De inrichting van de Ovale Zaal van Teylers Museum

Nog steeds staat in de Ovale Zaal van Teylers Museum het meubilair uit de beginperiode. In 1784/85 ontwierp de architect van de zaal, Leendert Viervant, het grote middenmeubel voor het bewaren van de kunstverzamelingen. Op het bovenblad konden tekeningen en grafiek worden gelegd en bekeken en wetenschappelijke demonstraties worden uitgevoerd. Vanwege ruimtegebrek kwamen hier omstreeks 1801 de met glas bedekte schuifladen om fossielen, ertsen en mineralen tentoon te stellen. De middenvitrine was op koperen rails geplaatst zodat het meubel in zijn geheel kon worden weggeschoven. Daardoor ontstond er ruimte voor de enorme elektriseermachine en voor demonstraties met meerdere batterijen Leidse Flessen.

1 min

De Ovale Zaal van Teylers Museum.

De middenvitrine in de Ovale Zaal.

Eenheid

Omdat deze zeer opvallende elektriseermachine moest harmoniëren met de zaal ontwierp Viervant hiervoor een neoclassicistisch meubel. Uit 1792 dateren de twee zeszijdige mahoniehouten kasten voor de hemel- en aardglobes. Tien jaar later volgden de twee piramidevormige vitrines waarin ruwe en geslepen gesteenten werden uitgestald. Viervant werd ook betrokken bij de aanpassingen in Teylers woonhuis, het Fundatiehuis. Omdat de voordeur aan de Damstraat ook museumingang was, bracht hij aan weerszijden van de entree dezelfde kapitelen (de versierde bovenkant van een zuil) aan als in de Ovale Zaal.

Piramidevormige vitrines in de Ovale Zaal. Vervaardigd voor het exposeren van ruwe en geslepen gesteenten door Johan Gottfried Fremming, 1802.

Stijlkamers

Op de binnenplaats kwam een prieeltje met het wapen van Teyler. Halverwege de gang lag de Kleine Herenkamer, waarvoor Viervant een nieuw interieur ontwierp. Hier komen de leden van de twee Teyler Genootschappen nog steeds bijeen. De tuinkamer, waar Teyler zijn bibliotheek en kunst bewaarde, werd omgebouwd tot de Grote Herenkamer, tot op de dag van vandaag de vergaderruimte voor Directeuren van Teylers Stichting.