Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Papiermolen De Schoolmeester

Aan het eind van de zeventiende eeuw stonden er zo’n veertig papiermolens in de Zaanstreek, maar die zijn in de loop der tijd allemaal verdwenen. Alleen De Schoolmeester in Westzaan, die in 1692 werd gebouwd, is nog over. Het is zelfs de enige door wind aangedreven papiermolen ter wereld. Oneindig Noord-Holland sprak met de molenaar.

Papiermolen De Schoolmeester staat aan het Guispad, dat Zaandijk met Westzaan verbindt. Eeuwenlang was het een baken in het vlakke Zaanse landschap, maar tegenwoordig ligt de molen ingeklemd tussen de A8 en een tuincentrum. Als je de molen binnenstapt, ruikt het naar  oud hout. En het is er behoorlijk donker. “Vroeger hadden molens geen verlichting,’ vertelt molenaar Ron Butterman (37). “Je gebruikte hooguit een olielampje. Dat doen we nog steeds, omdat we willen laten zien hoe het vroeger toe ging. We werken hier alleen bij daglicht en we beginnen ook niet meer om vier uur ’s morgens, zoals vroeger. Toen werkten ze 16 uur per dag, zes dagen in de week en zondag gingen ze naar de kerk.”

De molen komt aan zijn naam, omdat een van de eerste aandeelhouders onderwijzer was. “Om een molen te bouwen heb je geld nodig. Dan ga je naar de tante toe. Die had wel geld, maar niet genoeg voor een hele molen. De rest is dus betaald door een notaris, een onderwijzer en een kroegbaas. Toen moesten ze nog een naam verzinnen. Notaris klonk te luxe voor een grauwpapiermolen, kroegbaas was weer het andere uiterste en zo werd het uiteindelijk De Schoolmeester.”

Hoofdmolenaar Ron Butterman in zijn ‘hut’ of kantoortje. Foto: Vereniging De Zaansche Molen.

Van kinds af aan

Rons vader, Arie, werkte hier maar liefst vijftig jaar als molenaar en papiermaker. Op 22 april 2022 droeg hij de molen aan zijn zoon over. Ron: “Als ik schoolvakantie had, ging ik vaak met mijn vader mee. Toen ik hier als kind kwam, liep hier vaak een molenmaker rond. Hij repareerde wat stuk was en gaf me vaak een hamer, zodat ik zelf aan de slag kon. Van hem heb ik een hoop opgestoken. Op mijn achttiende ben ik bij een molenmaker in Edam gaan werken. Met grote, zware balken werken, dat trok me wel aan.”

En nu is hij dus molenaar van De Schoolmeester. “Ik vind het mooi dat alles nog in bedrijf is. Vanochtend stond er een flinke wind en dan werkt alles zoals het al meer dan 330 jaar werkt. Zo’n molen laten draaien geeft een bijzonder gevoel; hoe harder het waait, hoe sneller de wieken draaien. En zo’n oud gebouw heeft natuurlijk zijn charme.”

De papiermolen maakt papier in verschillende maten en kleuren. Foto: Resi Veerman.

Hoe papier werd gemaakt

Het dak op, om de molenwieken van dichtbij te bekijken, gaat helaas niet, daar is de molen te krap voor, maar hij kan wel de ruimtes laten zien waar papier wordt gemaakt. En zo lopen we langs de maalbakken, waarvan de molen er drie heeft. Zo’n maalbak is van ijzeren messen voorzien die de stof (textiel, vlas of hennep) fijn malen. Daarna gaat de stof de schepkuip in,  want water zorgt er voor dat de stof zich mooi verdeelt. Vervolgens wordt de stof in elkaar geperst, waarna er papier van wordt gemaakt. En tot slot wordt het papier in een schuur opgehangen, waar het kan drogen. Dat duurt tussen de drie dagen en drie weken, afhankelijk van het weer.

De Schoolmeester heeft nooit wit schrijfpapier gemaakt, maar produceert Zaansch Bord. Bord is een oud woord voor karton. Vroeger werd dat grauwe papier gebruikt voor dozen en zakken. “Als je bijvoorbeeld spijkers kocht, dan werd vijf kilo spijkers in zo’n vel pakpapier gelegd en  als een toffee opgerold. Vervolgens ging er aan beide kanten een spijker doorheen en dan had je een pak spijkers. Maar er werden ook bloembollen in verpakt.”

Papier dat in De Schoolmeester wordt gemaakt, wordt tegenwoordig gebruikt voor boekomslagen, uitnodigingen en menukaarten. “Je kunt het ook gebruiken voor trouwkaarten. Vanochtend hadden we een stel op bezoek dat binnenkort gaat trouwen en zelf de trouwkaarten wil maken. Soms komen kunstenaars hier om papier kopen. Anton Heyboer, die in Ilpendam woonde, heeft hier zelfs twee keer de voorraad opgekocht.”

Voor het maken van papier wordt onder andere vlas gebruikt, dat in deze kuip (kapperij) voor de eerste keer wordt gemalen, alvorens het in de maalbak fijner wordt gemalen Foto: Arnoud van Soest.

Met een stok meet de molenaar of de stof fijn genoeg is om er papier van te kunnen maken. Foto: Arnoud van Soest.

De maalbak wordt uitgevonden

Af en toe komen er bezoekers. Dat kunnen families zijn of mensen die een bedrijfsuitje maken. Die krijgen dan uitgelegd hoe zo’n maalbak werkt, want maalbakken zijn een Zaanse uitvinding uit de eerste helft van de zeventiende eeuw. “Van oudsher werd de stof, waar we papier van maken, fijngemalen in bakken met houten hamers. Dat  duurde best lang en toen de houten hamers werden vervangen door messen, ging dat malen zes tot acht keer sneller. Die messen draaien over de hele breed van zo’n bak rond en kunnen de stof veel fijner malen dan met die houten hamers, waardoor je ook minder klonten krijgt. Daarna, zo vanaf 1672, zijn er nog wel wat verbeteringen doorgevoerd, met name in de molens die wit schrijfpapier maakten, en vanaf dat moment had de Zaanstreek het schoonste en mooiste witte schrijfpapier van die tijd. Daar is bij voorbeeld de Amerikaanse onafhankelijksverklaring op gedrukt.”

Het principe van papier maken is door de eeuwen heen min of meer hetzelfde gebleven. “We krijgen nog steeds kleding binnen, maar het probleem is dat veel kleding tegenwoordig van kunststof is. Dat kunnen we absoluut niet gebruiken, het moet 100% katoen zijn. De mensen uit de buurt weten dat en ze weten ook dat het schoon moet zijn, voordat wij er papier van kunnen maken.”

Met deze machine wordt uiteindelijk papier gemaakt. Foto: Vereniging De Zaansche Molen.

Droogschuur van 108 meter

Ron Butterman werkt al sinds 2017 in de Schoolmeester en is sinds twee jaar hoofdmolenaar. Hij is in dienst van vereniging De Zaansche Molen, die sinds 1 januari 1977 eigenaar van De Schoolmeester is. Diezelfde vereniging zorgde er voor dat de molen in juni 2002 gerestaureerd kon worden, waarbij onder andere de  droogschuur is opgeknapt. “De droogschuur, waar je het  papier in ophangt, is nu zestig meter lang, maar daar heeft vroeger nog dertig meter aan vast gezeten. Dat is ooit een keertje omgewaaid.” De totale lengte van de molenschuren is 108 meter.

Het is overigens een wonder dat De Schoolmeester nog bestaat. Dat is vooral aan Gerbrand de Jong te danken, telg uit een oud papiermakersgeslacht, die de molen in 1852 over nam. Ron: “Hij zag om zich heen al die papiermolens verdwijnen; de Zaanstreek heeft er in totaal zo’n zestig gehad. Voor zo’n papiermolen heb je een hoop personeel nodig. Bij molens die wit schrijfpapier maakten, werkten wel veertig man. Maar dat niet alleen:  je hebt maar één op de vier dagen genoeg wind om met de molen te kunnen werken. Op een gegeven moment was het dus rendabeler om papier met een stoommachine te maken. Die kun je elke dag laten draaien.”

Gerbrand de Jong heeft dus goed voor De Schoolmeester gezorgd, maar toen de molen niet meer rendabel was, klopte hij bij de Vereniging van Nederlandse Papierfabrikanten aan, die de molen overnam. En inmiddels is Vereniging De Zaansche Molen eigenaar, die het mogelijk maakt dat de molen 330 jaar later nog steeds in bedrijf is.

Turf wordt gebruikt om de het water van de schepkuip te verwarmen. Foto: Resi Veerman.

Windrichting maakt niet uit

Een molen draait op wind. Waar die wind vandaan komt, maakt niet uit. In de zeventiende eeuw moesten zeilschepen soms weken voor de Rede van Texel blijven liggen voor de wind zo was gedraaid dat ze uit konden varen. Ron glimlacht. “Nee, daar hebben wij geen last van, een molen blijft altijd op dezelfde plek staan. De wieken kunnen elke kant op worden gedraaid, maar je hebt natuurlijk wel verschillende soorten wind. Met Oostenwind heb je een wat constantere wind en in bepaalde jaargetijden brengt de noordwestenwind buien met zich mee. Iedere wind heeft dus zijn eigen ‘dingetjes’, maar het is vooral de variatie die het leuk maakt, anders heb je het idee dat je in een fabriek staat.”

De molen drijft het mechaniek aan waarmee de stof fijn wordt gemalen, zodat er papier van kan worden gemaakt. Dat de molenaar verschillende kleuren papier maakt, komt niet omdat hij er inkt bij gooit, maar omdat het aangeleverde katoen verschillende kleuren heeft. “We moeten de kleding dus eerst sorteren. Rood gaat bij rood, blauw gaat bij blauw.”

Arie Butterman, vader van de huidige molenaar, aan het werk in de droogruimte. Foto: Vereniging De Zaansche Molen.

Met deze weegschaal wordt de stof gewogen, waar uiteindelijk papier van wordt gemaakt. Foto: Vereniging De Zaansche Molen.

Sponsors

En nee, rendabel is de molen nog steeds niet. “Het papier dat wij verkopen gaat voor een kwart van de prijs weg, puur om te zorgen dat de molen in bedrijf kan blijven. Verder hebben we sponsors en fondsen die ons steunen.”

Tot slot legt Ron uit dat de kans dat de wind zó hard waait dat de molenwieken er vanaf schieten, vrij gering is. “Bij een zeilboot hang je zeilen op en dan gaat-ie vooruit. Bij een molen hang je er meer zeilen voor als er weinig wind staat en naarmate het harder gaat waaien, rol je de zeilen steeds meer op. Als het stormt haal je de zeilen er af. Doe je dat niet, dan  wordt het een zooitje, al zullen vooral de buren daar last van hebben. En als het ècht te hard waait, zeg maar bij windkracht tien, dan kun je de molen altijd nog stil zetten, maar dat komt maar eens in de tien jaar voor.”

Papiermolen De Schoolmeester werd in 1692 gebouwd. Foto: Vereniging De Zaansche Molen

Auteur: Arnoud van Soest

Publicatiedatum: 07/10/2024

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

2 reacties

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.