Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Hippolytushoef

Bijzondere (bij)namen: Kop van Noord-Holland Vikinghelmen zonder hoorns Oorlogsherinneringen uit de Kroon van Holland De begraafplaats en de ‘Heidense Kapel’ van Stroe op Wieringen museumboerderij Jan Lont. Het museum is te danken aan de laatste bewoner die er het boerenbedrijf uitoefende, Jan Lont. Hij legde een verzameling voorwerpen aan die te maken hebben met leven en werken van de Wieringers">Wieringer Eilandmuseum Jan Lont Polder Waard-Nieuwland bij Wieringen Vikingschat van Westerklief Duitse kroonprins als hoefsmid Woalkes, krochtjes en rotgans Wierdijk bij de Hoelm Wester- en Oosterklief op Wieringen De Poepenbuurt op Wieringen Schaatsdrama op de Zuiderzee De laatste reis van Opie Pruimboom

Emigreren naar Australië: de familie Lont “in den Vreemde”

In de jaren vijftig en zestig verlieten veel Nederlandse families hun land om elders een nieuwe toekomst op te bouwen. Ze emigreerden naar Australië, Canada, de Verenigde Staten of Nieuw-Zeeland. Zo ook de familie Lont uit Hippolytushoef, die op 11 februari 1953 uit Amsterdam vertrok met de MV Fairsea. John Lont vertelt in dit verhaal over hun reis en aankomst op 18 maart 1953 in de haven van Melbourne.

>

Bijzondere (bij)namen: Kop van Noord-Holland

Noord-Holland kent veel plaatsen met bijzondere namen. Van sommige is de oorsprong snel vast te stellen, bij andere is het nodig om wat dieper te graven in het verleden. In deze serie verhalen onderzoeken we elke maand een andere regio van onze provincie, om achter de herkomst van de lokale plaatsnamen én bijnamen van de inwoners te komen. Deze maand: de Kop van Noord-Holland.

>

Vikinghelmen zonder hoorns

Dat de Vikingen Noord-Holland aandeden in de negende eeuw, daar kunnen we niet omheen. Ze lieten hun sporen achter in onze bodem en hun verhalen in onze geschiedenis. Maar sommige verhalen kloppen niet helemaal, want hoe kwamen die hoorns ooit op hun helmen terecht?

>

Oorlogsherinneringen uit de Kroon van Holland

‘Marten Snoodijk stond bekend als vreselijk anti-Duits. En hij was bepaald niet bang uitgevallen,’ herinnert Henk Cornelissen zich. De Wieringer kan zich de oorlog op het voormalige eiland nog scherp voor de geest halen. Marten had een fietsenmakerij in de Smidssteeg in Hippolytushoef, amper dertig meter van de Hoofdstraat vandaan. Daar klonk altijd Radio Oranje. ‘Dat was in de oorlog dus levensgevaarlijk. Als de Duitsers het hoorden was je de klos. Maar daar zat hij niet mee. Hij nam dat risico. Bewust.’

>

Wieringer Eilandmuseum Jan Lont

Aan de Stroeërweg in Stroe staat de museumboerderij Jan Lont. Het museum is te danken aan de laatste bewoner die er het boerenbedrijf uitoefende, Jan Lont. Hij legde een verzameling voorwerpen aan die te maken hebben met leven en werken van de Wieringers.

>

Polder Waard-Nieuwland bij Wieringen

De inpoldering van de waarden aan de zuidkant van Wieringen kent een lange voorgeschiedenis. Rond 1400 werd dit buitendijks land voor het eerst bedijkt. In 1502 liep het gewonnen land weer onder. Er werden nog enkele pogingen ondernomen, maar in 1683 gaf men het op.

>

Vikingschat van Westerklief

Lopend over Oosterklief merk je dat de weg iets stijgt. Het hele landschap glooit hier vriendelijk. Niets doet denken aan de barre tijd dat de woeste zee hier tegen de keileembulten aan bonkte. Zeeslag boetseerde de destijds steile kliffen van Wieringen. Van dat geweld zijn de Ooster- en Westerklief de zichtbare herinnering. Op deze relatief hoge plekken van het eiland was je het meest veilig. Wie verderop leefde, zocht bij wassend water graag de hoge kliffen op.

>

Duitse kroonprins als hoefsmid

Dat had kroonprins Wilhelm nooit gedacht. Dat hij als balling op een afgelegen eiland in de Waddenzee hoefijzers zou smeden. De playboy die in de Eerste Wereldoorlog liever achter de dames aan zat dan zijn troepen aan te voeren. Bij smid Luijt aan de Nieuwstraat in Hippolytushoef ging de kroonprins in de leer. Uit verveling.

>

Woalkes, krochtjes en rotgans

De Noorderbuurt leidt naar Noorderbuurt. Op Wieringen althans is dat het geval. De weg die van de vroegere quarantaine bij de Waddenzee naar Noorderbuurt loopt, heet ook Noorderbuurt. Langs de weg liggen de woalkes, zoals ze op Wieringen zeggen. Of ‘Tuunwoal’ zoals ze op Texel heten. Tuinwallen dus. Ze waren bij de ruilverkaveling van na de Tweede Wereldoorlog eigenlijk allemaal van Wieringen weggevaagd, maar zijn door vrijwilligers weer in ere hersteld.

>

Wierdijk bij de Hoelm

De kern van de dijk bij Hippolytushoef is een oude wierdijk. Wierdijken ontstaan als rond het jaar 1400 dijkenbouwers ertoe overgaan om de dijken te versterken met wierpakketten. Tot die tijd zijn de dijken eigenlijk niet meer dan aarden wallen, gemaakt van opgestapelde plaggen die onder het geweld van de immer beukende golven steeds weer afkalven. Om deze afslag tegen te gaan worden er pakketten gedroogd wier(zeegras) aan de zeekant voor de dijk geplaatst.

>

Wester- en Oosterklief op Wieringen

Het glooiende landschap van Wieringen wordt gekenmerkt door twee stuwwallen die 150.000 jaar geleden tijdens de voorlaatste ijstijd, het Saalien, werden gevormd. Deze stuwwallen bestaan uit keileem, keien, grind, zand en leem. Westerklief ligt aan de westzijde van een stuwwal, waar door erosie van de zee in de tijd dat Wieringen nog een eiland was, een klifkust was ontstaan. Zowel Westerklief als het iets oostelijker gelegen Oosterklief danken hun naam hieraan.

>

De Poepenbuurt op Wieringen

Geertje van Eerden-Kroon (1928-2009), een geboren en getogen Wieringse is opgegroeid in de Elftstraat in Hippolytushoef. Zij heeft enkele herinneringen aan haar jeugd opgeschreven in het Wieringer dialect en bij een bijzondere gelegenheid voorgedragen. De Elftstraat en omgeving heette vroeger in de volksmond de ‘Poepenbuurt’. Alles wat op Wieringen gebeurde en leefde lag Geertje nauw aan het hart.

>

Schaatsdrama op de Zuiderzee

Als Koning Winter met strenge hand regeerde, werd tante onrustig. ‘Ja kien,’ zei ze dan op z’n Wierings, ‘toen vroor het ook zo hard.’ Tante haalde de doos met krantenknipsels van zolder en vervolgens kwam het hele verhaal op tafel. Zo werd ik, aandachtig luisterend en nog maar een kind, deelgenoot van haar familiedrama waarbij vader, broer en opa omkwamen.

>

De laatste reis van Opie Pruimboom

Wie in Nederland spoedeisende hulp nodig heeft kan rekenen op de komst van een ambulance binnen twintig minuten. Honderd jaar geleden duurde de reis van de Wieringse eilandbewoonster Maartje Pruimboom naar het ziekenhuis in Alkmaar meer dan een halve dag. Maar, Maartje reisde anno 1918 wél met een destijds moderne ambulancekar.

>