
Een riant ingericht stadhuis
Naast het verzamelen van goede aankleding voor de Garde d’Honneur, voelde de maire zich ook verplicht het stadhuis op te leuken met een mooie aankleding. Van de burgerij werd gevraagd meubels en decoratie ter beschikking te stellen. Men had griffier Van der Velden alvast gevraagd suggesties te doen en de gezinshoofden hiertoe uit te nodigen: Zes tapijten, zes spiegels, twee tafels, 54 stoelen, twee secretaires, twee pendules etc.

Gezicht op het stadhuis en gezicht op het Oost-Indisch Huis te Enkhuizen, 1729, Hendrik Spilman, naar Abraham de Haen (II), 1752 – 1792. Collectie Rijksmuseum, objectnummer: RP-P-AO-7-54-1 (detail)
Degenen die niet in staat waren het voorgestelde te leveren kwamen met andere suggesties. De heer Duivens kon bijvoorbeeld geen tapijtjes kan leveren maar bood in plaats daarvan zijn tafel of bureau aan. De heren Van Loosen en De Vries konden geen twee gelijke spiegels leveren, terwijl een symmetrisch ingerichte ruimte toen erg belangrijk was. Daarnaast waren ze ouderwets. Het was niet zo zeer dat de heren niet wilden, maar ze stelden hoge eisen aan hun spullen. Niets dan het beste voor de keizer.Helaas was het werk allemaal voor niets geweest. Napoleon is nooit gekomen en het riant ingerichte stadhuis bleef heeft zijn hoge gast nooit mogen huisvesten.
Auteur: Emmie Snijders.
Bronnen:
Westfries Archief, toegangsnr. 0120 – Oud Archief stad Enkhuizen 1353-1815 (1872), inv. nr. 1994 – Stukken betreffende de ontvangst van Keizer Napoleon Bonaparte bij zijn eventuele komst naar Enkhuizen in oktober 1811.
Publicatiedatum: 07/10/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.