Aan het begin van de twintigste eeuw werd het koningshuis nog met veel eerbied bejegend, als we tenminste de Nieuwe Haarlemsche Courant van 31 augustus 1905 mogen geloven. ‘ ’t Is morgen de verjaardag van onze veelgeliefde Vorstin,’ schrijft de krant. ‘Het Nederlandsche Volk maakt zich op, om dezen dag met blijden geest en opgewekten zin te vieren en door uitbundige jubelkreten van zijn liefde en trouw jegens Oranje te doen blijken. Leve Koningin Wilhelmina!’
Koninginnedag werd 31 augustus 1891 voor het eerst gevierd. Koningin Wilhelmina zat toen op de troon. Toen dochter Juliana haar in 1949 opvolgde, werd het feest naar 30 april verplaatst. Beatrix, die in 1980 koningin werd, was zo aardig om Koninginnedag niet op haar verjaardag (31 januari) te vieren, maar 30 april aan te houden. Dan is het weer doorgaans wat aangenamer dan in de winter. Haar zoon, Koning Willem-Alexander, viert zijn verjaardag een paar dagen eerder, op 27 april.
Gondeltocht
Als we een duik nemen in de krantenarchieven, komen we een verslag van hoe Koninginnedag in 1912 Haarlem werd gevierd, waarbij zelfs een gondeltocht op het programma stond. Daar deden overigens geen echte gondels aan mee, daarvoor moet je in Venetië zijn, maar dat jaar was er wel een optocht van verlichte vaartuigen over het Spaarne.
Om de verjaardag van ‘onze geliefde Koningin’ luister bij te zetten, werden medailles uitgereikt voor de drie mooist verlichte en versierde vaartuigen. Volgens een verslagje in Het Algemeen Handelsblad deden er dat jaar zo’n dertig boten aan mee, waaronder het schip van de Haarlemsche Kegelclub ‘De Kroon’, dat in een weelderige bloementuin was herschapen. In het midden bevond zich een heuse kegelbaan, waarop tijdens de vaartocht zelfs werd gekegeld. Langs de Schalkwijkerweg zag het zwart van de mensen, want vandaar had je het beste zicht op het vuurwerk waarmee de vaartocht werd afgesloten. Slotstuk was een Chinese pagode, waarbij guirlandes samen de hartenkreet ‘Leve onze Koningin’ vormden.
Koraalmuziek
Een krantenverslag uit 1912 geeft een aardig beeld van hoe Koninginnedag begin vorige eeuw werd gevierd in Haarlem. De dag begint al om half negen met een optreden van muziekvereniging Harmonie, die vanaf de torentrans van de ‘oude Sint Baaf’ koraalmuziek ten gehore brengt. Door de heldere lucht kunnen de klanken zich over de stad verspreiden.
Niet iedereen is vrij die dag, maar om twaalf uur sluiten de fabrieken, kantoren en winkels hun deuren, zodat het personeel zich in het feestgewoel kan storten. ‘Meisjes met linten om den arm, boden oranjebloempjes te koop aan ten bate der Christelijke Militaire Tehuizen,’ lezen we in het krantenverslag.
In de omgeving van de Gedempte Oude Gracht krioelt het van kinderen, die iets oranjekleurigs hebben aangetrokken en met een rood-wit-blauw vlaggetje zwaaien. Onder aanvoering van muziekvereniging Harmonie gaan ze in optocht naar de Hertenkamp. Van tien tot twaalf kunnen ze zich daar vermaken met spelletjes zoals ‘turfrapen, stoofsteken, zakloopen en plankloopen.’
’s Middags betreden ‘kranige’ padvinders het feestterrein om te laten zien hoe je een tent bouwt of een keuken opzet. Vervolgens kan het toegestroomde publiek zich vermaken met spelletjes als mastklimmen, tonsteken en ‘boegsprietloopen’. ‘Elke douche uit het tobbetje, en dat gebeurde dikwerf, werd met onbedaarlijk gelach begroet.’
Na afloop worden er prijzen uitgereikt. Dat kan een koek zijn, een ham, een cervelaatworst of een doos sigaren. De winnaars van de padvinderswedstrijd krijgen ‘fraaie portretten van H.M. Koningin Wilhelmina’ uitgereikt, al zullen ze waarschijnlijk liever zo’n fijne koek hebben gehad.
Luchtballon boven ’t Spaarne
Maar hoogtepunt van het middagprogramma is het optreden van luchtreizigster Margaretha Baumgarten uit ‘Frankfort am Main’, die in een luchtballon zal opstijgen. Voor de overdekte tribune is een stenen oven opgebouwd, waarin een vuurtje wordt gestookt ‘ten einde de ballon met heete lucht te vullen.’ De ballon, die een inhoud van 2000 kubieke meter heeft, komt weldra bol te staan.
Twintig soldaten houden de ballon vast om te voorkomen dat die voortijdig de lucht in schiet. De wind staat gunstig, dus het ziet er naar uit dat de ballon netjes over het Spaarne zal drijven, maar in het onverhoopte geval dat de ballon in het Spaarne belandt, hebben zich aan de oever van de rivier enkele zwemmers opgesteld.
Die hoeven gelukkig niet in actie te komen, want om kwart over vijf zwijgt de muziek, geeft ‘mejufrrouw’ Baumgarten het commando ‘los!’ en even later hangt ze met haar ballon in de lucht. Met hoeden en zakdoeken wordt ze uitgewuifd, waarna de ballon statig over de bomen van ‘den Hout’ en het Spaarne zweeft, om uiteindelijk in een weiland bij Schalkwijk weer op de grond neer te komen. Baumgarten zal na afloop vertellen dat ze ‘zelden zulk een kalme reis had gehad.’ Het is dan ook een tochtje van niks geweest, maar voor die tijd, we schrijven 1912, is het een belevenis van jewelste. ‘Onder de vroolijke tonen der muziek togen allen huiswaarts.’
Volkszang
Maar daarmee zijn de festiviteiten natuurlijk nog niet ten einde. Zowel het muziekcorps van het Tiende Regiment Infanterie als de Harmonie maken muzikale wandelingen door de stad. ’s Avonds worden er in het Hertenkamp weer concerten gegeven en is er een optreden van een koor van de R.K. Vereeniging tot Verbetering van den Volkszang in het Bisdom Haarlem. Koren hebben in die tijd de mooiste namen.
Het koor, dat uit heren, dames als kinderen bestaat, zingt zowel nationale liederen als ‘eenige leuke liedjes uit ‘De Leeuwerik’, die ‘zeer voldeden bij het publiek.’ Als de Harmonie het stokje weer overneemt en nog een paar lustige wijsjes speelt, komt de stemming er pas goed in. ‘Op vele plaatsen zag men de jongelui alreeds een rondedans uitvoeren.’
Vervolgens kan het publiek zich laven aan een bioscoopvoorstelling, aangeboden door de maatschappij voor Artistique Cinematografie. Op het programma staan een gefilmd verslag van Koningin Wilhelmina aan Parijs en elke keer als Hare Majesteit in beeld komt, ‘barst er een storm van gejuich los.’ Koninginnedag 1912 wordt afgesloten met een groot vuurwerk, dat lyrisch wordt beschreven. ‘De woorden ‘Leve de Koningin’ prijkten in diamantvuur-letters boven een prachtige Niagarawaterval van brilliantsteenenvuur.’ Als het laatste stuk is uiteengespat en de kanonades zijn uitgebulderd, trekken ‘de tallooze kijkers in drommen naar de stad terug.’
Draaiorgels en aapjes
Overigens wordt er niet alleen op de Groote Markt, maar ook in de rest van de binnenstad feest gevierd, zo blijkt uit een verslag in de Nieuwe Haarlemsche Courant van 1 september 1926. Er zijn draaiorgels, waar kleine meisjes een dansje bij maken, en verder treden er amateur-boeienkoningen, acrobaten en zangers op. ‘In de Kleine Houtstraat zagen wij een man met een aapje; het beestje klom met wonderlijke lenigheid tegen de huizen op, althans, als er voldoende kijklustigen waren. Het ontvangen geld werd trouw bij zijn meester gedeponeerd.’ Het moet in ieder geval een uitgelaten bende zijn geweest, met ‘gillende toeters, schreeuwende venters, autogetoeter, belgerinkel en uitgelaten juichkreten van jongens en meisjes.’ Nou ja, zo besluit het verslag: ’t Is maar éénmaal in ’t jaar Koninginnedag!’
Vroolijkheid in Hoorn
Van Haarlem verkassen we naar Hoorn, waar de stemming er op Koninginnedag 1905 in ieder geval al goed in zit, zo lezen we in een fraai sfeerverslag in Onze Courant. ‘Reeds lang voor den aanvang van den optocht zag men de kinderen, getooid met oranje strikje, pet of sjerp langs Hoorn’s straten loopen. De kinderoptocht was een en al vroolijkheid en leven.’
Ongeduldig dribbelen de kinderen op de maat van de muziek, in afwachting van de spelen in de Parktuinen en zalen. De Koninginnedag van dat jaar wordt afgesloten met een concert en vuurwerk. De Wilhelmina Commissie, die het feest organiseert, stuurt de koningin een gelukstelegram, waarop ze een telegram terugkrijgt van de adjudant van de Koningin: ‘Hare majesteit de Koningin draagt mij op hoogstderzelver dank te betuigen voor de gelukwenschen.’
Ook in Hoorn vinden er volksspelen plaats. Dat gebeurt op een landje, waarbij een fanfarekorps voor de muzikale omlijsting zorgt. Er zijn prijzen te verdienen met ‘houtjesrapen, zaklopen, aardappelrapen, houtjessteken en ‘ballen op een blaadje.’
Er worden ook spelletjes gespeeld die een aardig tijdsbeeld geven. Wat te denken van touwtje springen ‘met hoogen hoed’ op, een spelletje voor oudere jongens. Oudere meisjes mogen ook over touwtjes springen, maar die doen dat met een opgestoken parapluie. Dames van 18-25 jaar vermaken zich met ‘de wasch ophangen’, maar heren van 18-25 jaar gaan gewoon zaklopen. Die hebben natuurlijk nog nooit de was opgehangen.
Levende bloemen
Drie jaar later vindt er in Hoorn een ‘vlaggenoptocht’ plaats, waar 1700 schoolkinderen met een oranjevlag in de hand aan meedoen. Voorop gaan de tamboers, gevolgd door een paar versierde fietsen, een versierd driewielertjes en een versierde bokkenwagen.
In de stoet rijdt een versierde wagen mee met ‘levende bloemen’, uitgebeeld door ‘kleurig aangekleede kleine meisjes.’ Een tweede praalwagen stelt Sneeuwwitje en haar dwergen voor. Bij het standbeeld van Coen staan 1700 ‘ongeoefende’ kleuters klaar om ‘aardige oefeningetjes met de vlaggetjes te doen.’ De meisjes van de Christelijke Jeugdcentrale zijn natuurlijk wel geoefend, dus die laten ‘echt mooi turnwerk’ zien. De optocht eindigt weer op het Doelenplein, waar de kinderen allemaal een reep chocolade meekrijgen.
In de pauze van de muziekuitvoeringen wordt een prijs uitgereikt voor wie het gewicht van twee hammen goed heeft geraden. Maar liefst elf personen hebben het goed. De ene ham weegt zes pond en vier ons, de andere 4 pond en 4 ½ ons. De hammen worden eerlijk over elf mensen verdeeld en de redactie van de Nieuwe Hoornsche Courant wenste de prijswinnaars ‘een lekkere boterham.’
Den leelijken dikkerd
’s Avonds wordt het feest voortgezet. Op Nieuwland, aan de waterkant, is een bioscoopdoek neergezet, waarvoor een duizendkoppige menigte zich heeft verzameld. Voor de ramen in de omtrek is geen plaatsje onbezet en er hebben zich zelfs op het dak mensen genesteld.
Om half negen is het donker genoeg en kan de filmvoorstelling van start gaan. Eerst is er een journaal en dan wordt er een tekenfilm vertoond over de lotgevallen ‘van twee mannen bij de wilden in Afrika’, gevolgd door een filmpje ‘waarbij de knappe jongen het van den leelijken dikkerd won.’
De voorstelling wordt afgesloten met een lachfilm, waarbij we de avonturen van ‘twee auto-zwervers’ kunnen volgen. ‘Om alles is hartelijk gelachen’, meldt de krant. Na afloop blaast fanfare Apollo nog een paar ‘vaderlandsche liederen’ en in verschillende inrichtingen ‘maakte men ter eere van de Koningin nog een dansje.’
Vliegerwedstrijden
In de jaren twintig van de vorige eeuw vinden er in Hoorn ook nog vliegerwedstrijden plaats, op een terrein aan de Buitenluiendijk. Er zijn prijzen te verdienen voor de grootste en mooiste vliegers, voor vliegers met een bijzondere vorm en voor vliegers ‘die ’t hoogste staan.’ Ene Jantje schrijft er een vermakelijk opstel over dat Onze Courant afdrukt. We citeren er een aantal passages uit.
‘De heele week was ik met me broertjes en zussies bezig geweest om een vlieger te make en Maandag hebben we ‘m netjes bij meneer de Leur gebracht in de ouwe bewaarschool.’ (…)
Gelukkig was het Woensdagochtend prachtig weer. Eerst lieten ze de klokken luien, zoodat er niemand lang kon blijven slapen. Toen ging de muziek door de stad loopen en de muzikanten schenen wel nooit moe te worden. Een reuze optocht maakte we toen naar de buitenluiendijk, waar m’n groote broer altijd voetbalt. Die is in Forward ziet u.’ (Jantje doelt op de nog steeds actieve voetbalclub Always Forward-AvS).
Een stuk chocolaad
‘Eigenlijk heet ’t anders, vervolgt hij zijn relaas. ‘Nog zoo’n vreemd woord erbij, maar dat ken ik nooit onthouden. Dit moet er bij van den bond, zei me broer. Nou werd er heelemaal niet gevoetbald, want daar was ’t ook wel te warm voor. Het was reuze weer om te vliegeren, maar de mijne was te zwaar en dee ’t niet. Ik vond ’t niet zoo erg, want ik had toch lol, omdat de Koningin jarig is. Mijn Pa zei, dat is toch eigenlijk de hoofdzaak al denken de menschen daar niet zoo om.”
En passant vermeldt Jantje dat de politiecommissaris ook aanwezig was. ‘Ik dacht ze motte d’r zeker eentje opbrengen, maar de commissaris ging wandelen met zijn vrouw. De burgemeester kwam ook nog kijken. Met nog een meneer, die ik niet ken, maar die hoorde toch zeker wel bij hem, want hij liep ‘m telkens achterna.’
’s Middags trekken de kinderen in optocht naar de Kaasmarkt. ‘De gymnastiekmeester liet ons allemaal leuke kunstjes doen en de meisjes van de gymclub deden mooie oefeningen met twee vlaggetjes in hun hand. We hadden het wel warm, maar toen we over de Turfhaven weer naar de Doelen waren geloopen, en daar een stuk chocolaad kregen, was ik dat al weer vergeten. ’s Avonds was er bioscoop bij onze Courant, maar dat was alleen voor groote menschen, zei moe en ik moest om half negen naar bed. Dat was toch al een half uur later als anders, maar me Vader zei: ’t is maar eens in het jaar Koninginnedag.’
Auteur: Arnoud van Soest
Voor dit artikel is gebruik gemaakt van het digitale krantenarchief www.delpher.nl van de Koninklijke Bibliotheek.
Publicatiedatum: 24/04/2024
Vul deze informatie aan of geef een reactie.