Vikingschat van Westerklief

Lopend over Oosterklief merk je dat de weg iets stijgt. Het hele landschap glooit hier vriendelijk. Niets doet denken aan de barre tijd dat de woeste zee hier tegen de keileembulten aan bonkte. Zeeslag boetseerde de destijds steile kliffen van Wieringen. Van dat geweld zijn de Ooster- en Westerklief de zichtbare herinnering. Op deze relatief hoge plekken van het eiland was je het meest veilig. Wie verderop leefde, zocht bij wassend water graag de hoge kliffen op.

2 min

Bij deze kliffen ontstonden de eerste plaatsjes van het eiland toen het zeeniveau zo hoog steeg, dat het omliggende moerassige land onder de golven verdween. Dat was in de twaalfde eeuw. Na de zoveelste stormvloed sloeg de vaste grond tussen Holland en Friesland volledig weg. De Zuiderzee ontstond, maar de kliffen van Wieringen hielden als rotsen de branding stand.

De bij Westerklief opgedoken Vikingschat. Beeldbank Rijksmuseum van Oudheden.

Plundertocht

Je zou het niet zeggen als je het vredige landschap bij Ooster- en Westerklief ziet, maar hier verbleven de wilde Vikingen. Met hun schepen waren deze mannen uit Scandinavië op strooptocht gekomen. Ze voeren naar allerlei streken en hielden er geweldig huis. Zo werd Antwerpen plat gebrand en ook in Frankrijk was men niet veilig voor de Vikingen. De Vikingen trokken over de grote rivieren diep het middeleeuwse Holland in. Het lijkt erop dat de Scandinaviërs op Wieringen een steunpunt hadden ingericht, voor hun roofexpedities.

De ‘Vikingschat van Westerklief’ in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden levert het bewijs dat de Vikingen op Wieringen zijn geweest. De kostbaarheden zijn in 1996 bij Westerklief opgedoken. Dankzij nieuwsgierige hobbyisten die met een metaaldetector deze omgeving doorzochten.

Oosterklief op Wieringen. Hier in de buurt begroeven de Vikingen hun geroofde schatten.

Sieraden en munten

De sieraden, zilverbaren en munten bleken zorgvuldig in potten van aardewerk te zijn opgeborgen. In de buurt kwamen nadien meer zilvermunten uit de bodem. Deskundigen dateren de vondsten uit de periode 850-880. Met elkaar weegt het opgegraven zilver ruim anderhalve kilo.

Wat nu de ‘Vikingschat van Westerklief’ heet, is eeuwen geleden vermoedelijk als roversbuit begraven door een volgeling van de (Deense) hoofdman Rorik. Deze Rorik maakte in de negende eeuw in delen van Friesland, Holland en Utrecht de dienst uit. En dat Vikingen hun veroverde kostbaarheden, zoals bij Westerklief, begroeven is niet zo vreemd. Dit was toen een gebruikelijke manier om de geroofde schatten tijdelijk veilig te bewaren.
Veilig is de vondst nu zeker, in de schatkamers van het Rijksmuseum van Oudheden.

Publicatiedatum: 17/04/2014

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.