Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Fairtrade Amsterdam: van Max Havelaar tot Tony’s Chocolonely

Amsterdam mag gerust de chocoladehoofdstad van de wereld genoemd worden. Dagelijks vaart meer dan 600.000 ton cacao uit West-Afrika de Amsterdamse haven binnen. Ook speelt de hoofdstad een voortrekkersrol op het gebied van fairtrade. Dit begon al in de negentiende eeuw, toen de Amsterdamse Multatuli zijn roman Max Havelaar schreef. Vandaag de dag is de stad de thuisbasis van grote fairtrade labels en chocoladebedrijven, maar ook van kleine eerlijke en duurzame initiatieven.

Amsterdam maakte in 1628 kennis met cacao, toen een eerste vracht als onderdeel van de door Piet Hein veroverde zilvervloot de haven binnenvoer. Het zou het begin zijn van een lange en liefdevolle relatie met het smakelijke bruine goedje. Tot de oudste chocolademakers die we bij naam kennen, behoren Abraham Rodriguez Diaz, die op 2 december 1706 een advertentie in de Amsterdamsche courant plaatste voor zijn ‘socholademakery’, en Caspar Flick, de uitvinder van de bekende chocoladeflikken, die in 1745 één van de eerste chocoladefabriekjes in de Nes begon.

In de negentiende eeuw zouden de bekende chocolademerken, zoals Van Houten, Blooker en Verkade, volgen. De broers Johannes en Cornelis Blooker begonnen in 1813 met hun cacaobedrijf in Amsterdam, vader en zoon Houten volgden twee jaar later. Zij vonden in Amsterdam de cacaopers uit, waar ze in 1828 patent op kregen. Met deze machine kon de cacaoboon gesplitst worden in cacaopoeder en cacaoboter. Ook ontdekten ze een manier om cacao minder bitter te maken, door het te alkaliseren. Deze uitvindingen stonden aan de wieg van de moderne chocolade industrie.

Affiche voor Van Houten’s Cacao en Chocolade uit 1899. Via Wikimedia (publiek domein).

Uitbuiting op cacaoplantages

Op dat moment had nog niemand het over de omstandigheden waarin de cacaobonen geproduceerd werden. Van oorsprong kwamen cacaobomen voor in Midden- en Zuid-Amerika, maar in de zeventiende en achttiende eeuw werden ze door Europeanen in Zuidoost-Azië en West-Afrika aangeplant. Samen met koffie en suiker was cacao destijds een luxe lekkernij, die op plantages in Indonesië gekweekt werd en als handelsproduct naar Nederland verscheept. Op de plantages werkten lokale boeren onder slechte omstandigheden gedwongen aan de ontginning en teelt van het kostbare gewas.

De Amsterdammer Multatuli (pseudoniem van Eduard Douwes Dekker) was de eerste die deze omstandigheden aankaartte. In zijn boek Max Havelaar uit 1860 gaf hij scherpe kritiek op de manier waarop Nederland de boeren in haar kolonie Nederlands-Indië (het huidige Indonesië) uitbuitte. Nederland is rijk, maar wil niet weten waar deze rijkdom vandaag komt, stelt hij. De Javaanse boeren die werken op de plantages zien van die enorme rijkdom namelijk geen cent terug. Van het koloniale regime ontvangen ze nét genoeg om in leven te blijven. De hoofdpersoon Max Havelaar wil hier verandering in brengen, maar wordt in het boek tegengewerkt door zijn meerderen.

Multatuli (pseudoniem van Eduard Douwes Dekker) en de eerste druk van zijn Max Havelaar uit 1860. Via Wikimedia (publiek domein).

Toenemende bewustwording

Multatuli’s boek werd een doorslaand succes, maar vooral vanwege zijn literaire kwaliteiten en niet om de beschreven misstanden – dit tot groot verdriet van de schrijver. Wel zorgde het voor een grotere ethische bewustwording onder het Nederlandse volk over de situatie in de koloniën. Het verschijningsjaar van de Max Havelaar markeerde het einde van de slavernij in Nederlands-Indië. Suriname en de Caribische eilanden zouden drie jaar later volgen. Dat betekende niet dat de omstandigheden op de plantages direct verbeterden. De handel in cacao en andere producten bleef in handen van koloniale bedrijven, die er baat bij hadden de productiekosten zo laag mogelijk te houden.

Wel ontstonden in de eerste helft van de twintigste eeuw kleinschalige coöperaties van boeren in de koloniale gebieden, vaak gestimuleerd door missionarissen of andere ontwikkelingsorganisaties. Dit waren de eerste experimenten met handel buiten de grote koloniale bedrijven om. Ondertussen ging de Nederlandse overheid in Nederlands-Indië een meer ethische politiek voeren, vanuit de christelijk-morele plicht die het moederland voelde ten opzichte van haar koloniën. Door voor onderwijs en infrastructuur te zorgen, werd getracht betere omstandigheden voor haar onderdanen te creëren. Ook was er toenemende aandacht voor de arbeidsomstandigheden en kinderarbeid, maar dit richtte zich nog vooral op arbeiders in eigen land.

Cacaoplantage Marienbosch, tijdens een inspectie op 27 augustus 1895. Op de kade bij de bug staan: H. ten Harmsen v.d. Beek. distr. Comm. / H. v. Siepers. beheerder / Gouv.r. v. Asch v. Wijck. Fotoafdruk in een fotoalbum van Théodore van Lelyveld over Suriname uit 1895-1898. Collectie Rijksmuseum Amsterdam.

Het eerste fairtrade keurmerk

Honderd jaar na het verschijnen van de Max Havelaar vond er een belangrijke ontwikkeling in Nederland plaats: de oprichting van Fairtrade Original als eerste fairtrade organisatie ter wereld. Vanuit het idee dat eerlijke handel drijven beter is dan giften schenken, kocht oprichter Paul Meijs producten uit ontwikkelingslanden om in Nederland te verkopen. Vanaf 1988 kunnen consumenten ook zien voor welke producten boeren een ‘eerlijke’ prijs hebben gekregen, dankzij het eerste fairtrade keurmerk van stichting Max Havelaar, genoemd naar Multatuli’s meesterwerk. Het keurmerk zit onder meer op koffie, thee, honing en natuurlijk chocolade.

De producten van Fairtrade Original werden eerst alleen nog in speciale winkels verkocht, maar liggen sinds 2006 ook gewoon in de supermarkt. En daar bleef het niet bij. De afgelopen decennia zijn er verschillende fairtrade labels bij gekomen. Zo heeft het grootste fairtrade label ter wereld, Rainforest Alliance, een kantoor in Amsterdam. Ook het bekendste fairtrade chocoladebedrijf van Nederland, Tony’s Chocolonely, is gevestigd in onze hoofdstad. Met de verkoop van hun origineel vormgegeven chocoladerepen, die de oneerlijke verdeling van welvaart in de wereld symboliseren, streven ze naar honderd procent slaafvrije chocolade.

Het Fairtrade Max Havelaar keurmerk op bananen. Via Wikimedia (publiek domein).

Koploper in eerlijke initiatieven

Amsterdam is nog steeds de thuisbasis van tal van initiatieven die zich inzetten voor eerlijke lonen voor boeren en duurzame chocolade. Sommigen gaan zelfs een stap verder dan fairtrade. Zo maken bedrijven als Original Beans, Macao Movement en de Chocolatemakers zogenaamde ‘direct trade’ chocolade. Daarbij worden de cacaobonen rechtstreeks bij de boeren ingekocht, zonder tussenpersonen. Ook het transport gebeurt op een eerlijke en duurzame manier: de bonen komen per zeilschip naar Amsterdam en worden op een CO2-neutrale manier naar de winkels vervoerd. Daarnaast zijn er ondernemingen die de hele cacaovrucht gebruiken om sap van te maken, zoals Pacha de Cacao en Kumasi.

Wil je meer weten over duurzame cacao of deze zelf eens proeven? Bezoek dan eens het Cacao Museum aan de Czaar Peterstraat (woensdag tot zaterdag van 10:00 tot 18:00 uur geopend) of plan een trip naar het jaarlijkse Chocoa Chocoladefestival (elk jaar in februari) in de Beurs van Berlage, waar een schat aan eerlijke en duurzame chocolade verkocht wordt.

Een kleine greep uit het grote assortiment aan eerlijke en duurzame chocolade dat vandaag de dag te koop is. Foto: Sarah Remmerts de Vries.

Tekst: Sarah Remmerts de Vries

Bronnen:

Publicatiedatum: 17/03/2025

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

1 reactie

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.