Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

UNESCO Werelderfgoed

In de provincie Noord-Holland liggen vier erfgoederen van wereldformaat: De Stelling van Amsterdam, Droogmakerij de Beemster en de Grachtengordel Amsterdam. Op het oog lijken deze UNESCO werelderfgoederen heel verschillend. Toch hebben zij veel gemeen. Ze vertellen het verhaal over de eeuwenlange strijd tegen het water, het ontstaan van een burgersamenleving in de Gouden Eeuw en de Hollandse traditie om ons land te ontwerpen.

Het vierde werelderfgoed, de Waddenzee, is als natuurgebied uniek in de wereld. Het is het grootste ononderbroken getijdensysteem van zandbanken en modderstromen op aarde.

Verhalen

Stolpverhaal uit de Beemster

Aan de Zuiderweg in de Beemster is het bont en lijkt het klimaat milder. Een mediterraan windje waait door beloverde fruitbomen. Hier heerst een aangenaam ontspannen sfeer. Zo anders dan in het jachtige elders.

>

Fort bij Edam verdedigt de hoofdstad met water

Vlak achter de oude Zuiderzeedijk ligt het Fort bij Edam. Een groene bult te midden van rustige weilanden, omgeven door een gracht. Het fort maakt onderdeel uit van de Stelling van Amsterdam, een bijzondere verdedigingsring rondom de hoofdstad. De 46 forten, batterijen, munitiemagazijnen en inundatiesluizen van dit indrukwekkende militaire complex zijn tussen 1880 en 1914 aangelegd. Ten tijde van oorlog zou het leger, de regering en een deel van de bevolking zich kunnen terugtrekken binnen deze ring. Het systeem was zo bedacht dat ongeveer een miljoen mensen een jaar lang kon overleven binnen de Stelling.

>

De Bunker, Paal 20 De Koog,Texel

Mijn verhaal speelt zich af in de beginjaren vijftig van de vorige eeuw. De exploitant van een door de Duitsers in de oorlogsjaren als onderdeel van de Atlantikwall gebouwde bunker op het strand bij paal 20 De Koog en nu in gebruik genomen als zomers ’Koek en Zopie’ heette C. (Kees) van der Meulen. Hij werd door iedereen ‘Ome’ Kees genoemd, was getrouwd en woonde in de Azaleastraat in Leeuwarden. Hij had een zoon die stuurman op de grote vaart was. Deze woonde in mijn herinnering op Ameland of Schiermonnikoog, maar het kan natuurlijk ook Terschelling geweest zijn. Ome Kees was op Texel verzeild geraakt door zijn werk als kok bij de ’sneeuwklokjes’ expedities naar Frankrijk, georganiseerd door de gebroeders Piet en Nanning Kikkert van het Waalenburgerhuis en hoeve Vredestein. Nog steeds herinneren in het vroege voorjaar de witte velden in de Dennen aan deze avontuurlijke tijd. Veel later kwam ik er achter dat Nanning Kikkert de bunker van Rijkswaterstaat pachtte en Ome Kees bij hem in dienst was. Ik ontmoette hem voor het eerst in de zomervakantie van 1953. Ome Kees verbleef in een strandhuisje naast de bunker. Dit huisje huurde hij van Jan Maas, de altijd goedlachse en toen nog vrijgezelle badman van het strandverhuurbedrijf Noorderbad. Maar ook in Den Burg had hij een slaapadres, een kamer boven het bekende en in de beleving van velen beruchte Café De Karseboom van Gerard Rump aan de Vismarkt. Sinds 1948 brachten mijn moeder en ik de zomers op Texel door. Mijn moeder werkte in hotel ’Het Witte Huis’ dat sinds dat jaar door haar broer Bill Visser en zijn vrouw werd geëxploiteerd. Ik ’moest’ en ging graag mee. Een mooiere zomervakantie kon ik mij niet voorstellen. Een vakantie vol strand, zee en avontuur. In 1953 was ik elf jaar, kwam van de lagere school in mijn woonplaats Baarn en was geslaagd voor het toen nog verplichte toelatingsexamen voor de middelbare school. Tijd voor een vakantiebaantje.

>

Noordhollands Kanaal

Verzanding van de vaargeulen in de Zuiderzee bemoeilijkt aan het begin van de negentiende eeuw de scheepvaart tussen de Noordzee en de haven van Amsterdam. De aanleg van een nieuwe, snelle verbinding voor grote, diepgaande zeeschepen is noodzakelijk. In 1819 wordt begonnen met de bouw van ‘Het Groot Noord-Hollandsch Kanaal’, op kaarten uit die tijd ook wel ‘Het Groot Amsterdamsch Kanaal door Noord-Holland’ genoemd. De bedenker is Jan Blanken, een ervaren waterstaatsingenieur en technisch adviseur van de toenmalige koning Willem I.

>

Fort Dirks Admiraal in Den Helder

Nadat Napoleon Bonaparte in 1810 Nederland heeft ingelijfd bij het Franse Keizerrijk, brengt hij in het najaar van 1811 een inspectiebezoek aan Den Helder. Hij verklaart dat Den Helder vanwege de strategische ligging van de Helderse haven het “Gibraltar van het Noorden” moet worden. Om deze droom te verwezelijken, heeft Den Helder op dat moment echter te weinig verdedigingswerken.

>

Muiden: van vestingwal tot plantsoen

Vanwege de strategische ligging aan het IJsselmeer en de monding van de Vecht is Muiden van oudsher van groot militair belang geweest als vooruitgeschoven post van Amsterdam. Graaf Floris de Vijfde laat al in 1285 het Muiderslot bouwen en in de 15e eeuw worden er vestingwerken aangelegd. In 1672, als de Republiek met Frankrijk in oorlog is, wordt het land rondom de vesting onder water gezet en wordt de Franse opmars gestuit: dit is het begin van de Oude Hollandse Waterlinie. In de eeuwen die volgen worden de vesting steeds verder versterkt. Vanaf 1816 vormt de Vesting Muiden het begin van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en vanaf 1892 maakt Muiden ook onderdeel uit van het Zuidoostfront van de Stelling van Amsterdam. In 1926 wordt de Vesting Muiden formeel opgeheven en behouden slechts de vestingwallen aan de oostkant van Muiden hun functie. Het resterende deel krijgt de naam Wal van Muiden en de westelijke kant van de Vesting ondergaat een grote verandering.

>

De Wal van Muiden

Vanwege de strategische ligging aan het IJsselmeer en de monding van de Vecht is Muiden van oudsher van groot militair belang geweest voor de bescherming van Amsterdam. Daarom laat graaf Floris de Vijfde al in 1285 het Muiderslot bouwen en in de 15e eeuw worden er vestingwerken aangelegd. In 1672, als de Republiek met Frankrijk in oorlog is, wordt het land rondom de vesting onder water gezet en wordt de Franse opmars gestuit: dit is het begin van de Oude Hollandse Waterlinie. In de eeuwen die volgen wordt de vesting steeds verder versterkt. Vanaf 1816 vormt de Vesting Muiden het begin van de Nieuwe Hollandse Waterlinie en vanaf 1892 maakt Muiden ook onderdeel uit van de Stelling van Amsterdam. In 1926 wordt de Vesting Muiden formeel opgeheven en behouden slechts de vestingwallen aan de oostkant van Muiden hun functie. Het resterende deel krijgt de naam 'Wal van Muiden' en de westelijke kant van de Vesting ondergaat een grote verandering.

>

Het Muiderslot en de Hollandse Waterlinies

Het Muiderslot bestond al eeuwen voordat de forten van de Stelling van Amsterdam werden aangelegd. Muiden lag op een strategisch belangrijke plek: aan de monding van de Vecht en langs de oude Zuiderzeedijk, eeuwenlang de enige weg over land tussen Amsterdam en Naarden.

>

Fort Coehoorn

Ondanks modernisering van de vesting van Muiden en Weesp aan het eind van de negentiende eeuw, bleef de Nederlandse legertop twijfels houden over de defensieve kracht van deze oude vestingstadjes. Om het Zuidoostfront van de Stelling van Amsterdam te versterken, werd in 1912 besloten tot de bouw van een modern fort langs de Zuiderzeedijk bij Muiderberg.

>

Fort aan het Pampus

Met ruim 60.000 bezoekers per jaar is Forteiland Pampus het drukst bezochte fort van de Stelling van Amsterdam.

>

Fort bij de Kwakel

Fort bij de Kwakel werd in 1906 opgeleverd, min of meer tegelijkertijd met het naastgelegen Fort bij Kudelstaart.

>

Kustbatterij bij Durgerdam

Omdat de kans zeer gering was dat een vijand via de Zuiderzee een aanval op Amsterdam zou inzetten, werden er langs de kust geen inudatiepolders ingericht. Wel kwam er een aantal verdedigingswerken op strategische punten aan de Zuiderzee. Op een bestaand eilandje ten zuidoosten van Durgerdam verrees een zware batterij met geschutsbeddingen en munitiemagazijnen. Deze kustbatterij moest samen met Forteiland Pampus en de Kustbatterij bij Diemerdam voorkomen dat vijandelijke marineschepen via de Zuiderzee de haven van Amsterdam konden binnenvaren. In 1887 begon men met de aanleg van de batterij. Hiermee behoort het tot een van de oudste werken van de Stelling van Amsterdam.

>

Fort aan de Winkel

Dit fort is vernoemd naar het gelijknamige veenriviertje dat er langs stroomt en ligt in het Zuidfront van de Stelling.

>

Fort in de Botshol

De meeste passanten zullen zich niet realiseren dat zij bij Fort in de Botshol werelderfgoed passeren. Alleen een groene bult die oprijst vanuit het platte weidelandschap verraadt de aanwezigheid van een ‘fort’.

>

Fort bij Uithoorn

De aanleg van forten voor dit gedeelte van de Stelling van Amsterdam kwam pas laat op gang. Het gebied tussen Uithoorn en Abcoude in het Zuidfront van de Stelling was drassig en de inundatiemogelijkheden waren uitstekend. Het lag niet voor de hand dat de vijand hier de aanval op Amsterdam zou inzetten. De bouw van dit fort, ook wel bekend onder de naam Fort Amstelhoek, kwam in 1911 gereed.

>

Fort aan de Drecht

Tussen 1906 en 1911 raakte de bouw van stellingforten in een impasse. Pas vanaf 1910 begon de genie aan de tweede fase die zich voornamelijk op het Noordfront in de Beemster en op de zuidkant van de stelling concentreerde, rondom Uithoorn. Met de voltooiing van Fort aan de Drecht in 1911 was de gehele westkant van de Stelling tot aan Marken-Binnen gesloten.

>

Fort bij Kudelstaart

Al ruim 100 jaar moeten de inwoners van Kudelstaart een stuk omrijden vanwege de aanwezigheid van het fort. Door de aanleg van het forteiland werd de toenmalige Herenweg (nu Kudelstaartseweg) met een ruime boog om het fort heengeleid.

>

Fort bij Aalsmeer

Fort bij Aalsmeer ligt naast de Ringdijk van de Haarlemmermeerpolder en maakt onderdeel uit van het Zuidwestfront binnen de Stelling van Amsterdam.

>

Batterij aan de Sloterweg

De batterij is gelegen tussen het Fort bij Hoofddorp en het Fort bij Aalsmeer en maakt onderdeel uit van het Zuidwestfront van de Stelling. Het functioneerde als steunpunt om flankerend vuur te geven ter verdediging van de Geniedijk, de hoofdverdedigingslinie van de Stelling door de Haarlemmermeer.

>