
De archeologische opgravingen vonden plaats aan de Markerwaardweg in Opperdoes. Dankzij de vondsten weten we nu veel meer over het leven van West-Friese boeren in de late prehistorie. In de jaren 1980 hadden de archeologen helaas geen tijd om de resultaten verder uit te werken tot een leesbare rapportage. Gelukkig waren de veldtekeningen zeer nauwkeurig gemaakt en kon het onderzoek, 45 jaar later, alsnog worden uitgewerkt door archeoloog Wouter Roessingh van ADC ArcheoProjecten.

Veldwerk tijdens het onderzoek op één van de opgravingen in Opperdoes. Beeld via Huis van Hilde.
De publicatie ‘Opperdoes, een geliefde plek. Oud onderzoek, nieuwe resultaten: bewoning in de Bronstijd en IJzertijd.’ werd op 9 oktober gepresenteerd in Archeologiemuseum Huis van Hilde. Verschillende archeologen en auteurs vertelden in korte presentaties over de bijzondere ontdekkingen. De redactie van Oneindig Noord-Holland was erbij.

Presentatie van de publicatie in Huis van Hilde op 9 oktober 2024. Foto: Judith van Amelsvoort.
Leven met het water
Archeologen vonden in Opperdoes veel greppels, huisplaatsen, verkavelingen en resten van kuilen en waterputten. De sporen en archeologische vondsten dateren uit de Midden-Bronstijd (1800 – 1500 v.Chr.) tot de Late IJzertijd (200 – 12 v.Chr.). Hieruit blijkt dat dit gebied zo’n 1500 jaar aansluitend bewoond was.
Deze regio kende vanwege de invloed van het water ook flinke uitdagingen. Zo zijn er resten gevonden van greppelsystemen die waren aangelegd rondom boerderijen. Archeologen ontdekten dat deze greppels langere tijd zijn onderhouden. Opperdoes was toentertijd omgeven door meren en moerassen. De greppels zorgden ervoor dat de bewoners hun voetjes in huis droog hielden. Waarschijnlijk hebben de boerderijen hierom ook op een verhoging gestaan.
De belangrijkste vorm van reizen in de prehistorie was over water, en wel met een ‘boomstamboot’. Deze term gebruiken archeologen liever dan ‘boomstamkano’, aangezien het een betere beschrijving geeft van de mogelijkheden van het vaartuig. Alleen al in Nederland zijn er uit de prehistorie acht boomstamboten teruggevonden. Onlangs is er nog een boomstamboot uit de IJzertijd gevonden bij een basisschool in Esch (Brabant). Als we uitgaan van stilstaand water ging zo’n boot met een snelheid van 5 km per uur. Omgerekend konden de prehistorische bewoners van Opperdoes met vier uur varen op Wieringen zijn. De boomstamboten werden gebruikt om diverse spullen en materialen te importeren uit andere plaatsen. Zoals de stenen werktuigen en zware maalstenen die zijn teruggevonden in de nederzettingen.

Foto: Judith van Amelsvoort, 2024.
Oudste boerderijplattegrond uit West-Friesland
In Opperdoes-Zuid werd een huisplattegrond van een ruim 20 meter lange boerderij ontdekt. De plattegrond stamt uit de Midden-Bronstijd (omstreeks 1700 v. Chr.) en is daarmee de oudste plattegrond die tot nu toe is gevonden in West-Friesland. In zo’n grote boerderij leefden de bewoners onder één dak met hun vee. Mensen leefden van de akkerbouw, veeteelt maar ook van de jacht. Er zijn daarom veel runderbotten gevonden, maar ook resten van herten en elanden. Een bijzondere vondst waren de twee onderkaken en een tand uit de bovenkaak van een bruine beer.

Vitrine in Huis van Hilde met archeologische vondsten uit Opperdoes. Foto: Judith van Amelsvoort, 2024.
Waterputten, greppels en opslagschuren
In diepe waterputten, kuilen en nabijgelegen sloten is er veel aardewerk en ander nederzettingsafval uit de Vroege IJzertijd (800-500 v. Chr.) gevonden. De soms nog complete potten zijn herkenbaar aan hun hoge ronde hals en mooi gepolijste buitenkant. Aan de hand van het gevonden aardewerk konden archeologen de locatie goed dateren.
Van het historische landschap wat er ooit in Opperdoes was, vinden archeologen alleen streepjes ofwel greppels terug. Deze greppels gaan kriskras door weilanden en akkers heen. Dit zijn de plekken waar de ploeg de grond is ingesneden. Op deze prehistorische akkers zijn enorm veel vondsten gedaan, met name uit de Late IJzertijd (200-12 v. Chr).
Naast de vele greppels, zijn er ook resten gevonden van opslagschuren. Deze zogenaamde ‘spiekers’ zijn herkenbaar aan de vier tot zes palen waar ze op stonden. Hierin kon de oogst worden opgeslagen, zo was het voedsel veilig opgeborgen tegen muizen en vocht. Veel van deze schuren zullen op het erf hebben gestaan, maar op basis van het onderzoek zijn enkele ‘spiekers’ ook voor of na de bewoning van de boerderijen te dateren.

Vitrine in Huis van Hilde met archeologische vondsten uit Opperdoes. Foto: Judith van Amelsvoort, 2024.
Bewoningsgeschiedenis
De prehistorische gemeenschap in Opperdoes bestond uit één tot drie boerderijen, waar mensen een aantal generaties hebben gewoond. Zij hebben het landschap op grote schaal verkaveld met greppels en akkers. De grafheuvel uit de Midden-Bronstijd (1800 – 1500 v.Chr.) in Opperdoes Zuid is nog een stille getuige van hun aanwezigheid.
In dezelfde regio zijn de resten teruggevonden van twee boerderijen uit het jaar 1000 en 800 v. Chr. Het zouden uiteindelijk de mensen van Wieringen en Texel zijn die in de Vroege IJzertijd (800-500 v. Chr.) naar Opperdoes trekken. Dit kan worden afgeleid uit de resten van aardewerk. Uit deze periode werden vele kuilen en diepe waterputten op de terreinen gevonden. Hierna bleef het gebied lange tijd onbewoond, zeer waarschijnlijk omdat de omgeving te nat was. Pas rond 200 v. Chr vestigen er zich weer mensen.

Impressie van één van de erven uit de Late IJzertijd in Opperdoes-Zuid. Illustratie: Mikko Kriek, BCL Archaeological Support. Beeld via Huis van Hilde.
In Archeologiemuseum Huis van Hilde zijn drie vitrines ingericht met een selectie van vondsten uit Opperdoes. De omvangrijke publicatie ‘Opperdoes, een geliefde plek. Oud onderzoek, nieuwe resultaten: bewoning in de Bronstijd en IJzertijd.’ is verkrijgbaar in de museumwinkel en online te raadplegen via de website van de Provincie Noord-Holland.
Auteur: Judith van Amelsvoort
Publicatiedatum: 24/10/2024
Vul deze informatie aan of geef een reactie.