Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

UNESCO Werelderfgoed

In de provincie Noord-Holland liggen vier erfgoederen van wereldformaat: De Stelling van Amsterdam, Droogmakerij de Beemster en de Grachtengordel Amsterdam. Op het oog lijken deze UNESCO werelderfgoederen heel verschillend. Toch hebben zij veel gemeen. Ze vertellen het verhaal over de eeuwenlange strijd tegen het water, het ontstaan van een burgersamenleving in de Gouden Eeuw en de Hollandse traditie om ons land te ontwerpen.

Het vierde werelderfgoed, de Waddenzee, is als natuurgebied uniek in de wereld. Het is het grootste ononderbroken getijdensysteem van zandbanken en modderstromen op aarde.

Verhalen

Fort Werk IV in Bussum

Fort Werk IV is een uniek fort binnen de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het is een fort zonder water. Toch maakt Fort Werk IV deel uit van de Waterlinie. Hoe kan dit? Fort Werk IV is een voorwerk van het zogenoemde 'Offensief voor Naarden'. Naarden Vesting ligt met de voeten aan de uitlopers van de hoge zandgronden en bleef, ondanks verschillende maatregelen, een zwakke plek in de waterlinie. Daarom werd besloten om in de periode van 1868 tot 1870 een kring van 'werken' rond Naarden aan te leggen. Vier van de vijf voornamelijk aarden werken zijn inmiddels verdwenen. Het hoofdwerk, Fort Werk IV, is wel bewaard gebleven.

>

De Vesting Weesp en de waterlinie

Weesp behoorde tot zowel de Oude als de Nieuwe Hollandse Waterlinie, maar werd in 1901 aan de Stelling van Amsterdam toegevoegd. De middeleeuwse stadsmuren waren vanaf 1672 vervangen door heuse vestingwerken. En ook een drie kilometer zuidoostelijk gelegen schans werd toen gemoderniseerd tot het Fort Uitermeer. De ontwikkeling van het geschut maakte dat zowel op Fort Uitermeer (1845) als in de Vesting Weesp (1861, Fort aan de Ossenmarkt) een torenfort werd gebouwd om het geschut veilig  te kunnen opstellen.

>

Muizenfort in Muiden

Het Muizenfort, gebouw C, werd in 1874 gebouwd van baksteen, zoals valt te lezen op de gevelsteen boven de ingang. Het gebouw was bedoeld om de ingang van de vesting Muiden via de Noordpolderweg en de Zuidpolderweg te bewaken. Er bevinden zich kazematten met schietgaten aan beide zijden van het gebouw. Het fort werd gemobiliseerd in 1914-1918 en in 1939-1940, maar er is nooit echt gevochten.

>

De roemruchte geschiedenis van bankgebouw De Bazel

Het grote gebouw Vijzelstraat 32 werd tussen 1919 en 1926 gebouwd als hoofdkantoor voor de Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM). Het werd ontworpen door architect Karel de Bazel (1869-1923), in samenwerking met Dolf van Gendt (1870-1932), huisarchitect van de NHM, die onder andere het betonskelet van het gebouw ontwierp. Na het overlijden van De Bazel werd het werk voortgezet door zijn chef de bureau C. van der Linde. Het gebouw geldt als het hoogtepunt in het oeuvre van De Bazel.

>

Levend verleden in het Grachtenmuseum

Een tafel waar zich als vanzelf kaarten uitvouwen. Stadsuitbreidingplannen die als door een onzichtbare hand worden opgetekend. Een grachtenpand in poppenhuisformaat waarin echte mensen lijken te leven. Op dynamische wijze toont een nieuw museum in Amsterdam de geschiedenis van de grachtengordel.

>

Betje Wolff: vrijzinnig schrijfster in de Beemster

Elizabeth Bekker (1738-1804) beter bekend als Betje Wolff, kwam uit een calvinistische koopmansfamilie in Vlissingen. Op haar zeventiende werd ze geschaakt door een militair, wat beide geliefden duur is komen te staan. Betje wordt 'onder censuur' gesteld, de vaandrig vlucht naar Oost-Indië. Geminacht door haar familie komt ze in een sociaal isolement terecht. Door haar huwelijk met een eenendertig jaar oudere dominee uit de Beemster ziet Elizabeth kans haar benauwde leefomgeving te ontvluchten. Vanuit haar schrijfkamer op zolder bestookt zij de bekrompen Hollandse samenleving van die tijd met progressieve teksten.

>

Dagelijks leven op stolpboerderij Het Rookhol

We lezen:  "22 Koeijen, 6 veersen, 5 kalveren, 2 paarden, 31 schaapen en een partij eenden en hennen", dat was in 1758 de levende have van boerderij 'Het Rookhol' aan de Rijperweg in de Beemster, na het overlijden van boer Pieter Moerbuijk.

>

Fort bij Hoofddorp

Bij een vijandelijke aanval lag Hoofddorp veilig achter de Geniedijk. Alleen waar de Hoofdvaart de Geniedijk doorsneed zat een bres in de verdedigingslinie. Daar kwam dan ook een fort. En een sluis om de Hoofdvaart af te sluiten. De forten waren bedoeld om de zwakke plekken bij de inundaties af te dekken: de wegen en vaarten.

>

Amstelland en Meerlanden: de Stelling van Amsterdam

De Stelling van Amsterdam kent een bijzondere geschiedenis en is een typisch Hollands staaltje militair vernuft. De voormalige verdedigingslinie van wel 135 kilometer lang, werd tussen 1880 en 1914 rond de hoofdstad aangelegd. Vele forten en batterijen, liniedijken, genieloodsen, sluizen en munitiemagazijnen moesten ervoor zorgen dat de hoofdstad behouden bleef als in een oorlog het leger gedwongen was de gewone verdedigingslinies op te geven. De Stelling heeft hiermee zelfs de Werelderfgoedlijst gehaald! Toch is het nog relatief onbekend bij het grote publiek.

>