Noordfront als laatste aan de beurt
Fort bij Edam is het meest noordoostelijke punt van de Stelling en maakt onderdeel uit van het Noordfront. Net als de andere forten aan de noordkant is het tussen 1908 en 1913 gebouwd. Dit is betrekkelijk laat, maar heeft een logische verklaring: het front aan de noordkant van Amsterdam was prima te verdedigen omdat het goed onder water gezet kon worden. Deze kant had dus geen prioriteit bij de fortenbouwers van het Ministerie van Oorlog. Als gevolg hiervan zijn de modernste forten te vinden aan het Noordfront, deels opgebouwd met gewapend beton en voorzien van een elektrische installatie.
Verdediging door inundatie
Waar de Zuiderzeedijken eeuwenoude barricades zijn tegen het water, is het achterliggende systeem van de Stelling er juist op gericht om het land zo goed en zo snel mogelijk onder water te zetten. Cruciaal hierbij waren de zogenaamde ‘inlaadpunten’ waarmee het waterpeil van de inundatieterreinen geregeld kon worden (inunderen betekent het bewust onder water zetten van land). Deze punten mochten dan ook onder geen beding in handen van de vijand vallen. Belangrijke inlaadpunten werden dan ook verdedigd door een fort en waren bij voorkeur beschermd door een breed inundatieveld dat de vijand op ruime afstand hield. Het ‘stellen van de inundaties’ gebeurde met behulp van verschillende waterstaatkundige objecten. Met dit ingenieus systeem kon het land rondom de linie met een laag water van zo’n 40 cm onder water worden gezet. Te ondiep om erin te varen en te diep voor de soldaten om erdoorheen te waden. De soldaten zouden vastlopen in de modder of verdrinken in de onzichtbaar geworden sloten.
Zeevang onder water
Primaire taak van het Fort bij Edam was de verdediging van de vlakbij gelegen zeesluizen. Dit was een belangrijk inlaatpunt voor inundatiewater uit de Zuiderzee. Via de pompsluis in het centrum van Edam kon ten tijde van oorlog de Zeevangpolder geïnundeerd worden. Hierdoor werd een enorm waterfront voor de vijand opgeworpen. Het Nederlandse leger heeft tijdens de Duitse inval in de meidagen van 1940 het inundatiesysteem in de Zeevangpolder in werking gezet. Vijf dagen lang stonden de sluizen van Oosthuizen en Edam open om van de groene polder een watervlakte te maken. De bewoners zochten elders onderdak, het vee werd geëvacueerd. De meeste boerderijen in het open veld bleven bewoonbaar, omdat deze van oudsher op verhoogde stukken grond waren gebouwd. Na de capitulatie werd meteen begonnen met het leegpompen. Het zou nog tot begin juli 1940 duren voordat het water was verdwenen.
Publicatiedatum: 29/06/2013
Vul deze informatie aan of geef een reactie.