Rijk van de status van beschermd stadsgezicht aan dit deel van Amsterdam, is geconstateerd dat Plan Zuid van Berlage internationaal wordt gerekend tot de belangrijkste stedenbouwkundige plannen uit de eerste helft van de twintigste eeuw.

Architect Berlage staat stoer voor de ‘Wolkenkrabber’. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Genius

De brug was eigenlijk bedoeld als een ere-opdracht voor de oude architect. Berlage beschouwde de brug over de Amstel als een grenslijn tussen de stedelijke en de landelijke omgeving. Op de gevel van het brughuis kwam aan de zijde van de stad een kunstwerk van Hildo Krop. Je kunt, staande op het terras boven roeibotenloodsen, het metershoge reliëf dat de Genius van Amsterdam uitbeeldt duidelijk zien. Deze beschermgeest van de hoofdstad rijst op uit het water. Aan de zuidzijde ontbreekt helaas een dergelijk symbolisch ornament. Net zoals het door Berlage bedachte Amstelpaviljoen aan de landelijke oever van de rivier er nooit gekomen is.

Op onze tocht koersen we zuidwaarts over de Amsteldijk, in de richting van de plek waar het voor Amsterdam indertijd eigenlijk allemaal begonnen is.

Ets van de hofstede Trompenburg aan de Amsteldijk. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Spijker op Trompenburg

Het is passend even halt te houden op het kruispunt van de Amsteldijk met de Trompenburgerstraat. Hier, op de plek waar ooit de fraaie buitenplaats Trompenburg heeft gestaan (tot 1828), is vorige eeuw geschiedenis geschreven, want in een destijds nieuw fabriekscomplex vestigde zich het bedrijf Spijker.

In Hilversum waren de gebroeders Spijker begonnen met een rijtuigenfabriek, die ze in 1886 naar de hoofdstad verplaatsten. Spijker kreeg de eervolle opdracht een Gouden Koets te bouwen die in 1898 als geschenk van de burgerij van Amsterdam aan koningin Wilhelmina werd aangeboden.

Het bedrijf maakte ook carrosserieën voor autofabrikanten en na een studiereis naar Frankrijk en Amerika besloten de broers Spijker hun zaak uit te breiden met een eigen automobielafdeling. Het concern tooide zich met de naam Industriële Maatschappij Trompenburg. De eerste Spijker-Benz wagen kon je in 1899 kopen, een jaar na het afleveren van de Gouden Koets. In Groot-Brittannië vonden de wagens van Spijker gretig aftrek, zodat in 1903 besloten werd de naam te wijzigen in het internationaal beter klinkende Spyker.

Spyker uit 1906 in Amsterdam. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Peking-Parijs

Op de rally Peking-Parijs in 1907 finishte de Spyker als tweede. In advertentiecampagnes wees Spyker erop dat op deze grootste betrouwbaarheidsrit ter wereld de soliditeit van de wagens ruimschoots bewezen was. De eerste hofauto van koningin Wilhelmina was een Spyker, met verstelbare banken en vloerverwarming.

De export liep na enkele jaren sterk helaas terug en een faillissement volgde in 1908. Doch zie, de Industriële Maatschappij Trompenburg maakte een doorstart, de economie veerde weer op en er kwamen weer nieuwe Spykers op de weg. Het bedrijf raakte in andere handen en fuseerde met een vliegtuigenfabriek. Het ging nog enkele jaren min of meer goed en na nog een doorstart viel toch echt het doek. In 1926 werd de hele voorraad auto’s, machines en de inventaris openbaar verkocht. Het sprookje van de befaamde Nederlandse Spykerwagens was afgelopen.

Luchtfoto van de Amstel en omgeving gezien in westelijke richting. Links de Trompenburgerstraat. Midden de N.V. Industriële Maatschappij Trompenburg (Spyker Automobielfabriek), Amsteldijk 163-167. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Vrijen bij de Omval

Aan de overkant van de Amstel, bij de Omval, bungelden ooit lijken aan de galg. Misdadigers die in Ouderkerk aan de Amstel terecht waren gesteld, werden als waarschuwingen hier opgehangen. Dit moest passerende hoofdstedelingen erop attenderen dat je op het grondgebied van Ouderkerk je aan de regels moest houden. Want anders…

Rembrandt heeft rond 1645 de Omval veel lieflijker getekend. Hij schetste de Omval met, wat verscholen, een vrijend paartje onder een oude boom.

De Omval met bij de oude boom het vrijende paartje, ets van Rembrandt, 1645. Collectie Rijksmuseum Amsterdam.

Het schiereiland aan de oostzijde van de Amstel behoorde van oudsher tot Ouder-Amstel (Ouderkerk). Net zoals het gedeelte aan de westzijde van de Amstel van oudsher grondgebied was van Nieuwer-Amstel (Amstelveen). Dankzij annexaties heeft Amsterdam deze streken verworven.

De sterke bocht die de Amstel maakt ter hoogte van de Omval en het vroegere buiten Trompenburg duidt erop dat deze rivier ooit van hier, via het toenmalige Diemer- of Watergraafsmeer, een verbinding had met de Zuiderzee. De Amstel meandert door Amstelland, in tegenstelling tot het vrijwel lijnrechte stuk tussen de Omval en de Stopera. Dit zou wel eens gegraven kunnen zijn. Enfin, of dat exact zo is, wordt onder meer aan de hand van de samenstelling van de bodem onderzocht.

En waarom de Omval zo heet? Misschien omdat er ooit een oud, vrijwel omgevallen café heeft gestaan; het is niet bekend.

De Omval, tweede helft 17e eeuw, gezien in zuidoostelijke richting vanaf een plek aan de Amsteldijk. Aan de overzijde van de Amstel v.l.n.r. de Weespertrekvaart met twee molens; de schuitenmakerij op de hoek van de Omval; het huis en de herberg De Omval. Op de Amstel een tentschuitje en enige speeljachten. Rechts vooraan drie rustende mannen, van wie een pijp rookt. Deze prent van J.A.C. Leupenius (1648-1709) maakt deel van de collectie Atlas Dreesmann. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Baken scheepvaart

De Ouderkerkse galg bij de Omval is na de inpoldering van de Watergraafsmeer (1629) vervangen door een baken op hoge palen voor de schippers. In de top hing een lantaarn. De Omval groeide uit tot een druk punt voor het scheepvaartverkeer. De ringvaart van de drooggelegde Watergraafsmeerpolder maakte namelijk deel uit van de Weespertrekvaart, dé snelle route in die tijd tussen Amsterdam en Utrecht. Bij Weesp kon je komend uit Amsterdam de Vecht op varen naar de Rijn en dus verder richting het Duitse achterland. Voor Amsterdam was de Amstel was een belangrijke scheepvaartverbinding, via Ouderkerk en Uithoorn, met Leiden en Gouda.

De hoge kantoortorens van nu geven een volstrekt ander beeld dan de Omval van pakweg anderhalve eeuw geleden. Dit Manhattan maakte indertijd deel uit van de rafelrand van de stad met allerlei bedrijven, waarvan de cacaofabriek van Blooker hier een van de meest bekende was. Maar je had hier ook een schuitenmakerij en molens. Een van de kolossale torens op het schiereiland is genoemd naar Rembrandt – dat zou je kunnen beschouwen als een aardige verwijzing naar de schilder van het vrijende paartje hier.

De Omval in 1939. Op de luchtfoto van het Fototechnisch- en Cartografisch bedrijf KLM zie je links boven de Amsteldijk en de Rivierenbuurt van Amsterdam. Rechts boven het Amstelstation. Rechts onder de Weespertrekvaart en in het midden van het terrein een oliefabriek. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Dit was het eerste deel van de wandeling langs de Amstel. Lees hier alle delen:
1. Van Berlage naar vrijend paartje
2. Van vliedende zorgen naar de kalfskop
3. Van ’t Kalfje naar Oostermeer
4. Van Ouderkerk naar Ouderkerk

Tekst: Jan Maarten Pekelharing

Publicatiedatum: 22/04/2020

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.