Brede belangstelling
Pieter Teyler had een brede, historische belangstelling. Dat is te zien aan de inhoud van zijn bibliotheek, zijn tekeningen en prenten en zijn numismatische collectie. Maar Teyler sloot zich niet aan bij het rijke genootschapsleven van zijn stad, dat trouwens pas na zijn dood echt ging bloeien. Wel werd hij beïnvloed door het Natuurkundig College (vanaf circa 1730) en de Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen (1752). Van deze instellingen waren zijn stads- en geloofsgenoten met natuurkundige belangstelling lid. Samen met anderen nam hij het initiatief tot de oprichting van de Teekenacademie (1772). Door grote sommen geld uit te lenen maakte hij bovendien andere initiatieven mogelijk, zoals een nieuwe huisvesting voor de Hollandsche Maatschappij (1777) en de oprichting van een Muziekcollege (1773).
Omslag
Zeker na de dood van zijn vrouw Helena Verschaave, in 1754, leidde Teyler zelf een teruggetrokken leven in zijn grote huis aan de Damstraat, tot aan zijn dood in 1778. Hij zette in eerste instantie het bedrijf in zijdefabricage en -handel voort, waarmee zijn voorouders Taylor sinds hun komst naar de Nederlanden in 1583 altijd kapitalen hadden verdiend. Maar ongeveer in dezelfde tijd dat zijn vrouw overleed, zag hij in dat deze handel op sterven na dood was. In minder dan tien jaar bouwde hij zijn bedrijf af, sloot de fabriek en verkocht de voorraden. Vanaf die tijd zou de geldhandel zijn belangrijkste bron van inkomsten zijn.
Portretten
IJdelheid was de doopsgezinden vreemd. Des te opvallender is het dat er van Teyler twee portretten zijn, bewaard in het Teylers Museum. Teyler poseerde omstreeks 1750 als koopman en verzamelaar voor de Haarlemse schilder Frans Decker: met het interestboek (renteboek) in zijn handen en de tekeningencatalogus op tafel. Circa tien jaar later beeldde Deckers leerling, Taco Jelgersma, hem alleen nog maar af als verzamelaar. Beide keren heeft hij een stemmig, tijdloos, zwart lakens pak aan.
Publicatiedatum: 08/06/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.