‘AFLEGGEN’, staat er bovenaan het persoonlijke verhaal dat arbeider A.H. de Heus in 1945 voor de directeur van cacao- en chocoladefabriek Van Houten op papier zette. Kennelijk werd er tijdens een opruimactie weinig waarde gezien in de herinneringen van een fabrieksmedewerker aan zijn 52-jarige loopbaan. Gelukkig was niemand voortvarend met het vernietigen van dit document, want het biedt een levendig inkijkje in het reilen en zeilen van de cacaofabriek.
13 jaar? Meteen een vast contract
Het begin van de carrière van A.H. de Heus kunnen wij ons in veel opzichten nauwelijks meer voorstellen. Al was het maar omdat hij zijn loopbaan op 13-jarige leeftijd begon. Dat was in het jaar 1893. De Leerplichtwet bestond toen nog niet, en zou in haar vroegste vorm in 1901 enkel kinderen van 6 tot 12 jaar verplichten tot onderwijs.
Als beginnend fabrieksarbeider kreeg De Heus direct een vast contract. Zo had hij ‘z’n kostje gekoekt’, zoals hij dat zelf omschreef. Zijn loon bedroeg 2,50 per week – omgerekend naar huidige bedragen ongeveer € 80. De Heus kon op verschillende afdelingen starten. Op zijn eigen verzoek werd hij op de drukkerij geplaatst.
Een eerste werkdag om nooit te vergeten
Zijn eerste werkdag was er direct één om niet meer te vergeten. In het 18 afdelingen tellende fabrieksgebouw (van de Koffie Kokerij tot de Machinekamer en de Blikslagerij) raakte de jonge De Heus verdwaald. Van Houten kwam ruimte tekort, en had de drukkerij ingericht onder de kap in een vergeten hoekje.
Niet alleen kon hij die plek niet vinden, tot overmaat van ramp belandde Dan Heus op de ‘zakjes-plakkerij’. Een afdeling met nare meisjes, die hem te pakken grepen. Ze gooiden hem in een vol zakjeshok, en lieten hem pas gaan nadat ze zijn haar geheel met stijfsel hadden ingesmeerd. Zo blijkt maar, dat ook in tijden waarin er qua vrouwenrechten nog een hoop te winnen was, niet alleen mannen grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer vertoonden. De gebeurtenis zou De Heus de rest van zijn leven bijblijven.
Letters zetten en inkt uitrollen
De drukkerij mocht dan weggemoffeld zijn onder de kap, een moderne drukkerij was het volgens De Heus wel. Er stond toen al een snelpers en een drukpers. De eerste maanden moest De Heus de letterkast leren kennen. Hij zette de advertenties die in de Weesper Courant zouden verschijnen, en bracht deze naar de krant.
Daarna was het tijd voor het echte werk. Na acht weken werd De Heus aan de handpers geplaatst als oproller. Wanneer de drukker een blad bedrukt had, moest De Heus de vorm weer in de inkt zetten. En dat, met een 10-urige werkdag, zo’n 850 keer per dag, zes maanden lang. ‘Dit was een zwaar werk en erg eentonig’, zo herinnerde hij zich.
Een grote fabrieksbruiloft
Een hoogtepunt in deze periode, vormde het huwelijk van directeur Geert van Mesdag met Hermine Maxwils in 1890. Een bijzondere gebeurtenis, waaraan in het Van Houten-archief diverse herinneringen bewaard zijn. Voor de drukkerij waren het lange dagen, want al het drukwerk voor het huwelijk – programma’s, consumptiebonnen, grote schilden met ‘Hulde aan Bruidegom en Bruid’ – werd in de eigen fabriek klaargemaakt.
Een hoop werk, zeker gezien iedere werknemer van de fabriek voor de bruiloft was uitgenodigd. De drukkerij draaide ’s nachts door om alles op tijd klaar te krijgen en er moest geregeld overgewerkt worden. Wel was de firma Van Houten zo coulant, om iedereen die ’s nachts moest werken, gratis bier te verstrekken. Ondanks de topdrukte vond De Heus de bruiloft prachtig. ‘Nooit heb ik mooiere optochten gezien’, vertelde hij.
Boetes van de baas
Hoewel Van Houten in zijn tijd bekend stond als een goede werkgever, vonden er ook praktijken plaats die nu niet meer door de beugel zouden kunnen. Zo werden fabrieksarbeiders, die al nauwelijks genoeg verdienden om van te leven, regelmatig beboet op fout gedrag. De Heus moest eens bijna de helft van zijn weekloon inleveren, omdat hij op een warme zomerdag onder werktijd verkoeling had gezocht in een grote wasbak.
Het was die zomerdag niet alleen snikheet, De Heus werkte ook nog eens op zolder – de warmste plek in het gebouw. In de zalen stonden grote houten bakken met waswater voor de arbeiders. De Heus was alleen, en besloot zich uit te kleden en onder te dompelen in één van de bakken. Helaas werd hij betrapt door een van zijn meerderen, ene Teunis de Blij die met boetes al ‘nooit karig was’. Voor straf werd De Heus 1 gulden op zijn loon gekort. Ter vergelijking: voor 10 cent kon je destijds ‘de gehele zomer in het zwembad terecht’. De ouders van De Heus waren laaiend en namen hem ‘flink onderhanden’.
Gouden kansen (of toch niet)
Even leek De Heus’ 52-jarige carrière bij Van Houten vroegtijdig te eindigen. Hoewel De Heus het tot ‘eerste inlegger’ schopte, met een weekloon van f 8, besloot hij de drukkerij na enkele jaren te verlaten. Het ontbrak hem aan toekomstperspectief: hij zag in dat een stapje hogerop als drukker er voor hem niet inzat. De drukkers die er waren zouden nog lang op hun plek blijven zitten, en er kwamen geen nieuwe posities bij. De Heus keek daarom verder en nam een baan aan bij de drukpersen van de krant Het nieuws van de dag.
Van Houten haalde hem echter terug, en beloofde hem een salarisverhoging van f 1 per week. Dat accepteerde Van Heus, maar het werk begon hem tegen te staan. ‘Steeds maar inleggen, dat was voor mij niets.’ Hij zag bovendien hoe andere jonge mannen de overstap maakten van de drukkerij naar de technische afdelingen of chocoladefabriek. Hij wilde dat ook graag, maar moest ‘jongenswerk’ blijven doen omdat hij de beste inlegger was. Op zijn 28e kon De Heus gelukkig eindelijk overgeplaatst worden. Hij vervolgde zijn carrière als stoker, bijna tot aan zijn pensioen. Op doktersadvies maakte hij zijn laatste werkzame jaar af als magazijnmeester.
Laatste wijze woorden
Over veel zaken bij Van Houten was De Heus positief. Het goede salaris, het doorbetaalde loon bij ziekte, de doktersrekeningen die door de fabriek betaald werden. Toch wilde hij ook van de gelegenheid gebruik maken om wat kritische noten te kraken. Zo had hij kritiek op het nieuwe ketelhuis, en de mannen die bij de bouw van dat ketelhuis aan het roer stonden. Dat waren geen mannen die evenveel liefde voor de zaak hadden als ‘de heren Reinders en de Mol’, waar Van Houten volgens De Heus zuiniger op moest zijn.
Bovenal wilde hij de directie nog even meegeven: ‘niet alle chefs waren geschikt om leiding te geven’. Een klacht waar velen die vandaag de dag een manager hebben nog altijd over kunnen meepraten. Al met al keek De Heus tevreden terug op zijn 52-jarige loopbaan bij Van Houten. ‘Men vraagt mij wel eens, hoe heb je het zoolang bij een baas uitgehouden? Dan antwoord ik: steeds heb ik vreugde in mijn arbeid gehad’.
Tekst: Marit Eisses
Bron: Handgeschreven memorandum van A.H. de Heus betreffende zijn 52-jarig dienstverband als fabrieksarbeider bij Van Houten te Weesp, 1945. Noord-Hollands Archief, 103-253.
Publicatiedatum: 14/12/2023
Vul deze informatie aan of geef een reactie.
1 reactieGeweldig