Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

De bruine kroeg is vooral ‘een kabbelende troost’

Bruine kroegen in Amsterdam fungeren vaak als een tweede huiskamer, waar je met wildvreemden een praatje kunt maken. En als ze dan ook nog gekookte eitjes op de bar hebben staan, en zelf hun gehaktballetjes draaien, dan kan er niks meer misgaan.

Toen de Amsterdamse PvdA aankondigde dat ze een boek over hoofdstedelijke bruine kroegen hadden gemaakt, omdat ze dit soort plekken belangrijk vinden voor de sociale cohesie, dachten we in eerste instantie aan een handzame brochure. Want de PvdA is een politieke partij en geen uitgeverij. Maar toen we een bespreekexemplaar mochten ophalen in het partijkantoor, kregen we een prachtig vormgegeven, vuistdikke ‘bijbel’ van 446 pagina’s in handen gedrukt.

Foto: Aron Wesseling

Solidariteit

Wat is een bruine kroeg eigenlijk? In het voorwoord schrijft Lian Heinhuis, fractievoorzitter PvdA Amsterdams, dat bruine kroegen plekken zijn waar mensen met verschillende achtergrond elkaar leren kennen en begrip voor elkaars situatie krijgen, waarna er misschien iets ontstaat als verbondenheid en solidariteit. En dat laatste staat bij de sociaal-democraten hoog in het vaandel.

Heinhuis vindt dat bruine kroegen beschermd moeten worden, want al te vaak zorgt ‘verpoening’ er voor dat die plekken steeds vaker verdwijnen. Gelukkig blijkt uit het kroegenboek dat veel eigenaren van een bruine kroeg hun horecagelegenheid niet voor de hoogste prijs verkopen, maar hun tent desnoods voor iets minder van de hand doen als ze maar zeker weten dat het interieur en het karakter behouden blijft.

Foto: Aron Wesseling

In Café De Zwart, Spuistraat 334, kun je op je gemak een krantje lezen. Foto: Aron Wesseling

Donker en bruin

Het kroegenboek heeft een prettig zacht aanvoelende, harde kaft, met op de omslag de afbeelding van een tafelkleedje zoals je in een oude kroegen nog wel eens aantreft. Het is rijkelijk gelardeerd met sfeervolle foto’s, die net zo donker en bruin zijn als de kroegen die worden beschreven . Er worden twintig bruine kroegen geportretteerd, van de in totaal 55 bruine kroegen die de samenstellers in de hoofdstad hebben gedetecteerd.

Het kroegenboek begint met een portretje van voormalig journalistencafé Hesp, dat al sinds 1890 aan de Amstel staat en uitkijkt op de Berlagebrug. Het is zo’n kroeg met een houten vloer die zo lekker doorveert. En het is de stamkroeg van Henk Schiffmacher, u weet wel, van die tattoos. Achter ‘zijn’ tafeltje hangt een bordje met het verzoek om ‘op te springen en plaats te maken als Schiffmacher binnenkomt.’ Dat is natuurlijk een geintje, maar hij is er bijna elke namiddag wel te vinden, met een vast clubje drinkmaatjes, van advocaat tot marktkoopman. ‘Je komt van hele andere werelden,’ zegt Schiffmacher, ‘maar hier drinken we allemaal een biertje met elkaar en is het allemaal goed.’

Café De Rooseboom, Veltmanstraat 56, waar je nog kunt biljarten. Foto: Aron Wesseling

Biljart

Volgende stop op de kroegentocht is café Van Wou op de hoek van Ceintuurbaan en Van Woustraat, niet ver van de Albert Cuypmarkt. Je tref er een mix van ‘marktlui, buurtbewoners en biljarters’. Ja, dat biljart is wel een dingetje. Eigenlijk is het een sta-in-de-weg, die ook nog weinig geld oplevert, maar eigenaresse Mirella vindt dat zo’n biljart in een Amsterdamse kroeg thuishoort. ‘Biljart, dat is Amsterdamse cultuur, daar komt nog een oude Amsterdammer op af.’

Voor Mirella is een èchte Amsterdamse, bruine kroeg een plek waar iedereen zich thuis voelt. “Dus niet alleen de chique advocaat, de toerist of de lesbische vrouw, maar iedereen. Bij mij komt ook van alles: van druktemakers tot rustige mensen, jong, oud, man, vrouw, Amsterdammers, provincialen, buitenlanders.’ Die ongedwongen sfeer, daar gaat ze voor.

Filosoof Hans Schnitzler, die de auteurs spreken in Café Krom in de Utrechtsestraat, heeft zelfs een boek gewijd aan de ‘Filosofie van de kroeg.’ Hij omschrijft de bruine kroeg als ‘een kabbelende troost, een plek waar je dagelijkse sores even wegvallen.’

Foto: Aron Wesseling

Aan een kelkje nippen

Mirella runt drie café’s, waaronder café Bouwman, waar Ajaxieden zich regelmatig verzamelen om samen naar wedstrijden te kijken. Als je daar niets van moet hebben, ga je gewoon naar café Welling in de deftige Museumpleinbuurt. Daar mag het intellectuele type, oftewel de liefhebber van kunst en cultuur, graag aan een kelkje nippen. En draaien ze geen muziek, wat de kans op een goed gesprek vergroot.

Na een paar café’s  in West en Nieuw-West te hebben bezocht, nemen de auteurs de pont naar Noord, waar ze een bezoek brengen aan een uniek café, dat is gevestigd in een pand uit 1565:  ’t Sluisje aan de Nieuwendammerdijk. Zo oud is het café niet, want dat werd ‘pas’ in 1904 geopend, maar in 2016 vond de uitbatende familie het welletjes en dreigde ’t Sluisje ten onder te gaan. Stamgasten vonden dat maar niks, kwamen in actie en richtten een coöperatie op, die het pand kocht. Contractueel werd vastgelegd dat er niks aan het interieur veranderd mag worden. En dat is aardig gelukt, want een klant vertelde laatst dat hij hier in zestig jaar niet meer was geweest, en dat alles nog steeds hetzelfde was. In de wereld van de bruine kroegen is dat een compliment.

Foto: Aron Wesseling

Vegan kaas

De buurt rondom ’t Sluisje mag de laatste jaren dan flink veranderd zijn, maar als je ‘vegan kaas met zuurdesem’ wilt bestellen, neem je maar een taxi naar de andere kant van het IJ.  Er zijn grenzen in een bruine kroeg, maar van een strijd tussen oude en nieuwe Noorderlingen wil uitbater Maaike niks weten. Ze komen allemaal naar de kerstavond, met poffertjes, warme chocolademelk en glühwein. ‘Mensen voelen zich echt thuis hier, het is een soort extra huiskamer.’

Oh ja, en van tradities houden ze in Noord ook wel. Zo hangt er in het café een kastje met tabakspijpen van het ‘Bazenbondje’ dat in 1905 werd opgericht door ondernemers uit Noord om elkaar te ondersteunen, in een tijd dat er nog geen uitkeringen waren. Sinds de jaren tachtig heeft de vereniging niks meer uitgekeerd, maar de leden vergaderen nog steeds in ’t Sluisje. Dan roken ze stiekem een pijp en spelen ze op het biljart, dat speciaal voor die gelegenheid uit de kelder wordt gehaald.

Café Hesp, Weesperzijde 130-131, waar de houten vloer zo heerlijk doorveert. Foto: Aron Wesseling

’t Mandje

Van tradities houden ze ook in café ’t Mandje op de Zeedijk, dat ooit werd uitgebaat door de legendarische Bet van Beeren. Zij begon het oudste ‘queervriendelijke’ café van de stad. Er liggen tapijtjes op de tafel en aan het plafond hangen stropdassen. Dat zit zó: Bet wilde dat mensen een souvenir achter lieten en als je geen souvenir had, liep je de kans dat je stropdas er af werd geknipt. Kortom, als je al een stropdas draagt, kun je die beter thuislaten als je een bezoek wilt brengen aan ’t Mandje, dat nu overigens een tijdje dicht is wegens verbouwing. Uitbater Guido verzekert echter dat ‘t Mandje, als het aan hem ligt, ‘de komende honderd jaar hetzelfde blijft zoals het nu is.’

Wie van smartlappen en Jordanese krakers houdt, moet beslist een kijkje nemen in het oudste danscafé van Amsterdam: De Twee Zwaantjes aan de Prinsengracht 114. Het café ging in 1921 van start, maar sinds 1800 zit hier al een drinkgelegenheid. Het is een echt feestcafé, want de avond is pas compleet ‘als er minimaal één keer een polonaise is gelopen.’

Café De Druif, Rapenburgerplein 83, heeft ook gekookte eitjes op de tap staan. Foto: Aron Wesseling

Ouwehoeren

Maar wat is nou de oudste kroeg van Amsterdam? Verschillende café’s dachten dat te zijn, maar sinds Maarten Hell er onderzoek naar deed, komt die eer toe aan De Drie Fleschjes, want dit achter De Nieuwe Kerk verscholen proeflokaal stamt uit 1619. Jerney Adriaens is er al 14 jaar stamgast. ‘Je hoeft niet per se met vrienden te komen,’ zegt ze, ‘omdat iedereen met elkaar ouwehoert.’

Volgens haar staat de tijd in dit café eigenlijk een beetje stil, maar dat vindt ze wel fijn, want dan kan ze even de drukte en de chaos van het dagelijks leven ontvluchten. En laten we wel wezen, waar in de stad vindt je nog ‘drankorgels’? Drankorgels zijn vaten die je als vaste gast kunt huren om je lege fles mee te vullen. Maar voordat u zich nu met een lege fles naar De Drie Fleschjes spoedt: er is een wachtlijst en alleen vaste klanten komen er voor in aanmerking. Maar als je dan eindelijk zo’n vat krijgt toegewezen, komt je naam er wel op te staan en krijg je ook nog de sleutel van je hangslotje. Volgens Jenny ontstaan er wel eens leuke gesprekken met nieuwe gasten die het ritueel aanschouwen als ze haar kannetje vult, maar dat weigeren we te geloven. Die nieuwe klanten houden zich misschien groot, maar reken maar dat ze thuis groen van jaloezie in het kussen bijten.

De pijpenkast van Café ’t Sluisje aan de Nieuwendammerdijk 297. Foto: Aron Wesseling

De Hel van Weesp

Natuurlijk nemen de kroeglopers ook even een kijkje in Weesp, want dat behoort sinds 2022 tot de gemeente Amsterdam. En zo kwamen ze uit bij een aan de Vecht gelegen café dat al sinds 1880 bestaat en naar de wonderlijke naam ’t Helletje luistert.  Eigenaar Pieter legt graag uit hoe die naam is ontstaan. ‘Deze bocht van de Vecht, vroeger echt een snelstromende rivier, was bijna 180 graden. De schepen die stroomafwaarts kwamen, met wind mee, kregen zo opeens wind tegen, met alle gevolgen van dien. Dus deze bocht werd ook wel ‘De Hel van Weesp’ genoemd. Maar verder is het gewoon een naampje; de klanten blijven er echt niet om weg.

Foto: Aron Wesseling

Scheltema

We eindigen dit verhaal met café Scheltema aan de Nieuwezijds Voorburgwal, eertijds een beroemd journalistencafé. Het ligt achter het Paleis op de Dam. Stamgast Laurens Vis, die in Londen, Tokio en Zürich woonde, is altijd blij als hij, eenmaal weer terug in Amsterdam, een bruin café als Scheltema binnen kan stappen. ‘Dan weet je dat de mensen binnen openstaan voor sociaal contact. Je kan met iedereen een praatje maken en je leven buiten het café doet er niet toe. Dat maakt de sfeer van de bruine kroeg zo uniek en in een wereld waarin het steeds belangrijker lijkt te worden wat je verdient en wat je status is, is het ongelofelijk belangrijk dat deze plekken blijven bestaan.’

Omslag van het besproken boek. Foto: Aron Wesseling

‘Kroeglopen, langs de huiskamers van de stad’ is geschreven door Awi Groen en Sophie de Rijk, terwijl Aron Wesseling de foto’s maakte. Het boek is via deze link tegen kostprijs, oftewel € 15,-,  te koop.

Auteur: Arnoud van Soest

Publicatiedatum: 07/11/2024

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.