Voor de aanleg van de Noordzuidlijn moesten diepe bouwputten worden geslagen en daar konden de Amsterdamse archeologen mooi van profiteren. “Het zijn de diepste bouwputten ooit in Amsterdam geslagen,” vertelde stadsarcheoloog Jerzy Gawronski eerder aan Oneindig Noord-Holland. “Putten met een diepte van 25-30 meter, veel dieper dus dan een bouwput van zes met die nodig is voor een parkeergarage.”
Die diepe bouwputten boden de archeologen ook de mogelijkheid om het tracé van rivier de Amstel goed te bestuderen. “We konden daardoor letterlijk tot op de bodem van Rokin en Damrak afdalen, gebieden die ooit deel uitmaakten van de rivier de Amstel.” Ooit lag het Damrak, waarvan een deel in 1880 is gedempt, namelijk aan de monding van de Amstel.
700.000 voorwerpen
In totaal zijn er 700.000 voorwerpen opgegraven, waarvan 10.000 stuks worden tentoongesteld in grote glazen vitrines (de één is 10 tien, de ander is 14 meter lang) tussen de roltrappen aan beide in- en uitgangen van het metrostation. In totaal gaat het om 84 panelen.
Stadsarcheoloog Gawronski noemt het zelf een ‘massale archeologische waterval’, die hij in tien verschillende thema’s heeft verdeeld. ‘Normaal liggen alle materialen van een bepaalde soort bij elkaar: aardewerk bij aardewerk, ijzer bij ijzer. Wij hebben voor tien thema’s gekozen die het leven, wonen en werken in de stad weerspiegelen,’ zegt hij tegen een verslaggever van vervoersbedrijf GVB.
Zo is er een blokje roken. “We beginnen met de oudste pijpjes uit het begin van de 17e eeuw, dan komen grootvaders pijpen uit de 19e en begin 20e eeuw en het eindigt met de hasjpijpjes uit de coffeeshops.” Die link tussen toen en nu wordt ook in andere vitrines gemaakt. In het blokje ‘interieur’ zijn naast eeuwenoude sleutels ook kaarten te zien waarmee je je hotelkamer kunt openen.
Enorm anker
Het grootste voorwerp is een enorm anker van anderhalve meter, dat uit het open water van het Stationsplein is opgevist. Gawronski: ‘Dat moesten we met zes man er in tillen.’ Het anker maakt deel uit van het thema’s transport, dus je ziet ook onderdelen van auto’s en fietsen. En je ziet zelfs een hoefijzer van het oudste transportmiddel: het paard.
In totaal hebben de opgravingen, die in 2005 begonnen, 700.000 voorwerpen opgeleverd, maar die zijn natuurlijk niet allemaal even interessant, want de Amstel is eeuwenlang als openbare afvalstortplaats gebruikt. Er zitten dus duizenden gebroken flessen, borden en schalen, waterkruiken en spijkers bij. We beperken ons hier tot de meest interessante.
Kruisboogpijlen
Zo hebben de archeologen op het Damrak een gebied onderzocht dat midden in de stroomgeul van de rivier lag. Hier bevond zich eeuwenlang De Nieuwe Brug, die de middeleeuwse haven afschermde. Op die Nieuwe Brug stond een geschut en een wachthuis voor de soldaten. Zo zijn er meer dan honderd pijlpunten van vooral kruisboogpijlen, maar ook andere wapens gevonden, zoals een hellebaard en zogenaamde ‘klootdolken’. Ook kwamen er twee 16e eeuwse insignes van Sint Joris boven water, die beschermheilige van het kruisboogschuttersgilde was.
De Nieuwe Brug bood toegang tot de oudste zeehaven van Amsterdam, maar ook toen de haven ná 1600 naar het IJ werd verplaatst, was het een komen en gaan van schepen. Bij het manoeuvreren rond de brug werd geregeld een bootshaak verloren. Daarvan zijn er meer dan 350 gevonden, die tussen 1300 en 1900 in gebruik waren.
Suikerbroden
Ook was Amsterdam in de 17e eeuw een belangrijke suikerproducent, met tientallen suikerraffinaderijen. Eén daarvan, de Drie Suikerbroden, stond aan het Rokin, dat in 1937 werd gedempt, ter hoogte van de huidige nummers 83-89. In de bedding van het Rokin zijn dan ook duizenden scherven van stroopkannen, strooppotten en suikertrechters aangetroffen.
In het Damrak werd een loodjestang uit circa 1350 gevonden, die werd gebruikt om loden zegels te slaan, die aan de rollen lakens werd bevestigd. Het diende als keurmerk voor Amsterdamse wolproducten. Eén van de mallen toont drie maal het Amsterdamse stadswapen. Het is niet alleen de oudst bekende afbeelding van het wapenschild met de drie Andreaskruizen, maar ook een zeldzame vondst, omdat dit soort gereedschap meestal vernietigd werd als het niet meer kon worden gebruikt, Er is tevens een lakenloodje opgegraven dat met een dergelijke tang is geslagen.
Dat de toeristenwinkels met meestal in China gemaakte Amsterdamsouvenirs niet nieuw zijn, bewijst de middeleeuwse pelgrimsouvenirs die in Rokin en Damrak zijn opgedoken. Na het Mirakel van Amsterdam, dat in 1345 plaatsvond, werd Amsterdam in de late Middeleeuwen een belangrijk pelgrimsoord. Van heinde en verre kwamen pelgrims naar de Nieuwezijds Kapel aan de Kalverstraat, die op de plek van het wonder was gebouwd. Als souvenir werd vervolgens een pelgrimsinsigne gekocht.
Wie straks op de roltrappen omhoog en omlaag zoeft en wil weten wat hij nou allemaal gezien heeft, kan vanaf juni op deze website kijken.
Tekst: Arnoud van Soest
(Voor dit artikel werd gebruik gemaakt van informatie van de afdeling archeologie van de gemeente Amsterdam en een in opdracht van het Amsterdamse vervoersbedrijf GVB gemaakte podcast door Botte Jellema).
Publicatiedatum: 08/05/2018
Vul deze informatie aan of geef een reactie.