Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

De heidense oorsprong van onze feestdagen

Onze christelijke feestdagen mogen dan vanzelfsprekend lijken, hun oorsprong is eigenlijk ouder dan je denkt. Haast alle feesten en hun symbolen, van de vrolijke paashaas tot de gezellige kerstboom, zijn namelijk ontstaan uit heidense (offer)feesten. De kerk was er alleen érg goed in om deze bestaande feesten een christelijk tintje te geven.

De Lage Landen ten zuiden van de Rijn gingen al vroeg in de middeleeuwen op het christelijke geloof over, maar de Friese volken boven de grote rivieren bleven lang verzet bieden. Daarom staken rond het jaar 700 de Engelse missionarissen Willibrord en Bonifatius de Noordzee over naar het land van de Friezen. Zij deden hun uiterste best om de ‘heidense’ volken te kerstenen, vaak tegen wil en dank. Hoewel Willibrord erin slaagde om de stammen in de kustgebieden te bekeren, moest Bonifatius zijn preken met de dood bekopen.

Pas aan het eind van de achtste eeuw waren de Lage Landen om: het christendom was de nieuwe dominante religie. Er werden kapellen gebouwd, kloosters gesticht en de zendelingen trokken verder richting het noordoosten. Maar dat betekende niet dat alle oude gewoontes direct werden losgelaten. Naast een zekere gehechtheid aan de feesten die men gewend was te vieren, was er altijd de religieuze twijfel die stammen ertoe bracht traditionele gebruiken in stand te houden om de goden gunstig te stemmen. De oude goden hadden hun voorvaderen immers voorspoed gebracht, dus men nam liever het zekere voor het onzekere.

Van Willibrord, die ook wel bekendstaat als de ‘apostel der Friezen’, wordt gezegd dat hij de bron bij het Witte Kerkje in Heiloo op wonderlijke wijze liet ontspringen. Collectie Provinciale Atlas Noord-Holland, Noord-Hollands Archief.

De strijd tussen licht en donker

De kerk bleek er niet in te slagen om alle heidense feestgebruiken uit te bannen, dus werd besloten om deze in aangepaste vorm in de christelijke traditie op te nemen. Het oude midwinterfeest, gericht op de terugkeer van het licht, werd veranderd in de geboorte van Christus, het ‘licht der wereld’. Voor het traditionele vruchtbaarheidsfeest dat eind maart de start van de lente markeerde, werd voortaan Pasen gevierd, de opstanding van diezelfde Christus. Maar veel van de oude symboliek en gebruiken die bij deze feesten hoorden, hebben tot op de dag van vandaag standgehouden.

Onze voorouders verdeelden het jaar in twee seizoenen, die grofweg getypeerd kunnen worden als het voorjaar, oftewel de lichte tijd van het jaar, en het najaar, waarin het donker de overhand had. Ze vierden vier hoogtijdagen en een aantal kleinere feesten, die structuur gaven aan hun jaar. Het voorjaar begon met de lente equinox rond 21 maart, als de dag en nacht even lang waren en de dagen langer en lichter werden. Tijdens midzomer rond 21 juni bereikten het licht en de warmte hun hoogtepunt. De herfst equinox rond 21 september luidde de start van het najaar in. De dagen werden weer korter en het licht nam af. Het duister en het verlangen naar licht vonden hun climax in de midwinterviering rond 21 december.

Het Keltisch jaarwiel met de oude feestdagen. Dit geschilderde exemplaar bevindt zich in de collectie van het Museum of Witchcraft in het Engelse Boscastle.

Vruchtbaarheid in het voorjaar

Deze feesten hingen sterk samen met de natuur en haar seizoenen. Omdat de bevolking van Europa eeuwenlang grotendeels uit boeren bestond, was men op de natuur aangewezen om te overleven. De komst van het voorjaar werd met open armen ontvangen. De lente equinox betekende dat men na maanden binnen zitten weer naar buiten kon, het land op om te zaaien en te ploegen. Om ook dit jaar van een goede opbrengst verzekerd te zijn, werden overal in Europa lentefeesten gevierd met uitgebreide vruchtbaarheidsrituelen.

Deze terugkeer van het licht werd Pasen, het feest van de opstanding. Tegenwoordig wordt dat gevierd op de eerste zondag na de eerste volle maan, die volgt op de lente equinox. Het Paasfeest staat nog steeds bol van de heidense symboliek, zoals de haas en het ei. Omdat hazen zichzelf zo veelvuldig voortplanten, zijn ze bij uitstek een symbool van vruchtbaarheid. Het paasei symboliseert het ontkiemende leven dat in de lente overal ontspruit. Ook tijdens Palmpasen, de zondag voor Pasen, vliegen de vruchtbaarheidssymbolen je om de oren. De versierde palmpaasstok met bladgroen en een broodhaantje in de top is een directe verwijzing naar de oude Europese gebruiken.

Als het zaadje voor het nieuwe jaar is geplant en de eerste gewassen beginnen te groeien, is het rond 21 juni tijd voor de zomer zonnewende, oftewel midzomer. Op deze langste dag van het jaar staken onze voorouders grote vreugdevuren aan. Dat wordt tegenwoordig nog steeds gedaan, maar dan in het kader van het katholieke feest van Sint Jan. Het feest is genoemd naar Johannes de Doper, die de komst van Christus aangekondigd zou hebben en hem later persoonlijk mocht dopen. Johannes of Jan zou op 24 juni geboren zijn. Daarom worden op of rond die datum op verschillende plaatsen processies gehouden, zoals de traditionele Sint Jansprocessie naar het gelijknamige kerkhof in Laren.

De bruidjes met bloemboeketjes, die in de jaarlijkse Sint Jansprocessie door Laren meelopen, vormen nog steeds een verwijzing naar vruchtbaarheid, vergelijkbaar met de Pinksterbruid. Archief van de redactie van De Gooi- en Eemlander, Streekarchief Gooi en Vechtstreek.

Het einde van de zomer

Er zullen in vroeger tijden zeker nog één of meerdere oogstfeesten gevierd zijn in augustus en september, maar uiteindelijk zal iedereen zich toch hebben moeten neerleggen bij de komst van het najaar. De start van de donkere dagen werd gemarkeerd door de herfst equinox rond 21 september, als de dag en nacht even lang zijn. Bomen verliezen hun bladeren en de natuur trekt zich terug voor de winter. Net als de mens, die zich voorbereid op een koude en donkere tijd. Op het platteland van vroeger was immers weinig anders mogelijk dan rond het vuur zitten en uitkijken naar de terugkeer van het licht.

Gelukkig stonden er nog een aantal najaarsfeesten op het programma, die letterlijk licht brachten in de donkere dagen. Tijdens Samhain, de Keltische naam voor wat we tegenwoordig Halloween noemen, werden op 31 oktober grote vuren aangestoken en offers gepleegd om het oogstseizoen te beëindigen. Men geloofde dat op dit exacte moment in het jaar de grens tussen de mensenwereld en de wereld van geesten, elfen en andere wezens flinterdun was. Ze zouden één nacht kunnen oversteken naar onze wereld en wij zouden ze gemakkelijker kunnen waarnemen.

Samhain, dat ‘einde van de zomer’ betekent, vermengde zich in de middeleeuwen met de christelijke feesten Allerheiligen (1 november) en Allerzielen (2 november). Op deze dagen waren de gedachtes bij overleden nabestaanden. Men bezocht kerkhoven om verse bloemen op de graven te leggen en brandde rond het begin van de avond kaarsjes voor hun dierbaren. Als het flink stormde, sprak men wel van een ‘zielenwagen’: een situatie waarin zielen uit het vagevuur smeekten om verlossing. Tijdens Allerheiligen en Allerzielen zouden deze zielen even hun familie en vrienden in het land der levenden mogen bezoeken. Deze bezoekjes vormden een grote bron van grote angst voor veel Hollanders. En nog steeds wordt er tijdens Halloween flink gegriezeld, maar dan zonder bijgeloof.

Neopaganisten proberen de heidense feesten te vieren op hun oorspronkelijke manier. Samhain is voor hen een nacht van vuur en feest. Via Wikimedia (CC BY-SA 4.0).

Vuur en lawaai

Hoewel Samhain opgeluisterd werd met vuren en kaarsjes, was het echte lichtjesfeest natuurlijk de midwinterviering rond 21 december, ons huidige Kerstmis. Onze gewoonte om de geboorte van Christus met uitgebreide kerstdiners te vieren, hebben we van onze voorouders geërfd. En is, als je erover nadenkt, zelfs aardig in strijd met het christelijke ideaal van matigheid. Voor de oude Germanen waren dit soort schranspartijen offermaaltijden, waarbij alles wat je at en dronk eigenlijk bestemd was voor de goden. Hoe meer je op kon, hoe beter. Sommige mensen geloven zelfs dat ons kerstbrood voortkomt uit de Germaanse offerbroden. Specifiek de duivekater, die vooral in de Zaanstreek wordt gegeten, doet met zijn botachtige vorm denken aan de oude beenderoffers.

En wat dan te denken van het kerstgroen dat we elk jaar in huis halen? Het groenblijvende hulst werd van oudsher gezien als een heilige boom, die geluk en bescherming zou bieden. De oude Romeinen versierden hun huizen en tempels tijdens de Saturnalia feesten (17-23 december) al met hulst en decoreerden hun cadeaus ermee. Hoewel de kerstboom pas vanaf de negentiende eeuw in Nederland ingeburgerd raakte, kent ook deze een oudere oorsprong. Net als de Romeinen haalden de Germanen tijdens het midwinterfeest groen naar binnen, dat ze versierden met appels en noten. Aan het einde van de middeleeuwen zetten ze naaldbomen in of voor hun huis, maar van een echte kerstboom kan pas in de vijftiende eeuw gesproken worden. Ook het branden van kaarsjes speelde een belangrijke rol in deze viering.

Het Germaanse midwinterfeest begon in de langste nacht van het jaar en duurde maar liefst twaalf nachten, wat precies overeenkomt met de tijd tussen het christelijke Kerst (25 december) en Driekoningen (6 januari). Daartussen vieren we tegenwoordig nog oud en nieuw. Hoewel men een dergelijke jaarkalender vroeger niet bijhield, zijn in onze hedendaagse gebruiken op 31 december nog wel sporen van oudere tradities terug te vinden. Vuur en lawaai werden van oudsher gezien als middelen om kwade geesten te verjagen, en de uitgebreide vuurwerkshows zijn tegenwoordig precies waar oudejaarsavond om bekendstaat. Ook het tegen elkaar klinken van de champagneglazen zou boze geesten uit de drank doen opschrikken en vluchten. Dus proost deze jaarwisseling maar eens extra goed, dan wacht je een nieuw jaar vol geluk en voorspoed!

Op deze tekening uit het boek ‘The Coming of Father Christmas’ uit 1894 zien we hulstversiering en een flinke kerstmaaltijd. Alleen de kerstboom ontbreekt. Collectie The British Library.

Tekst: Sarah Remmerts de Vries

Bronnen:

Publicatiedatum: 10/11/2022

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

3 reacties
  • elizabeth schreef:

    prachtig om over te lezen.de kerk heeft de heidense feesten ingeruild voor de christelijke feesten.in mijn droom werd gezegd door een Engel, dat de geboorte van de Here Jezus Christus op 15 januari was destijds.

  • Louise schreef:

    Nou, dat lijkt me niet helemaal de juiste formulering. De kerk heeft haar feesten “op” de (tijdstippen van )heidense feesten geplaatst; veel kenmerken en tradities van de heidense feesten bestaan immers nogen Christus, als je al in hem gelooft, is niet in de winter geboren.
    Een ander interessant weetje is, dat veel christelijke heilige plaatsen vaak bij de heidenen al heilige plaatsen waren , waar een godheid aanbeden werd…

  • Michel Maurice Serbruyns schreef:

    Aangezien de mensen zich op heel wat gebied, laten inspireren door de duivel, ben ik sterk van mening dat ze dat ook doen wat betreft de zogenaamde feesten die er plaats vinden.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.