Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie

Geknipt! Papierknipkunst uit Holland

Als je het over papier knippen hebt, denken velen van ons terug aan de kleutertijd. Waar een gevouwen papiertje met wat knipjes een sneeuwvlok kon worden. Maar wat veel mensen niet weten is dat je vroeger je brood kon verdienen met papierknipwerk. In de 17de en 18de eeuw was dit zelfs een vooraanstaande bezigheid in hoge kringen. De papieren kunstwerkjes waren verzamelobjecten en de onderwerpen liepen uiteen van familiewapens, Bijbelse voorstellingen, gezegdes tot echtelijke ruzies. Door het fragiele materiaal zijn van de duizenden kunstwerken slechts enkelen overgebleven. Tijd om een aantal Hollandse knippers en hun fijne werk uit de vergetelheid te halen.

In de tweede helft van de zeventiende eeuw ontplooide zich in Amsterdam (en in Rotterdam) de knipkunst. In 1686 verscheen er een handleiding bedoelt voor beginnende jongedames die zich dit handwerk eigen wilden maken: Konstig en Vermaakelijk Tyd-Verdryf der Hollandsche Jufferen of onderricht der Papiere Sny-Konst.

Gesina ter Borch (1631-1690) hield al vanaf 1660 een Kunst- en Plakboek bij, waarin zij haar eigen knipsels plakte. Maar ook die van haar twee neefjes en die van hun vriend Johannes van Achelom, een bekende portretknipper en miniaturist. Om het knipwerkje van Achelom heeft Gesina een bloemenrand geschilderd.

Guirlande om een knipsel van een grafmonument met daarop een fragment uit Psalm 88:49. Vervaardigers: tekenaar: Gesina ter Borch, knipkunstenaar: Johannes van Achelom, Amsterdam. Ca. 1670-1687. Collectie Rijksmuseum, objectnummer BI-1887-1463-93.

De Schaarminerve van Amsterdam

Een van de bekendste knipkunstenaars was Joanna Koerten (1650-1715), de ‘Schaarminerve’ uit Amsterdam. Ze was zeer getalenteerd en hield zich bezig met kantklossen, schoonschrijven, aquarelleren, borduren en glas graveren. Op 41-jarige leeftijd trouwde zij, in 1691, met de lakenhandelaar Adriaan Blok. Na haar huwelijk wijdde zij zich aan de papierknipkunst. Met haar geknipte portretten, Bijbelse en historische taferelen, allegorieën, landschappen, stillevens en stadsgezichten werd ze internationaal bekend. Zelfs Tsaar Peter de Grote van Rusland bewonderde haar werk in 1697 en liet een handtekening na in het gastenboek. Toch verkocht Joanna zelden een van haar kunstwerken. Kennelijk vroeg ze er te veel geld voor, waarschijnlijk omdat ze geen afstand van haar knipsels wilde doen.

Portret van de knipkunstenares Johanna Koerten, 1701. Prentmaker: Pieter Schenk (I), naar schilderij van David van der Plas. Collectie Rijksmuseum, objectnummer RP-P-1898-A-20636.

Joanna specialiseerde zich in platwerk, waarbij het papier wordt ingekerfd. Ze is voornamelijk bekend geworden door haar portretten, waaronder die van stadhouder-koning Willem III. Ze tekende een portret eerst op wit papier, waarna ze de contourlijnen, arceringen en teksten uitsneed. Door deze snijtechniek leek het kunstwerk op een gravure.

Na haar dood werd het gastenboek door haar man Adriaan Blok ter nagedachtenis omgevormd tot een ‘stamboek’. Vervolgens gaf hij verschillende kunstenaars de opdracht om voor in het boek een allegorische tekening te maken. Dit boek is samen met Joanna´s knipwerken lange tijd bewaard gebleven. Uiteindelijk raakte het verspreid en werd haar naam vergeten. Van de Amsterdamse ‘Schaarminerve’ zijn nog maar vijftien papierknipsels bekend.

Het beroemdste werk van Joanna Koerten is ‘De Romeinse Vrijheid’. Collectie Westfries Museum, Hoorn. Beeld via Wikimedia Commons, publiek domein.

Materialen en technieken

Om een papieren kunstwerk te maken heb je papier en een schaar nodig. Beiden verschilden per eeuw in formaat en kwaliteit. In het eerder genoemde leerboek uit 1686 wordt het gereedschap als volgt omschreven: ‘De oogen der Schaartjes, moeten gewonden zijn met eenige sije of saaije draaden: op dat de teedere Jufferen, door het geduurig of veel snijden geen eeldt of plekken aan de vingeren krijgen’. Ook waren er priempjes nodig en een glad houten bordje om op te snijden.

Want bij een papierknipkunstwerk werd er lang niet alleen maar geknipt, dikwijls werd het papier gesneden en ingeprikt. Helemaal toen er nog niet voldoende papier beschikbaar was. Perkament is dierlijk materiaal en moest eerst nat worden opgespannen om met een mesje te kunnen bewerken.

Door de industriële ontwikkelingen werden scharen al in de achttiende eeuw massaal geproduceerd. Vanaf 1713 konden scharen worden gemaakt van half zilver (de ogen) en half ijzer (de schaarbladen). Het kostbare gereedschap werd rijkelijk versierd met dolfijnen, vogels of bloemmotieven. Aan de ogen zaten kettingoogjes om hem aan een chatelaine te kunnen hangen, zo had een dame altijd haar schaartje bij de hand.

Een interieur met een vechtend echtpaar. Wit papier gemonteerd op blauw papier. Vervaardiger: anoniem, 1782. Collectie Rijksmuseum, objectnummer RP-D-2022-82.

Aan de ketting

Een knipster uit Purmerend had ook haar schaartje aan een zilveren ketting hangen, veilig om haar middel en binnen handbereik. Neeltje Prijs (1803-1863) was geboren in het dorpje Neck in Wijdewormer. Ze trouwde in 1829 met veehouder Huibert Eenhoorn en samen woonden ze in Purmerend. Tragisch genoeg overleed Huibert een jaar later. Neeltje zou tot haar dood weduwe (en kinderloos) blijven.

Neeltje stond bekend om haar reusachtige papieren taferelen van soms wel twee meter lang en 80 cm hoog. De landschappen zijn geknipt uit gekleurd sitspapier, tot in de kleinste details, waardoor bepaalde huizen nog steeds te herkennen zijn. Haar kleurrijke knipsel ‘Het bezoek van Koning Willem II door de gemeente Wijdewormer op 6 augustus 1842’ maakte ze drie jaar later, opvallend is dat de bomen (in de zomer) geen bladeren hebben. Het is niet bekend of ze de geknipte collages in opdracht maakte.

Neeltje had niet alleen haar schaartje vastgemaakt aan haar middel, maar ook haar drie hondjes. Die, ieder aan hun eigen zilveren ketting, om haar heen lagen als ze aan het werk was. Neeltje heeft geprobeerd om de knipkunst aan haar nichtje Crelisje Prijs over te brengen. Helaas was dit geen succes aangezien Crelisje doodsbang was voor de hondjes.

Slechts enkele kunstwerken van Neeltje Prijs zijn bekend, opgenomen in de collecties van het Edams Museum, Zaans Museum en Purmerends Museum.

Knipsel ‘Het bezoek van Koning Willem II door de gemeente Wijdewormer op 6 augustus 1842’. (hoogte 78 cm x breedte 134 cm). Vervaardiger: Neeltje Prijs, 1845. Zaans Museum, objectnummer ZOV-01996.

Voorstellingen

Het papierknippen was in het begin vooral een bezigheid voor de elite. In de loop van de achttiende eeuw werd papier goedkoper en hebben zowel amateurs als professionele kunstenaars mooi werk geknipt en gesneden.

Knippers lieten zich inspireren door Bijbelse taferelen. Als het niet lukte om een vorm na te maken, kopieerde men de voorstelling uit een geïllustreerde Bijbel. Knipsels met familiewapens werden vooral gemaakt voor de deftige burgerij. Hetzelfde geldt voor de huwelijksknipsels met uitgesneden schoonschrift.

Portretten van vooraanstaande personen werden geknipt, onder andere door Joanna Koerten. Het silhouet knippen was eind achttiende eeuw erg populair in Engeland, maar werd weliswaar ook in Nederland gedaan. In 1792 verscheen het boekje van de Delftse schilder Gerrit Paape (1752-1803): Beknopt en duidelijk onderwijs in het silhouëtteeren. Hierin beschrijft hij het maken van de zwarte profielportretten in huiselijke kring, onder andere met de hulp van de camera obscura en de silhoueteerstoel.

Aanprijzing van de silhouetportretten van Joseph Adolf Schmetterling. Tekenaar en knipkunstenaar: Joseph Adolf Schmetterling, 1778 – 1785. Collectie Rijksmuseum, objectnummer KOG-ZG-1-18A-134.

Een man tekent het silhouet van een zittende vrouw op doorschijnend papier, opgehangen in een lijst en verlicht door een kaars. Ets door JR Schellenberg, 1783. Wellcome Collection gallery, beeld via Wikimedia Commons, CC BY 4.0 .

De knippende dominee

De doopsgezinde dominee Jan de Bleyker (1707-1783) was een vaardige papierknipper en fijnschrijver. Nadat hij predikant was geworden in Sommelsdijk, verhuisde hij voor zijn beroep in 1738 naar Aalsmeer. Hij zou nog eenmaal verhuizen naar de Oude Gracht in Alkmaar, waar hij in 1747 werd aangesteld als predikant. Er zijn van zijn hand dertien knipsels bekend, die op één na allemaal zijn gemaakt in Alkmaar.

De knipsels van Jan zijn herkenbaar aan de nauwkeurige composities in Rococostijl. Bijbelse voorstellingen en motieven uit de natuur zijn geknipt uit wit papier en geplakt op een zwart ondergrond.

Toen zijn eerste vrouw Elisabet overleed, hertrouwde hij enige tijd later met de Amsterdamse weduwe Jacomijntje van der Maand. Hun drie zoons kozen hetzelfde beroep als hun vader en werden doopsgezind predikant in Noord-Holland. Voor hun huwelijken maakte Jan fijn uitgewerkte huwelijksknipsels, allen voorzien van een gekroond spiegelmonogram van het bruidspaar. Een type knipsel waar hij er meerdere van heeft gemaakt, daaraan kunnen we afleiden dat hij waarschijnlijk ook in opdracht werkte.

Naast dat hij een vaardige knipper was stond hij ook bekend als een fijnschrijver die geen bril of vergrootglas nodig had. In minuscule letters zijn op de knipsels zijn naam, de plaats en het jaartal te lezen, inclusief de personen voor wie het knipsel was bestemd. Zo zou hij het ‘Onze Vader’ tien keer op de grote van een stuiver kunnen schrijven.

Huwelijksknipsel voor Jacob Berckhout en Alida Verlaan, 7 april 1760. Vervaardiger: Jan de Bleyker. Collectie Rijksmuseum, objectnummer KOG-ZG-1-18A-121.

Wil je een kunstwerk van Jan de Bleyker of van andere knipkunstenaars in het echt zien? Breng dan een bezoek aan het museum van Papierknipkunst in Westerbork (Drenthe).

Ook is er tot en met 30 november 2025 in het Rijksmuseum Amsterdam (ruimte 2.21) een tentoonstelling ingericht rond de Nederlandse Papierknipkunst.

Auteur: Judith van Amelsvoort

Bronnen:

Publicatiedatum: 02/10/2025

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.