
Eindpunt van de reis was het Paleis op de Dam, voor die gelegenheid tot Place Napoléon omgedoopt.
Aangezien de keizer door Duivendrecht ging, was de maire (burgemeester) van de municipaliteit (gemeente) Ouder-Amstel al twee weken te voren bezig de inwoners hierop voor te bereiden. De maire moest van de sous-prefect het budget bepalen dat Ouder-Amstel voor de komst van Hunne Majesteiten beschikbaar stelde. Sinds dit gebied deel uitmaakte van het Franse keizerrijk was het oude gewest Holland opgedeeld in departementen. Dit departement kreeg de naam Zuiderzee en namens de keizer regeerden prefecten en sous-prefecten. De keizer decreteerde bevelen die zij zonder tegenspraak moesten opvolgen.
Vlaggen en versieringen
Bij de bevolking werd aangedrongen op het uitsteken van vlaggen. En de dorpelingen moesten vreugde laten blijken bij de doortocht van de keizer. Versieringen aanbrengen was wenselijk. Alles mocht, ook bloemen, maar liefst geen gele. Het moest een vlaggen- en bloemenzee lijken. Illuminaties waren niet nodig want de keizer zou bij daglicht langskomen en het geld voor de dure vetpotjes kon beter besteed worden. Eind september kreeg de maire het nadrukkelijke verzoek om fabriekseigenaren te stimuleren de vlag uit te steken. Dat moest vanaf 2 oktober tot het eindoponthoud in dit departement. Expliciet werden de namen van de fabrikanten genoemd.
Leger zoekt weerbare mannen
De oproep tot feestelijkheid was nodig want zo enthousiast was men niet om deel uit te maken van een keizerrijk. Het voorspelde immers niet veel goeds dat de keizer een inspectiereis kris kras door het land maakte. Al voor zijn komst was duidelijk dat het vroegere Koninkrijk Holland niet meer onder de dienstplicht uit kon, veel geld zou moeten opbrengen, fortificaties diende aan te leggen vanwege de dreigende oorlogen met Engeland, Pruisen en Rusland. Een slecht voorteken was dat vanaf januari de bevelen van de keizer dwingender werden om de burgerlijke stand in te richten met als duidelijk doel te weten wie als weerbare mannen de Grande Armée konden versterken.
Begroeting van de keizer
De maire moest ook de dominee van de hervormde gemeente uit Ouderkerk en de pastoor van de rooms-katholieke gemeente in de Bullewijk verzoeken zich te voegen bij de pastoor van de rooms-katholieke gemeente te Duivendrecht. Alle vier werden gesommeerd in vol ornaat hun opwachting bij de keizer te maken. Bij wat nu de pastorie is in Duivendrecht, vormde destijds het binnenste gedeelte ervan het rooms-katholieke kerkje. Hier heeft Napoleon waarschijnlijk even halt gehouden. Duivendrecht bestond verder uit een lintbebouwing van boerderijen en wat armzalige ambachtswerkplaatsen zoals een wagenmakerij. Aan de overkant van het kerkje stond een kleine uitspanning. Heeft Napoleon daar wat gedronken alvorens bij de Oeterwalerbrug de Amsterdamse autoriteiten te ontmoeten? Het was een warme dag.
Duivendrechtse Brug
Bij de Duivendrechtse Brug kon Napoleon dit strategische punt in ogenschouw nemen. Van oudsher was deze brug cruciaal in de verbinding Amsterdam-Utrecht. Tijdens de Pruisische inval in 1787 had de Patriotten-generaal Daendels ter verdediging van Amsterdam hier met zijn dappere batterij de Pruisen bestreden. Zoiets interesseerde Napoleon uitermate.

‘De Duivendrechtsche Brug, 30 sept.’
Boerenwagens gevorderd
Aannemer generaal J. Kosterman had nog bij de maire vier boerenwagens gevorderd die uit Ouder-Amstel voor de keizerlijke paarden fourages (voedsel) moesten meenemen voor de duur van het verblijf van de troepen te Amsterdam. Per brief vroeg de maire zich af hoeveel haver en stro per paard per dag moest worden meegegeven. Dat was kostbaar en hij kon op protest van de boeren rekenen. Hooi was er genoeg bij de boeren te halen.
De doorreis van Napoleon zou niemand in Duivendrecht ontgaan.
Auteur: Jo Blom.
Publicatiedatum: 16/03/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.