Het verhaal van de oosterse fabriek is onlosmakelijk verbonden met het ernaast gelegen woonhuis, een eveneens witgepleisterde villa uit 1880. Dit prachtige optrekje werd in november 1915 gekocht door de uit Watergraafsmeer afkomstige Antonius Jacobus Weurman. Weurman was sinds 1896 eigenaar van een firma voor het verwerken en verhandelen van tabak en zag mogelijkheden in de ruime tuin naast het huis. Daar liet hij een fabriek bouwen voor het rollen en verpakken van sigaretten en verplaatste zo zijn bedrijf naar Naarden.
De Amsterdamse architect J.P.W. Breling ontwierp de fabriek in Neo-Moorse stijl, een vormgeving die aansloot bij het ‘oriëntaalse’ karakter van de sigaret. Hoewel de tabak uit Griekenland en Turkije afkomstig was, werden ze als ‘Egyptische’ sigaretten verkocht. Een slim marketingtrucje, want na de opening van het Suezkanaal in 1869 en de ontdekking van verschillende faraograven was er een ware Egyptehype losgebarsten in Europa. De pittige sigaret raakte tegen het einde van de negentiende eeuw populair als moderne en gebruiksvriendelijke vervanger voor de traditionele pijpjes en sigaren.
Een exotisch paleisje
Het fabrieksgebouw moest natuurlijk net zo exotisch zijn als de sigaretten die er gerold werden. Daarom werden de buitengevels opgetrokken uit witgepleisterde bakstenen met roodbruine daken, die het pand een mediterraan aanzicht gaven. De voorste helft van het gebouw kreeg twee verdiepingen en een gevel met allerlei oosterse kenmerken. Dankzij de Moorse raamkozijnen en de vele oriëntaalse details (onder meer kantelen op het dak, uivormige decoraties, maansikkels en een zeventien meter hoge minaret) lijkt het alsof het gebouw zo uit Egypte naar Naarden toe verhuisd is.
De achterste helft van het gebouw, die vanaf de straatkant deels aan het zicht onttrokken wordt, telt slechts één verdieping en heeft een meer westerse vorm. Het zaagtanddak of sheddak verraadt dat het om een oude fabriekshal gaat. De achtergevel is later aangebouwd. Weurman heeft de fabriek tot ‘Palazzo’ (Italiaans: ‘paleis’) gedoopt op aanraden van een bevriende Italiaans kunstenaar. Een passende naam voor een witgepleisterd stadspaleisje. Ook het smeedijzeren hek met oosterse en art nouveau-motieven past goed in het plaatje, maar is waarschijnlijk pas later bijgebouwd.
Mediterrane tabak
Hoewel het niet bekend is welk sigarettenmerk in de fabriek geproduceerd werd, stond het pand in de volksmond bekend als de ‘Turmac-fabriek’, naar de Turkish-Macedonian Tobacco Company. Dit bedrijf was echter niet in Naarden maar in Zevenaar gevestigd. Wellicht dat deze naam in het leven geroepen is door de Gooise Stoomtram, die vaak met een Turmac-reclame langs de fabriek reed. Turmac was wel een van de weinige tabaksbedrijven die na de crisisjaren overeind bleef, samen met grote spelers zoals Ed. Laurens en de BATCO. Ook de smaak verschoof, onder invloed van de opkomst van Hollywood, in de jaren dertig van de Egyptische sigaretten naar de Amerikaanse Virginia-sigaret.
Fabrieksmeisjes met volle zakken
In de fabriek werkten destijds twintig jonge meisjes uit de omgeving, die verantwoordelijk waren voor het plukken en inpakken van de tabak. Dat dat niet altijd goed ging, bewijzen de vele diefstallen die door de jaren heen in de fabriek plaatsvonden. Zo werden in februari 1918 maar liefst 18.000 sigaretten ontvreemd bij een inbraak in het gebouw. Daarna bleven er steeds grote hoeveelheden sigaretten verdwijnen, die in Amsterdam opdoken. Daar werden ze verkocht onder een merknaam die door de fabriek nog niet in de handel was gebracht.
Aangifte bij de politie leverde een visitatie van het personeel op. Bij één fabrieksmeisje werden niet minder dan 21 pakjes gevonden, die ze onder haar kleren had vastgezet. Drie andere meisjes bleken nog eens acht, zes en twee pakjes te hebben gestolen. Het meisje met 21 pakjes was nog minderjarig en kreeg daarom TBS. Een ander minderjarig meisje kreeg twee maanden voorwaardelijke gevangenisstraf. De twee meisjes die ouder dan 18 jaar waren kregen elk twee maanden gevangenisstraf opgelegd.
Zakelijke overnames
Of Weurman de vele diefstallen zat was of op zijn eenenvijftigste al met pensioen wilde gaan, weten we niet, maar zeker is wel dat hij de sigarettenfabriek in 1920 doorverkocht aan de tabaksfirma Avorana. Die deed de fabriek op zijn beurt in 1924 weer over aan de Duitse sigarettenfabrikant Reemtsma. Een krantenadvertentie uit 1925 vertelt ons dat de sigaretten van Reemtsma voor zo’n ƒ 0,50 tot ƒ 0,80 cent per 20 stuks over de toonbank gingen. Voor de duurste ‘Egyptian blend’ betaalde men maar liefst ƒ 1,25 voor 25 stuks.
Ook de fabriek van Reemtsma was geen lang leven beschoren. Uit de aanvraag voor een hinderwetvergunning voor een stoomververij en chemische wasserij uit 1928 blijkt dat de sigarettenhandel in het pand reeds gestaakt was of op het punt stond gestaakt te worden. De vergunning werd waarschijnlijk niet verleend, want in 1931 kocht de gemeente het gebouw aan. Tot de komst van de lederwarenfabriek van de firma N. Klaver in 1936 bleef het pand leegstaan.
Bedrijfsgebouw met kloppend hart
De lederwarenfabriek heeft tot 1979 bestaan. Daarna werd het interieur van de fabriek compleet verbouwd, om plaats te bieden aan de Werkgroep Holistische Fysiotherapie. Sindsdien hebben allerlei verschillende bedrijfjes in het pand gehuisd, waaronder een reclamebureau, een beautycenter en een particuliere basisschool. Voor een echte moskee bleek het bedrijfspand ongeschikt. Op dit moment biedt het oude fabrieksgebouw onder meer plaats aan een hot yogastudio, een praktijk voor leer- en ontwikkelingsproblematiek en een logopediepraktijk. Zo staat het rijksmonument nog steeds middenin de samenleving.
Tekst: Sarah Remmerts de Vries
Bronnen:
- Eric Bor, ‘Een “moskee” aan de Comeniuslaan’, Bussums Nieuws (13 oktober 2021).
- Eddie de Paepe red, Het Gooi toen & nu. Deel 17 In bedrijf (Zwolle 2010).
- Rijksmonumentenregister van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Publicatiedatum: 05/09/2024
Vul deze informatie aan of geef een reactie.