2 min

Naast de uitspanningen trof je gewoonlijk tapperijen en eetgelegenheden aan, smederijen en wagenmakerijen, maar ook melkschenkerijen (kattenkroeg genaamd). Dat allemaal ten behoeve van het doorreizend publiek. Al in het midden van de achttiende eeuw wisten reizigers dat je hier in Duivendrecht een wijntapperij annex kolfbaan kon aantreffen. Kolven was namelijk een populaire sport. De tapperij droeg destijds de naam De Katuil. Deze naam kan met de scheepvaart te maken hebben die via Amstel en Weespertrekvaart deze buurtschap raakte, maar kan ook verwijzen naar een belegeringswerktuig.

Bondscafé in Duivendrecht. Het bondscafé aan wat toen de Duivendrechtse Laan heette en thans Rijksstraatweg. De foto dateert van rond 1910. Beeld: Archief Stichting Oud-Duivendrecht.

De Katuil

Misschien nog aannemelijker – in elk geval interessanter – is de verklaring dat kerkuilen die aan de overkant zaten en die geen oorpluimpjes hadden niet konden horen, maar natuurlijk wel als ze kattenoortjes hadden. Katuil, de kerkuil die kan horen. Schuin tegenover de uitspanning stond een kapelletje. Deze kapel aan de Rijksstraatweg groeide uit tot de imposante Sint Urbanuskerk. Als de boeren uit de omtrek ter kerke gingen, stalden zij hun paarden en koetsen bij de Katuil. En tot 1944 vergaderde het polderbestuur van de Groot Duivendrechtse Polder hier regelmatig.

Napoleon rijdt langs

De Rijksstraatweg, die overigens tot 1923 Duivendrechtse Laan heette, vormde een van de belangrijkste routes van Amsterdam via Abcoude naar Utrecht. Ook keizer Napoleon reed hier met zijn gevolg langs op weg naar Amsterdam. Hij passeerde dus een voorloper van café Lotgenoten. Wie weet heeft hij er wel een glaasje gedronken. Het etablissement in de tijd van Napoleon zal zeker een andere naam gedragen hebben, want behalve De Katuil heeft het ooit De Jonge Prins geheten. En soms droeg het café de naam van de eigenaar. Zoals nu, zij het met een knipoog. Lotgenoten aan de Rijksstraatweg 215 wordt namelijk bewoond en geëxploiteerd door de familie Lotte.

Auteur: Jo Blom

Publicatiedatum: 26/04/2011