Groene parels in het Nederlandse landschap, zo noemt Susan Lammers de honderden historische buitenplaatsen die Nederland rijk is. Lammers is algemeen directeur van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en zij schreef het voorwoord bij een gids waarin maar liefst 545 rijksmonumenten in het kort worden beschreven.
Buitenplaatsen in Noord-Holland
Van die 545 parels staan er 97 in Noord-Holland. We beginnen bij Wester-Amstel aan de Amsteldijk Noord 55, dat onder de gemeente Amstelveen valt. Koopman /burgemeester Nicolaas Pancras koopt in 1662 twee boerderijen aan de westzijde van de Amstel, sloopt ze en laat er een buitenplaats verrijzen. In 1714 komt er een nieuwe eigenaar, die het huis laat afbreken en een huis van steen en hout laat neerzetten.
Dat huis staat er nog steeds en dat was nog bijna misgegaan, want in 1776 is Wester-Amstel nog even in het bezit van ene Frederik Kaal, die zijn naam eer aandeed, want hij stond bekend als ‘sloper van buitenplaatsen’. Maar aan het slopen van Wester-Amstel kwam hij gelukkig niet toe. Antonius Quirinus van Persijn was allesbehalve een sloper, want hij heeft het landhuis in 1792 uitgebreid en verfraaid. En inmiddels is er een stichting, die het huis tussen april en oktober voor publiek openstelt.
Het eveneens aan de Amstel gelegen Amstelrust is niet toegankelijk, maar niets weerhoudt ons ervan om uit wandelen te gaan in het naastgelegen Amstelpark, want die grond hoorde ooit bij Amstelrust. Het Amstelpark is overigens voortgekomen uit de Floriade die hier in 1972 plaatsvond.
Huize Frankendael
We steken de Amstel over naar Amsterdam-Oost, of beter gezegd, naar de Watergraafsmeer, want daar staat Huize Frankendael. Dat is de enige buitenplaats die in de 1629 drooggemalen Watergraafsmeer is overgebleven. Bij het landhuis hoort een park, dat in 1982 voor publiek werd opengesteld, en zonder meer een bezoekje waard is, al was het maar omdat hier elke maand de Pure Markt met biologische producten plaatsvindt.
De landhuizen zijn op alfabetische plaatsnaam gesorteerd, dus van Amsterdam gaan we naar Beverwijk en wel naar Akerendam, dat in de zeventiende eeuw aan het Wijkermeer lag en met de boot vanuit Amsterdam goed te bereiken was. De Amsterdamse koopman Jan Bicker laat het monumentale landhuis tussen 1636 en 1648 bouwen. Rond 1800 was de buitenplaats nog 17 hectare groot, maar door het droogleggen van het Wijkermeer en de aanleg van het Noordzeekanaal, is daar nog maar 2,5 hectaren van over.
Na 1980 wordt de tuin flink opgeknapt en worden er een oranjerie, schuur en plantenkas gebouwd. De auteurs noemen het ‘een van de beter bewaard gebleven buitenplaatsen van ons land’, ook al ‘drukt’ hoge aangrenzende bebouwing zwaar op de buitenplaats. Of de buren dat ook zo zien, valt te betwijfelen, want die hebben in ieder geval een mooie buitenplaats om op uit te kijken. Wie het landhuis met een bezoekje wil vereren, moet deze website in de gaten houden, want er vinden wel eens evenementen plaats.
We blijven nog even in Beverwijk, waar – aan de Velserweg 2 – Scheybeek ligt. Dit buiten is vermoedelijk rond 1620 gebouwd en in 1905 kopen de toenmalige eigenaren 28.000 lege jeneverkruiken van een failliet destilleerbedrijf, die ze in de oevers van de beek verwerken. De gemeente Beverwijk kocht het huis in 1924 aan, gebruikte het nog een tijdje als gemeentehuis en tegenwoordig kun je er trouwen, maar je kunt ook alleen de kruikenwand bekijken.
Niet ver van Beverwijk, in Heemskerk, ligt voormalig kasteel Marquette. Tot 1979 werd er nog gewoond, maar inmiddels is het een hotel, waar soms spannende evenementen plaatsvinden zoals ‘Moord op Chateau Marquette’, een Escape Game en een ‘Glühwein Experience.’ Creativiteit valt de nieuwe eigenaar niet te ontzeggen.
Huis te Manpad in Heemstede
In Heemstede staat Huis te Manpad, dat haar naam dankt aan een zandpad dat van de verharde Herenweg naar de westelijke duinen leidde. Een Amsterdamse koopman laat hier tussen 1634 en 1640 een buitenplaats bouwen. Volgens de stichting die het nu beheert is het ‘de mooiste parel van Zuid-Kennemerland’ en straalt Huis te manpad ‘rust en allure’ uit. Vooral het park in Engelse landschapsstijl wordt aangeprezen, wat betekent dat ‘na elke bocht of wending het uitzicht verandert’ met doorkijkjes of een weerspiegeling in het water.’ Wie dat ook eens wil meemaken, kan mee op de wekelijkse rondleidingen.
Het Gooi mag in dit overzicht niet ontbreken en daartoe gaan we naar de Utrechtseweg 225 in Hilversum, waar De Zwaluwenberg staat. Veel over dit landhuis valt er niet te vertellen. Of het zou moeten zijn dat tijdens de Tachtigjarige Oorlog, toen er veel vraag naar hout was, veel hout is gekapt, met uitgestrekte heidevelden tot gevolg. En tussen 1885 en 1900 wordt er veel zand afgegraven voor de aanleg van de Indische Buurt in Amsterdam, wat de hoogteverschillen in het terrein verklaart. Wie De Zwaluwenberg wil bezoeken, kan dat het beste op Open Monumentendag doen.
Kasteel Nederhorst
Kasteel Nederhorst aan de Slotlaan 4 in Nederhorst den Berg is zijn carrière in 1301 begonnen, want toen stond er al een ‘eenvoudige, verdedigbare’ woontoren. Maar Godard van Reede maakte er rond 1630 een kasteel met een gracht en vier torens van. Stadsherstel Amsterdam nam het kasteel in 2022 over en zette de geschiedenis van het kasteel mooi op een rijtje.
De restauratie van Kasteel Nederhorst is inmiddels in volle gang en er komen uiteindelijk 14 appartementen in het voormalige kasteel, plus nog eens drie sociale huurwoningen in de monumentale schuur. De tuin wordt opgeknapt en er komen twee voor het publiek toegankelijke ruimten in het kasteel. Wie de restauratie wil volgen, kan op deze website terecht. Stadsherstel belooft dat er tijdens de restauratie zo nu en dan een rondleiding zal worden gegeven.
Kasteel Sypesteyn
Tegenover de vijftiende-eeuwse Sijpekerk bouwde een jonkheer aan het begin van de vorige eeuw een kasteel op oude fundamenten waarvan hij dacht het zijn stamslot was geweest. Later bleek dit slechts een droom, zo biecht de website van het kasteel Sypesteyn eerlijk op, maar het leverde wel een ‘stijlvol gebouw’ op, omringd door een ‘prachtige historische tuin.’ En een alleraardigste collectie Oosters en Hollands porselein. Het levenswerk van de jonkheer is overigens vanaf 2 april weer te bewonderen, want in de winter is Sypesteyn gesloten.
Landhuizen in Overveen
In Overveen staan maar liefst vijf landhuizen, waarvan we er twee noemen. Allereerst is daar Elswout, dat zelf niet te bezoeken is, maar je kunt er wel wandelen in het door Staatsbosbeheer onderhouden park, dat een oranjerie, kluizenaarshut, theekoepels en acht monumentale bruggen bevat, waaronder een paar in Zwitserse stijl.
En dan hebben we nog Koningshof, een landhuis dat zo uit een film van Hitchcock lijkt weggelopen. Het huis, dat inmiddels onder Natuurmonumenten valt, behoorde ooit toe aan de rijke Borski-familie, die ruim een eeuw eigenaar was van een enorm duingebied in Zuid-Kennemerland, dat zich uitstrekte van Haarlem tot Zandvoort.
Ook bijzonder is Duin en Kruidberg in Santpoort-Noord, dat je nu makkelijk kunt bezoeken, omdat het huis een horecabestemming heeft. Het landhuis is een samenvoeging van twee oude hofsteden: De Kruidberg (gebouwd rond 1650) en Duin en Berg (dat uit 1732 stamt), die respectievelijk door een Haarlemse regent en een Amsterdamse koopman zijn gebouwd. Nu kun je er overnachten, dineren en vergaderen.
Aangekocht door Natuurmonumenten
Staan er in Overveen vijf landhuizen, ’s-Graveland spant de kroon met maar liefst acht buitens. Zeven daarvan zijn aangekocht door Natuurmonumenten. Dat zit zo: de laatste eigenaar van Gooilust (Zuidereinde 49), Louise Digna Catharina Six (1862-1934), droeg haar bezit aan Natuurmonumenten over, maar bedong daarbij wel dat Natuurmonumenten ook Spiegelbeek, Hilverbeek en Schoonoord van haar broer zou aankopen, dus dan gaat het snel.
Jagtlust, aan de Leeuwenlaan 42 in ‘s-Graveland, is ook van Natuurmonumenten, en misschien wel het meest tot de verbeelding sprekend buiten in deze streek, want hier kwamen schrijvers als Remco Campert en Gerard Reve tussen 1950 en 1970 regelmatig de bloemetjes buiten zetten, terwijl dichteres Fritzi Harmsen van Beek voor gastvrouw speelde.
De geschiedenis van het pand, dat in 1670 voor het eerst wordt genoemd, en verschillende namen draagt voordat het in 1791 voor het eerst Jagtlust gaat heten, is niet bijster boeiend. Dat geldt ook voor de door Annejet van der Zijl beschreven uitspattingen van de kunstenaars, maar Remco Campert zegt ons wat meer dan Jan Six van Hillegom (1857-1926), één van de vorige eigenaren, want die heeft geen Tjeempie geschreven.
Landgoed Trompenburgh
In de gids is uiteraard ook een hoofdstuk gewijd aan Trompenburgh in ’s-Graveland (Zuidereinde 43), waar Oneindig Noord-Holland al eerder aandacht aan besteedde. Het huis staat grotendeels in het water en bezit een prachtige koepelzaal waar portretten hangen van admiraal Maarten Harperszoon Tromp en zijn zoon Cornelis Maartensz. Tromp, die ook admiraal was en op Trompenburgh heeft gewoond. De restauratie moet volgend jaar klaar zijn en eigenaar Monumentenbezit heeft beloofd dat ze dit buiten met enige regelmaat voor het publiek open zal stellen.
Landgoed Beeckestijn
Van ’s-Graveland verkassen we naar Velsen-Zuid, waar buitenplaats Beeckestijn staat. Karakteristiek is de achttiende-eeuwse voorgevel in Louis XIV-stijl, maar vlak ook het in een romantische landschapsstijl aangelegd park niet uit, met slingerende paden met ‘door bos omzoomd korenland’.
Dat je op Beeckestijn in de zomer leuk kunt picknicken spreekt misschien nog wel het meest tot de verbeelding, maar daar hoor je de auteurs niet over. Die hebben vooral oog voor loofgangen en neogotische kapelwoningen, maar goed, ieder zijn ding. Verder is er een kindvriendelijke brasserie, er zijn rondleidingen en zowel het hoofdhuis als de tuinen zijn te bezoeken.
Toegankelijkheid
Dan nog iets over de toegankelijkheid van de 545 rijksmonumenten die in deze historische buitenplaatsengids staan beschreven. We hebben het maar even geturfd. Voor de meeste buitenplaatsen, 170 in totaal, geldt dat ze ‘vrij toegankelijk’ zijn, maar het huis en de directe omgeving weer niet. Dat betekent dat je er lekker kunt wandelen, zonder het risico te lopen door een overspannen baron met een luchtbuks beschoten te worden.
162 buitenplaatsen zijn echter in het geheel niet toegankelijk. Of ze allemaal de moeite van een bezoekje waard zijn, kunnen we niet beoordelen, maar op het gebied van toegankelijkheid valt er nog een wereld te winnen. Je bent een rijksmonument of niet.
Gelukkig zijn 51 buitenplaatsen een museum, of ‘worden museaal benut’, zoals de auteurs enigszins deftig formuleren. De buitens die regelmatig rondleidingen organiseren hebben we voor het gemak maar tot de musea gerekend. Dan zijn er nog 45 buitens die een horecafunctie hebben, wat op verschillende manier kan worden ingevuld. Op de ene plek ben je welkom voor een kopje koffie met wat lekkers en naar de andere gelegenheid ga je vooral om eens lekker chique te dineren. De website geeft meestal wel uitsluitsel wat je kunt verwachten. Tot slot zijn er nog buitenplaatsen die op aanvraag zijn te bezoeken, die alleen hun tuinen opstellen of meedoen aan monumentendagen.
Auteur: Arnoud van Soest
De nationale gids Historische Buitenplaatsen werd geschreven door René W. Chr. Dessing en Jan Holwerda . De buitens zijn per provincie ingedeeld. De gids is een uitgave van Stichting Kastelen, historische Buitenplaatsen & Landgoederen in samenwerking met Uitgeverij Noord-Holland. De meeste foto’s zijn door Albert Speelman gemaakt. Meer informatie is hier te vinden.
Publicatiedatum: 09/12/2024
Vul deze informatie aan of geef een reactie.
1 reactieZeer interessante geschiedenis.
Helaas wordt deze geschiedenis op scholen niet of nauwelijks gegeven.