Het Naardermeer is ontstaan als een uitstulping van de Vecht. Lange tijd was het natte gebied een walhalla voor vogels en vissen. Maar men zag er ook vruchtbare grond, die gebruikt kon worden voor landbouw. De eerste plannen om het Naardermeer droog te leggen dateren al uit 1562. De Opstand tegen Spanje eiste toen echter alle geld en tijd op, waardoor er van de plannen niets terecht kwam.
De start van de zeventiende eeuw bracht een voorspoedige periode, waarin veel Amsterdamse kooplieden op zoek gingen naar beleggingsobjecten. Die vonden ze in droogmakerijen. Met de windmolens van Jan Adriaanszoon Leeghwater (1575-1650) werden in korte tijd tientallen Noord-Hollandse meren drooggemalen. Natte gebieden zoals de Beemster werden in lucratieve polders omgetoverd.
In 1623 werd een poging ondernomen om het Naardermeer droog te leggen. Vijftien windmolens rondom het meer stonden enkele jaren lang dag en nacht te malen. Het lukte, maar de winst was van korte duur. In de zomer van 1629 moest het hele gebied weer onder water gezet worden om Amsterdam tegen de Spaanse troepen te beschermen. De onderneming had 450.000 gulden verlies geleden, daarmee was de droogmaking van het Naardermeer voorlopig van de baan.
Van poldermolen tot stoomgemaal
Een volgende poging werd pas weer in 1804 ondernomen, toen octrooi werd verleend om het Naardermeer met twee molens droog te malen. Door onderlinge onenigheid is de onderneming echter nooit verder dan 140 hectare drooggelegde grond gekomen. De poging werd al snel gestaakt.
Het idee werd pas weer in 1883 opgepakt door jonkheer Rutgers van Rozenburg, die eigenaar van het meer was. Hij pakte het modern aan en installeerde twee stoomgemalen van elk 25 pk, die de polder binnen drie maanden drooggemalen hadden. Maar de eerste oogst viel tegen en al het omgeploegde rietland bleek al snel onvruchtbaar door de aanwezigheid van zwavelzuur. Voor de vruchtbare meerbodem kon geen koper gevonden worden. Wederom rezen de kosten de pan uit, waardoor al in 1886 de bemaling weer stopgezet werd. Het meer was binnen tien dagen weer volgelopen.
De eigenaren wilden inmiddels graag van het gebied af en traden in 1904 in overleg met de gemeente Amsterdam. Die zocht destijds naar een vuilstortplaats en was bereid om het Naardermeer voor dit doeleinde aan te kopen. Om dit te voorkomen stond een groep natuurliefhebbers onder leiding van Jac. P. Thijsse op. De Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten (1905) werd opgericht en kocht het gebied voor 150.000 gulden aan. Zo werd het Naardermeer het eerste natuurmonument van Nederland.
Bewaker van het natuurgebied
Het 680 hectare grote moerasgebied staat tegenwoordig bekend om zijn natuurschoon. Veel wandelaars realiseren zich echter niet dat achter deze schoonheid een oudhollands stukje technologie schuilgaat. Het water van het Naardermeer wordt namelijk op peil gehouden door poldermolen De Onrust (1809), een overblijfsel van de tweede droogmakingspoging uit begin negentiende eeuw.
Deze molen is een zogenaamde ‘bovenkruier’, wat inhoudt dat alleen de kap met het wiekenkruis draaibaar is. Door het bovenste deel in de richting van de wind te draaien (‘kruien’) kan men de meeste wind opvangen. De molen moet zo’n 16 uur met goede wind draaien om het waterpeil in het Naardermeer 1 cm te laten dalen. Het afgevoerde water belandt vervolgens in de Vecht.
Molen De Onrust draait het hele jaar door. Als in de winterperiode veel neerslag valt, stijgt het waterpeil van het Naardermeer. De molen moet dan overtollig water wegmalen. In de zomer verdampt er veel water en moet er juist extra water ingelaten worden om het Naardermeer op peil te houden. Vrijwillige molenaars zorgen voor het draaien en onderhoud aan de molen.
Poldermolen De Onrust is niet openbaar toegankelijk, maar het natuurgebied rondom het Naardermeer wel. Gasterij Stadzigt te Naarden biedt een mooie ingang tot deze groene parel.
Tekst: Sarah Remmerts de Vries
Bronnen:
- Molen De Onrust, Open Monumentendag.
- Molen De Onrust, Natuurmonumenten.
- Beintema, Albert, Het begon met het Naardermeer. 100 jaar natuurmonument (’s-Graveland 2005) 27-34.
Publicatiedatum: 05/12/2019
Vul deze informatie aan of geef een reactie.