In het monumentale stadhuis van Weesp worden we ontvangen door conservator Suzanne Veldink, die vijftig jaar historie in één tentoonstelling heeft gevat. ‘De verjaardag van het museum wordt gemarkeerd door een grote schenking van achttiende-eeuws porselein in 1974,’ begint Veldink. ‘Het was het vroegste Weesper porselein in Nederland. Daarmee kon de oudheidkamer een écht museum worden.’ De tentoonstelling staat stil bij deze bijzondere gebeurtenis, maar kijkt ook verder: ‘Wat is er de afgelopen vijftig jaar nog meer geschonken aan het museum? Door wie en waarom?’
Veldink is in het voorjaar begonnen aan het maken van de tentoonstelling. Daarvoor dook ze diep in de eigen collectie van het museum. Hieruit koos ze vijftig objecten, voor elk bestaansjaar één, waarmee ze het verhaal van het museum vertelt. ‘Het zijn allemaal objecten die nog weinig getoond zijn, met overal de verhalen van de schenkers erbij. Daardoor wordt de historie van het museum ook het persoonlijke verhaal van de inwoners van Weesp.’ Museum Weesp heeft namelijk geen eigen aankoopbudget, dus is afhankelijk van giften. ‘Zo wordt de band tussen het museum en de stad heel duidelijk.’
Lange porseleintraditie
Het verhaal begint natuurlijk met die eerste schenking van Weesper porselein. Een breekbare koffiekan met gouden randjes en een voorstelling van achttiende-eeuwse figuren vertegenwoordigt de omvangrijke porseleincollectie van het museum. Deze verzameling werd in 1974 geschonken door Ferdinand baron Van Heeckeren van Waliën. Als nazaat van de graaf van Gronsveld-van Diepenbroick-Impel, die in 1759 de Weesper porseleinfabriek had opgericht, voelde hij een bijzondere band met de stad. Hij hoopte dat het museum dankzij zijn schenking zou uitgroeien tot ‘een levend instituut’.
Het koffiekannetje staat naast een bronzen buste van dokter Ruurd Sjoerdz, die toch eigenlijk wel de vader van het museum genoemd mag worden. In de jaren zeventig was hij de voorzitter van de museumcommissie in Weesp en wist hij de porseleincollectie van baron Van Heeckeren van Waliën veilig te stellen. Als dank noemde hij de tentoonstellingsruimte tegenover de porseleinkamer naar de baron. Daar is op dit moment de tentoonstelling EverGlaze te zien van HKU-student Roos Op Ten Berg. Een jonge maker die zo ook een plekje krijgt binnen de lange porseleintraditie van Weesp.
Een zoet verleden
Porselein mag dan een belangrijk onderdeel van het museum vormen, de grootste collectie bestaat toch echt uit objecten van Van Houten Cacao. Dat is niet heel verwonderlijk, aangezien de stad vroeger cacao ademde. Geen enkele andere industrie heeft zo zijn stempel op Weesp gedrukt als de chocolade. Zeker de helft van de gebouwen langs de Oude Gracht waren in de negentiende eeuw fabriekspanden of pakhuizen van Van Houten. Omdat veel oude Weespers nog warme herinneringen koesteren aan hun werktijd bij de chocoladegigant, is het ‘een dankbaar en geliefd onderwerp voor bezoekers’, aldus Veldink.
Het museum krijgt nog geregeld oude cacaoblikken, hagelslagdoosjes en allerlei soorten reclame-uitingen van Van Houten. Soms zelfs met de originele inhoud er nog in, zoals een onaangebroken chocoladeletter uit 1965. ‘Onbegrijpelijk,’ vindt Veldink het, ‘zoiets eet je toch meteen op?’ Maar dankzij deze schenkingen kan Museum Weesp wel een goed overzicht geven van de geschiedenis van het bedrijf. Van de producten die er werden gemaakt tot de reclame die werd uitgedragen. Van Houten besteedde namelijk véél geld aan promotie, zo getuigt een zaal vol kleurrijke reclameposters naast de tentoonstelling.
Mooi van lelijkheid
Maar het is niet alleen porselein en chocola wat de klok slaat. De schenkingen die het museum de afgelopen vijftig jaar heeft gekregen, lopen sterk uiteen. Van grote giften, zoals een zeventiende-eeuws schilderij van de vier evangelisten door burgemeester Gijsbert Jansz. Sibilla, tot een mini-vouwfiets van de Weesper Magneet fabriek. Een aparte categorie vormen de sport- en verenigingsbekers, die Veldink ‘mooi van lelijkheid’ noemt. En inderdaad, een blauw geschilderd herdenkingsbord voor het Internationaal Koorfestival van 1993 zouden niet veel mensen graag boven hun bank hangen. Maar ze mogen dan niet allemaal even fraai zijn, de verzameling borden, bekers en kransen vertelt wél een interessant verhaal over het verenigingsleven in Weesp.
Veldink pauzeert even bij het mandje en mutsje van Antonia (‘Toontje’) van Rumpt, in de vitrine naast de sportbekers. Op de foto die erbij staat, zien we een bejaarde vrouw met een bos bloemen op de trappen van het stadhuis. ‘Antonia was in 1922 de eerste vrouw in Weesp die gebruikmaakte van haar stemrecht. En misschien ook wel de oudste, ze was toen al 84 jaar. Na het stemmen kreeg ze een bos rozen van de burgemeester.’ Het was een mijlpaal voor vrouwen in de stad, daarom zijn de mand en muts die ze op de foto draagt in 1994 door een familielid aan het museum geschonken. ‘Dit zijn toch wel mijn lievelingsobjecten,’ vertelt de conservator glimlachend.
Amateurs en professionals
Wat verder de aandacht trekt, is een gigantisch olieverfschilderij van de Slijkstraat uit 1915. Over de maker, F.W. van de Beek, is weinig meer bekend dan zijn naam en het feit dat hij als knecht werkte voor de familie Plaat. Het was duidelijk een hobbyschilder, die het straatje schilderde naar een foto. Omdat de foto langwerpig was en het doek vierkant, moest Van de Beek de compositie een beetje in elkaar drukken. Het levert een vreemd beeld op, met een achttal starende figuren in een verder lege straat. Veldink vraagt zich hardop af waarom de schilder voor zo’n groot doek gekozen heeft, zeker als het schilderen duidelijk slechts een hobby voor hem was. Maar een grappig tijdsbeeld geeft het wel.
Even verderop hangt nog zo’n groot voorwerp, maar deze is van glas gemaakt. Het is een jubileumraam voor Margarinefabriek De Valk uit 1952. Weer zo’n bekende industrie uit Weesp. Het raam verbeeldt als een stripverhaal de verschillende stappen in het productieproces van margarine, naar een ontwerp van Floris Meydam. Bijzonder is dat de fabriek vroeger ook koosjere margarine maakte, speciaal voor Joodse mensen die zich aan de strenge spijswetten hielden. Deze margarine werd alleen op maandagen geproduceerd onder toeziend oog van een rabbijn. In oktober 2009 brandde de margarinefabriek af. Gelukkig bevond het jubileumraam zich toen al bijna dertig jaar in de collectie van Museum Weesp.
Startpunt van een dagje Weesp
Wie even de tijd heeft, kan nog lang slenteren langs de vitrines met stukjes uit het industriële, culinaire en archeologische verleden van Weesp. De tentoonstelling in de oude Kerspelkamer, waar vroeger het bestuur van Weesperkarspel vergaderde, is nog tot het einde van 2025 te zien. Museum Weesp is van dinsdag tot en met zondag de hele middag geopend voor bezoek. En daarna kun je, hup, de stad in voor een Weesper mop en een glas Weesper jenever.
Kijk voor meer informatie over openingstijden en toegangsprijzen op museumweesp.nl.
Tekst: Sarah Remmerts de Vries. Met dank aan conservator Suzanne Veldink.
Omslagfoto: F.W. van de Beek, De Slijkstraat te Weesp, 1915. Collectie Museum Weesp. Foto: Sarah Remmerts de Vries.
Publicatiedatum: 04/11/2024
Vul deze informatie aan of geef een reactie.