
Steun en toeverlaat
Teylers Stichting zette dit werk voort. Ze bleef vaste donateur van het Teekencollegie en hulpbehoevende kunstenaars konden (financiële) steun krijgen. Kunstenaars als Hendrik Schwegman, Warnar Horstink en David P.G. Humbert de Superville maakten daar gebruik van.

Het Haarlemse Teekencollegie, door Wybrand Hendriks, 1799. Olieverf op paneel; 63 x 81 cm. Collectie Teylers Museum. Beeld: Wikimedia Commons.
Ook kocht de Stichting tekeningen, meestal direct, van nog levende kunstenaars, vaak twee tegelijk als pendanten (tegenhangers). Bijvoorbeeld die van de kunstenaars Jacob Cats, Augustijn Claterbos, Egbert van Drielst en Hermanus Numan. Het ging hierbij altijd om Nederlandse kunstenaars of buitenlanders die tijdelijk in Nederland woonden, zoals de Zwitser Johann Jacob Koller en de Duitser Johann Ludwig Giesel.
Deze traditie is altijd voortgezet, op een onderbreking in het midden van de twintigste eeuw na. Die duurde tot rond 1980. Sindsdien koopt de Stichting jaarlijks weer zo’n twintig tekeningen van hedendaagse kunstenaars.

Waterval bij de kleine St. Bernard, door Johann Jacob Koller. Penseel in water- en dekverf; 419 x 515 mm. Beeld: collectie Teylers Museum.

Brug over de Tessin in het Levinerdal, door Johann Jacob Koller. Penseel in water- en dekverf; 421 x 515 mm. Beeld: collectie Teylers Museum.
Publicatiedatum: 20/06/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.