De familie Spijker
Halverwege de negentiende eeuw vestigde Jacobus Spijker senior zijn smederij in een achterhuis aan de Kerkbrink in Hilversum. Hij was getrouwd met Jannetje de Groot en had twee zoons, Hendrik Jan en Jacobus junior, die in de leer gingen bij hun vader in de smederij. Rond 1880 vestigde Jacobus senior een ‘tweede’ smederij in een aan het oude huis aansluitend pand. De broers Hendrik Jan en Jacobus Spijker junior begonnen toen hun eigen Rijtuigenfabriek aan het stationsplein. Dit wat een groot succes. Hun clientèle bestond niet alleen uit welgestelde Amsterdammers, ze hadden ook afnemers uit Engeland en Nederlands-Indië. In 1886 vertrokken de gebroeders Spijker naar Amsterdam.
De Gouden Koets
Na enige tijd in Amsterdam te hebben gezeten, kregen Hendrik Jan en Jacobus in 1897 opdracht om de Gouden Koets te maken. Inwoners van Amsterdam hadden hier geld voor ingezameld. De Gouden Koets werd bij de kroning in 1898 aan koningin Wilhelmina geschonken. Pas bij haar huwelijk met Prins Hendrik in 1901 zou ze de koets echter in gebruik nemen. Ondertussen gingen de gebroeders Spijker zich richten op het maken van automobielen. Niet veel later maakten zij internationaal naam met hun automobielfabriek.
Succes en liquidatie van Spyker
In 1903 veranderden de broers de naam Spijker in het meer internationaal ogende ‘Spyker’. Zij waren destijds de eersten die een auto maakten met vierwielaandrijving en een zescilindermotor. In 1907 werd een auto van Spyker eerste in een rally van Peking naar Parijs. Nadat Hendrik Jan tijdens zijn terugreis uit Indië met de veerpont SS Berlin voor de Hoek van Holland echter in hetzelfde jaar verongelukte, trok broer Jacobus junior zich terug uit de zaak. Het bedrijf werd verkocht en maakte doorstart met een nieuwe directeur. Tijdens de Eerste Wereldoorlog ging Spyker zich ook bezig houden met het maken van vliegtuigen. Het motto werd ‘Nulla Tenaci invia est via’, voor de volhouder is geen weg onbegaanbaar. Als logo werd een combinatie van een spaakwiel en vliegtuigpropeller gekozen. In 1926 werd de firma uiteindelijk geliquideerd.
De Spijkerpandjes
De Spijkerpandjes aan de Kerkbrink te Hilversum herinneren nog aan deze wereldberoemde Spijkers. De pandjes waren oorspronkelijk het woonhuis en de smederij van de familie Spijker. Na de dood van Jacobus senior in 1889 werden de Spijkerpandjes tot 1934 gebruikt als huis- en hoefsmederij door de heer P. van Walbeek. Hierna kwamen de pandjes in handen van de modefirma´s Gezon en Van den Brul. In 1984 werd modehuis Van den Brul dat naast de pandjes stond, gesloopt en kwamen de pandjes in verval. De plek stond jaren bekend als ‘het gat van Hilversum´. In de jaren negentig van de vorige eeuw zijn de Spijkerpandjes in oorspronkelijke staat herbouwd. Vandaag de dag dienen ze nog als restaurant met de naam ‘De Spijkerpandjes´.
Vallen en weer opstaan
In 1999 kocht Victor Muller, samen met ontwerper Maarten de Bruyn, de firma Spyker en probeerde jaren lang voet aan de grond te krijgen met zijn ‘Spyker Cars’. Dit mislukte toen in 2010 werd besloten het Zweedse ‘Saab Automobiles’ over te nemen van General Motors. In februari 2011 besloot Muller de sporttak Spyker te verkopen aan de Russische zakenman Vladimir Antonov om zich meer op Saab te richten. Deze laatste ging echter datzelfde jaar nog failliet. Het is de vraag of ‘Spyker Cars’ het succes kan evenaren van diens voorganger van de gebroeders Spijker.
Auteur: Kristen Kouwenhoven
Publicatiedatum: 09/03/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.