Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Oorlogsherinneringen uit de Kroon van Holland

'Marten Snoodijk stond bekend als vreselijk anti-Duits. En hij was bepaald niet bang uitgevallen,' herinnert Henk Cornelissen zich. De Wieringer kan zich de oorlog op het voormalige eiland nog scherp voor de geest halen. Marten had een fietsenmakerij in de Smidssteeg in Hippolytushoef, amper dertig meter van de Hoofdstraat vandaan. Daar klonk altijd Radio Oranje. 'Dat was in de oorlog dus levensgevaarlijk. Als de Duitsers het hoorden was je de klos. Maar daar zat hij niet mee. Hij nam dat risico. Bewust.'

De risico’s van Marten

Marten nam in de oorlog meer risico’s. De Duitsers hadden springladingen onder bruggen geplaatst, zodat ze die konden laten ontploffen als de geallieerden oprukten. Marten ging ’s nachts in een bootje naar de brug bij de Van Ewijcksluis om de springladingen te vervangen door houten blokjes. Het was een riskante onderneming. Naast de brug stond een Duits hoofdkwartier en op de brug hielden de Duitsers 24 uur per dag de wacht. Toch slaagde Martens actie. Lang heeft hij er niet van kunnen genieten, Marten werd verraden en dook onder in de Wieringermeerpolder.

In het hoofdkantoor bij de sluis zat commandant Jurgen Hinrichsen, op Wieringen beter bekend als ‘Het Scheermes’. ‘Hij had een heel smal gezicht, van die hoekige kaken. Toen hij eens voorbijliep zei iemand: “Het is net een scheermes”,’ herinnert Henk zich. Die naam bleef. ‘Hij was verantwoordelijk voor westelijk Wieringen. Hij is de hele oorlog hier gebleven. Waarom weet ik niet, maar hij heeft nooit promotie gemaakt.’

Een verzamelkaart van Wieringen, met de Hoofdstraat te Hippolytushoef rechtsonderin. Onbekende fotograaf, Verzamelkaart Wieringen (1950). Beeld: Noord-Hollands Archief

Een nieuw hoofdkantoor

Henk heeft direct met Het Scheermes te maken gehad. ‘We woonden op Westerland, daar was mijn vader schoolhoofd. Eind april kwam Het Scheermes langsrijden op zijn motor. Die had hij gejat, geconfisqueerd noemden ze dat, van Jan Kooy. Hij stopte en belde aan. Dat was acht uur ’s morgens. Pa deed open en kreeg te horen dat we voor tienen weg moesten zijn.’ De Duitsers hadden een nieuw hoofdkwartier nodig. ‘Ze voelden de bui al hangen, de Engelsen werden sterker. En in dat vrijstaande pand bij die brug waren ze een makkelijk doelwit. Daarom kropen ze tussen de bevolking.’

Marten moest zijn onderduikadres in de Wieringermeer snel verlaten toen de Duitsers de polder onder water zetten. Hij wilde een boer uit de buurt helpen, maar werd bij een razzia alsnog opgepakt. De Duitsers brachten hem naar hun nieuwe hoofdkantoor: de woning van het gezin Cornelissen. ‘Dat heb ik tenminste later van onze achterbuurman gehoord,’ vertelt Henk. ‘Die zei: “Ik heb Marten gezien in jullie huis, hij zat in de badkamer. Hij heeft nog naar me gezwaaid.”‘

De brug bij de Van Ewijcksluis. J. Keuris jr., Dorpsgezicht Anna Paulowna met Van Ewijcksluis (1955). Beeld: Noord-Hollands Archief

Na de bevrijding

Een paar dagen later werd Nederland bevrijd en vertrokken de Duitse militairen via de Afsluitdijk naar Duitsland. Maar Marten was verdwenen. Zijn moeder ging de dag na zijn vermissing navraag doen bij de Duitse commandant in Westerland. Die verzekerde haar dat haar zoon spoedig thuis zou komen. Op 28 mei was er nog steeds geen spoor van Marten te bekennen, en zijn moeder schreef een hartverscheurende brief aan haar broer. Als politieagent in Rotterdam kon hij haar hopelijk helpen om haar zoon te vinden.

Ook het Bureau van Politieke Misdrijven kon rekenen op een brief. ‘Mijn zoon was al enige maanden in dienst van de ondergrondse, hij was aangesteld bij de knokploeg om de brug van de Van Ewijcksluis te bewaken,’ schreef ze. ‘Mijn lieve jongen is bij mij uit huis gegaan donderdagmorgen om half twaalf, 26 april en ik heb sedertdien nooit meer iets van hem vernomen.’ De brief maakt duidelijk hoe bang ze is voor het lot van haar zoon: ‘Hopende dat hij gevonden mag worden, wij zitten dag en nacht in spanning’.

Uiteindelijk wist Martens oom te zorgen voor het verlossende antwoord. Hij spoorde Het Scheermes, die op 8 mei was gearresteerd, op in de gevangenis van Alkmaar. De oom bracht Hinrichsen naar Wieringen, waar de commandant na veel mishandelingen door de politie bekende dat hij Snoodijk had vermoord. Dertig mensen uit Wieringen waren aanwezig bij het zoeken en opgraven van het lichaam van Marten. Hinrichsen en een handlanger hebben het lichaam van de Wieringer Lefgozer moeten opgraven en naar Hippolytushoef gebracht. Onderweg kregen de misdadigers de vreselijkste verwensingen naar hun hoofd geslingerd, en op het kerkhof incasseerden zij de nodige klappen.

De arrestatie te Wieringen op 8 mei 1945 van de Zoll-beambte Hinrichsen (bijnaam 'Scheermes') en de NSB'er Pakes. Beeld: Beeldbank WO2

De arrestatie te Wieringen op 8 mei 1945 van de Zoll-beambte Hinrichsen (bijnaam ‘Scheermes’) en de NSB’er Pakes. Beeld: Beeldbank WO2

‘Het zal toch niet het Scheermes wezen?’

Henks herinnering aan de confrontatie met commandant Jurgen Hinrichsen ontloopt de feiten die zijn vastgelegd op foto´s en in archieven. Henk vertelt: ‘Niemand wist waar Marten was. En toen zei iemand: “Het zal toch niet Het Scheermes wezen?” Die was met de andere Duitsers richting Friesland gelopen.’ Een groep Wieringers zette de achtervolging in en brachten Het Scheermes terug naar Hippolytushoef, waar ze hem in de gymzaal ‘een beetje hebben bewerkt’, zoals Henk het omschrijft. ‘Toen heeft hij toegegeven dat hij Marten had doodgemaakt.’ Vervolgens was Marten ergens langs de weg richting Den Helder begraven.

Marten krijgt een herbegrafenis op de begraafplaats Zandburen en ondanks economisch barre tijden wisten de Wieringers genoeg geld bijeen te brengen voor een grafmonument. Het is in de vorm van de brug bij de Van Ewijcksluis. Tegen Het Scheermes is in 1948 de doodstraf geëist. ‘De beklaagde zag er goed uit, keek met stekelige blikken rond en toonde geen sporen van berouw,’ schreef een verslaggever van de Wieringer Courant. De doodstraf kreeg hij niet. Het werd een gevangenisstraf en ergens in de jaren vijftig is hij de grens met Duitsland overgezet en verdwenen.

Het graf van Marten is in de vorm van de brug bij de Van Ewijcksluis. Marten Visser, Het graf van Marten Snoodijk op Zandburen (2014). Beeld: via gemeente Hollands Kroon

VrijheidNH

Ieder jaar gedenken we oorlogsslachtoffers en staan we stil bij het grote geluk om in vrijheid te kunnen leven. In 2017 is de Nationale Viering van de Bevrijding in Noord-Holland. Oneindig Noord-Holland maakt de verhalen en plaatsen van betekenis in tijden van oorlog en vrede, vrijheid en onvrijheid zichtbaar en tastbaar. De verhalen over vrijheid en onvrijheid in Noord-Holland vertellen kan alleen dankzij drie belangrijke opdrachtverstrekkers en partners: de Provincie Noord-Holland, het Nationaal Comité 4 en 5 mei en Bevrijdingspop Haarlem. Oneindig Noord-Holland verzamelt en bewaart zoveel mogelijk verhalen over vrijheid en onvrijheid voor de toekomst. Dit verhaal maakt onderdeel uit van deze campagne.

Bronnen

  • Marten Visser, ‘Marten Snoodijk: de dood van een Wieringer lefgozer’ (2014).
  • Historische Vereniging Wieringen, ‘Marten Pieter Snoodijk. Honderd jaar geleden geboren’ in: Op de Hòògte 3, 2014.

Publicatiedatum: 30/03/2017

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.