Steenovens en kloostermoppen
De steenovens of veldbrandovens zijn gebruikt voor het bakken van de zogenaamde kloostermoppen of kloosterstenen. Kloostermoppen zijn middeleeuwse bakstenen. Ze zijn een stuk groter dan de huidige baksteen en ze werden vooral gebruikt in kloosters, kerken en kastelen. Sommige huizen werden ook gebouwd van kloostermoppen, maar omdat ze erg duur waren werd er nog vooral met hout gebouwd.
Het bakken van de stenen
De stenen werden in de veldbrandovens gebakken. In één bakbeurt konden zo’n 75.000 stenen gebakken worden. Het bakken van de stenen was een grote klus. De stenen werden eerst met de hand gevormd, daarna werden ze te drogen gelegd omdat de stenen anders in de oven zouden barsten. Vervolgens werden de stenen gestapeld en werd er hout in de stookgangen gelegd en aangestoken. Het bakken van de stenen nam soms vele weken in beslag. Na het bakken konden de stenen worden vervoerd naar de plek waar ze nodig waren voor de bouw.
Kleiputten / dagputten
De kleiwinputten werden gebruikt voor het winnen van de klei die nodig was voor het maken van de stenen. De putten in Noord-Holland zijn van voor 1421. Dat vergroot de mogelijkheid dat er werd gebakken voor het kasteel van Brederode of de kerk van Velsen. De putten voor de kleiwinning waren zeer waarschijnlijk dagputten, omdat de putten zo groot waren dat een man of twee ze op één dag kon graven. De volgende dag stond de net gegraven put meestal weer onder water en kon men opnieuw beginnen…
Publicatiedatum: 05/07/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.