Schetsend langs de Amstel
Het standbeeld tussen Amsterdam en Amstelveen, naast de Riekersmolen, toont Rembrandt in opperste concentratie. De rechterknie steunt op de grond, op de linker rust zijn schetsboek. Zijn hand houdt hij in tekenstand, terwijl hij richting de Amstel tuurt. Het beeld werd in 1969 onthuld, op zijn 300ste sterfdag. Zo zou de beroemde schilder er inderdaad uitgezien kunnen hebben.
Tegen 1640 ontwikkelde Rembrandt de gewoonte om met een schetsboekje op zak door Amsterdam en omstreken te wandelen. Die wandelingen zou hij jarenlang blijven maken. Hij was op zoek naar interessante beelden en ruimtelijke composities in de natuur, die hij in eerste instantie gebruikte hij als onderdelen van gefantaseerde landschappen. Een voorbeeld is het schilderij ‘Landschap met een stenen brug’ uit 1638-1640. Daarop is bijvoorbeeld de kerktoren van Ouderkerk te herkennen. Al snel daarna begon hij het Hollandse landschap zelf als onderwerp te nemen in zijn etsen en tekeningen.
Op pad om zorgen te vergeten
Toen Rembrandt met de wandelingen begon, was hij halverwege de dertig. Hij werd in die periode beschouwd als avant-gardistisch idool. In 1634 was hij met Saskia Uylenburgh getrouwd, een rijke burgemeestersdochter. Samen woonden ze aan de Breestraat, nu museum Het Rembrandthuis aan de Jodenbreestraat. De gevierde schilder kreeg de mooiste opdrachten van rijke regenten. In 1642 voltooide de molenaarszoon uit Leiden de Nachtwacht.
Maar vanaf 1642 sloeg het ongeluk toe. Saskia overleed, met achterlating van een babyzoontje. Rembrandt zou moeilijke jaren tegemoet gaan, ook zakelijk. Ging hij in die jaren misschien ook zo regelmatig op pad om zijn zorgen even te vergeten? Hij trok de stad door, maar verkende ook het platteland eromheen. Naar Amsterdam-Noord, de Spaarndammerdijk, richting Sloterdijk in het westen, maar vooral naar het Amstelland: naar Amstelveen, Ouderkerk en Diemen.
Taferelen langs de Amstel
Vanaf zijn woning in het zuidoostelijke deel van de stad was het Amstelland goed bereikbaar. Langs de dijk naar het oosten, richting Diemen, kon je een schilderachtige wandeling maken. Rembrandt schetste er het landschap langs de dijk, herbergen, boeren en boerderijen, het zicht op het IJ met aan de overkant Nieuwendam, Schellingwoude en Ransdorp.
Rembrandt trok ook regelmatig langs de Amstel. Te oordelen naar de hoeveelheid tekeningen en etsen die hij van de rivier heeft gemaakt, wandelde hij daar het liefste als hij de stad uitging. Op verschillende plekken heeft hij schetsen gemaakt van de rivier. Ongeveer op de plek waar nu zijn standbeeld staat, maakte hij meerdere tekeningen. Een beroemde tekening toont de bocht in de rivier, waarlangs twee ruiters richting Ouderkerk gaan.
Rembrandt passeerde de obelisk die als banpaal de zeventiende-eeuwse grens van Amsterdam aangaf. Hij kwam tot Ouderkerk en liep het helemaal door. Vanuit het zuiden tekende hij het dorp. Op de voorgrond is een roeiboot op het water te zien, in het midden een boerderij en op de achtergrond de toren van Ouderkerk. Het tafereel is nog altijd te herkennen.
De Omval
Vanuit Ouderkerk is tegenwoordig heel in de verte de Rembrandttoren te zien, met het knipperende licht bovenop. De wolkenkrabber staat op de Omval. Deze landtong in de Amstel hoorde bij de gemeente Ouder-Amstel en is in 1921 bij het Amsterdams grondgebied gevoegd. Rembrandt heeft de Omval in 1645 in een bekende ets afgebeeld. Op de voorgrond is een vrijend paartje onder een oude wilgenboom te zien.
Toen de Omval in de twintigste eeuw in een bedrijventerrein veranderde, is de hoogste wolkenkrabber naar Rembrandt vernoemd. Naast de Rembrandttoren staan nog de Breitnertoren en de Mondriaantoren. Ook deze kunstenaars hebben de Amstel in hun werken vereeuwigd.
Publicatiedatum: 17/12/2010
Vul deze informatie aan of geef een reactie.