Als laatste aan de beurt
Ieder nadeel heeft zijn voordeel: doordat het Noordfront als laatste aan de beurt was, werden de forten hier met de modernste snufjes uitgerust. Tussen 1905 en 1908 was het werk aan de Stelling stil komen te liggen vanwege politieke strubbelingen rondom de financiering. De genie, die verantwoordelijk was voor de bouw van de forten gebruikte deze periode om het toenmalige basismodel te verbeteren.
Op twee belangrijke onderdelen verschilde Standaardmodel B van het eerste model (A). Dit was ten eerste de verbinding tussen het hoofdgebouw en de hefkoepels via een poterne (bomvrije verbindingsgang). Ten tweede werd de verdediging met mitrailleurbewapening op kortere afstand steeds belangrijker. Door gebruik van de mitrailleur werd de vuurkracht vergroot en was er minder personeel nodig. Een mitrailleur kon immers door één artillerist bediend worden, terwijl het grotere afweergeschut een meerkoppige bemanning vereiste. Dit betekende ook dat het aantal wacht- en slaapvertrekken teruggebracht kon worden wat zorgde voor een kleiner en ranker hoofdgebouw. Ook werd bij model B voor het eerst gewapend beton bij de hefkoepels en uitkijkposten toegepast. De forten aan de Middenweg en Jisperweg werden wegens bezuinigingen uitgerust met slechts één centraal hefkoepelgebouw. Deze twee laatste forten worden als type C aangemerkt en zijn versoberde versies van Standaardmodel B.
Complex waterbeheer
Waterstaatkundig is het Noordfront een mooi staaltje van Hollands vernuft. Op korte afstanden liggen verschillende waterniveaus naast elkaar Dit maakt het waterbeheer complex. Met name bij de overgangen van droogmakerijen, zoals de Beemster, Purmer en Schermer, zijn verschillen van enkele meters in het polderpeil geen uitzondering. Bovendien vormden deze droogmakerijen zwakke schakels in de inundatie-tactiek van de Stelling. De droogmakerijen waren aangelegd met kaarsrechte water- en verhoogde landwegen die voor de vijand een gemakkelijke doorgang door de inundatiegebieden verschaften. Daarom werd besloten om slechts een smalle strook in de Beemster te laten inunderen. Bij inundering zou alleen de oost- en zuidkant van de Beemster onder water komen. De inundatiesluis in de zuidelijk ringvaart, een van de grootste in zijn soort, maakt het mogelijk dit deel van de Beemster in korte tijd onder water te zetten.
Noordfront onder water
In mei 1940 is een deel van de Beemster daadwerkelijk onder water gezet als gevolg van de Duitse inval. Toen stond het land slechts een paar weken onder water. De Duitsers hebben veel langer delen van de Beemster geïnundeerd. Van maart 1944 tot de aan de bevrijding in mei 1945 was hier sprake van inundatie als extra bescherming voor een invasie van geallieerden in Noord-Holland. Maar veel erger dan de bewuste inundaties was de overlast die het water veroorzaakte tijdens de Watersnoodramp in januari 1916. Grote delen van Waterland kwamen toen onder water te staan. Veel soldaten die toen vanwege de mobilisatie voor de Eerste Wereldoorlog de forten bemanden, werden ingezet bij de hulpverlening.
Twee werelderfgoederen
In het gebied van het Noordfront komen twee ‘werelderfgoederen’ samen: de Beemsterpolder en de Stelling van Amsterdam. Dit is niet alleen feitelijk opmerkelijk (geen enkel ander gebied in de wereld is onderdeel van twee werelderfgoederen) maar ook als je beider ontstaansvorm in ogenschouw neemt. In dit gebied is er namelijk sprake van een opmerkelijk contrast. De Beemster ontstond vanuit de behoefte om water droog te malen; de Stelling van Amsterdam werd juist gecreëerd om land onder water te kunnen zetten. De contrasten land-water en droogleggen-inunderen spelen een belangrijke rol in de identiteit en ruimtelijke ontwikkelingen in dit gebied.
QR-route
De QR route Stelling van Amsterdam komt langs alle 46 forten en batterijen van deze 135 kilometer lange verdedigingslinie rondom de hoofdstad. Om de QR route overzichtelijker en toegankelijker te maken, is de route onderverdeeld in verschillende stukken, de zogenaamde ‘fronten’. Een front bestaat uit een ensemble van forten en andere objecten zoals batterijen, sluizen en liniedijken die tezamen een ruimtelijk verdedigingssysteem vormden.
Bij het Noordfront horen het Fort bij Edam (verhaal 1 en verhaal 2), Fort bij Kwadijk, Fort benoorden Purmerend, Fort aan de Nekkerweg, Fort aan de Middenweg, Fort aan de Jisperweg en Fort bij Spijkerboor.
Tekst: Jephta Dullaart (Redactie Oneindig Noord-Holland)
Publicatiedatum: 24/05/2012
Vul deze informatie aan of geef een reactie.