Hoe ging het eraan toe op de schepen waar honderden mannen vlak naast elkaar leefden? Welke spanningen waren er en wat bloeide er op? We kennen verhalen over gay zijn bij de VOC, maar er is er één die erg bijzonder en tegelijkertijd droevig is. Lees hier over het dagboek van de VOC-boekhouder Leendert Hasenbosch.
Spanningen aan boord
Op de VOC-schepen zat een groot aantal bemanningsleden dicht op elkaar gepakt, allemaal mannen. Dit gaf spanningen, conflicten en ruzies, maar er werden ook vriendschappen gesloten. Soms ging een vriendschap verder en ontstond een relatie. In de zeventiende en achttiende eeuw waren gay relaties strafbaar. De kennis die we nu hebben over dergelijke relaties in die tijd zijn bewaard gebleven doordat de mannen soms werden betrapt en aangegeven bij de scheepsleiding. Dan werden ze berecht en meestal veroordeeld. De papieren van dit soort rechtszaken zijn bewaard gebleven. We kunnen hier informatie uit halen, maar we missen de directe stem van de mannen die gestraft zijn. Daarop is er echter één uitzondering: het dagboek van Leendert Hasenbosch uit 1725.
Gay seks was op VOC-schepen, net als in Nederland en de rest van Europa, streng verboden. Het woord ‘gay’ werd in deze tijd niet gebruikt, maar gay seks werd ‘sodomie’ genoemd. Dit verwees niet naar een ‘gay relatie’ zoals we die nu kennen – met liefde en passie – maar had alleen betrekking op de daad. Sodomie was toen geen gewone misdaad. Aan boord vreesde men dat dergelijke daden de straf van God zou oproepen in de vorm van stormen, dodelijke ziektes en andere rampen.
De ontdekking van sodomie aan boord was aanleiding voor een onmiddellijke berechting van de ‘verdachten’. Als de mannen of jongens schuldig werden bevonden dan kon de doodstraf worden gegeven, maar dat was niet altijd het vonnis. Jongens die niet begrepen dat het als slecht en zondig werd gezien gingen vrijuit of werden alleen licht gestraft. De doodstraf werd meestal uitgevoerd door de veroordeelde levend over boord te gooien, soms in een zak met een verzwaring erin zodat hij meteen onder water verdween. Een alternatieve straf was achterlating bij een onbekende kust of op een onbewoond eiland.
In 1725 werd een boekhouder van de VOC, Leendert Hasenbosch, op de terugreis vanuit Batavia (nu Jakarta, Indonesië) naar Nederland gesnapt tijdens een daad van zogenaamde ‘sodomie’. We weten niets over wat zich afgespeeld heeft aan boord en hoe het proces is verlopen. Wel weten we dat Leendert niet ter dood veroordeeld is, maar op 5 mei 1725 werd achtergelaten op het (toen) onbewoonde eiland Ascension, middenin de Atlantische Oceaan. Hij kreeg een tent, een jas, beddengoed, een geweer, kookgerei, een vat water en pen en papier mee. Vergeleken met anderen, leek Leendert een kans te hebben gekregen om te overleven.
Op de eerste dag begon Leendert met het bijhouden van korte aantekeningen. Hij noteerde het zoeken naar water, eten en een goede plek voor zijn tent. Bijzonder is dat hij ook over zijn mentale toestand schreef.
Hij noteerde dat hij veel last heeft van nachtmerries en zelfs van geestverschijningen die godslasterlijke en wellustige taal uitslaan. Hasenbosch bad tot God dat de nachtmerries weg zouden gaan. Toen hij zijn gebedenboek las, dacht hij dat iemand ‘flikker’ riep. Hij zag en hoorde een geest die alles wist van zijn ‘zonden’ uit het verleden en hij meende daar soms de stem van zijn geliefde te herkennen.
Voor deze geest was hij niet echt bang. Hij schreef over deze vriend, dat toen hij nog in deze wereld leefde, zij als twee broers voor elkaar waren. Hij was soldaat in Batavia en een paar dagen later schreef hij: “Ik verlang slechts te leven om boete te doen voor mijn zonden, de zonden waardoor mijn kameraad in Batavia ongetwijfeld verdoemd is”. Hasenbosch had duidelijk een relatie met een soldaat in Batavia gehad. Hasenbosch was echter ook een gelovig christen. Hij was bang voor de hel en hoopte dat God hem zou vergeven. De spanning tussen sociaal-religieuze normen én individuele liefdes en passie, wordt ook vandaag de dag gevoeld in de LGBTQ+ gemeenschap. In de loop van de maanden heeft Hasenbosch steeds grotere moeite water en voedsel te vinden en wordt duidelijk steeds zwakker.
De vondst van het bijzondere dagboek
De laatste vermelding in het dagboek is van 8 oktober 1725. Al in januari 1726 kwamen twee Engelse schepen op de terugreis langs Ascension en een paar bemanningsleden gingen aan land. Ze vonden de tent met het materiaal van Hasenbosch, waaronder zijn dagboek. Van Hasenbosch werd geen spoor gevonden. Waarschijnlijk is hij kort daarvoor van honger en dorst omgekomen. De tekst werd naar Engeland gebracht, in het Engels vertaald en al in 1726 uitgegeven. In 1728 werd het opnieuw uitgeven als een anonieme tekst, met de titel ‘An authentick relation of the many hardships of a Dutch sailor…’.
Dergelijke boeken zijn uiterst zeldzaam. Het Scheepvaartmuseum bezit een exemplaar van de tweede uitgave. Doordat er maar een paar exemplaren van het boek bewaard zijn, werd het verhaal vergeten. Het oorspronkelijke dagboek in het Nederlands lijkt verloren te zijn gegaan. Pas in 2002 publiceerde auteur Michiel Koolbergen een boek over dit bijzondere verhaal en kreeg het naamsbekendheid. Zijn uitgangspunt was het boekje uit de collectie van Het Scheepvaartmuseum.
Het dagboek van Leendert Hasenbosch is bijzonder omdat we hiermee een uniek verhaal kunnen vertellen van iemand die gay was aan boord van een VOC-schip. We kunnen zijn gedachten, angsten in zijn eigen woorden na drie honderd jaar nog horen. Leendert Hasenbosch verdient daarom een bijzondere plaats in de LGBTQI+ geschiedenis van Nederland.
De citaten en meer informatie vind je in het boek: Michiel Koolbergen, Een Hollandse Robinson Crusoë: dagboek van de verbannen VOC-dienaar Leendert Hasenbosch op het onbewoonde eiland Ascension A.D. 1725 (2002).
Tekst: Diederick Wildeman, conservator zeevaartkunde en bibliotheekcollecties Het Scheepvaartmuseum
Dit artikel is eerder verschenen op de website van Het Scheepvaartmuseum.
Publicatiedatum: 12/08/2021
Vul deze informatie aan of geef een reactie.
1 reactieWat een droevig en aandoenlijk verhaal.
Ben dankbaar in deze tijd te mogen leven.