Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Een dennenbosch op Amsterdams asfalt

Kerstbomen met de geur van hars en vers hout, Duitse Weihnachtsstollen en glinsterende kinderogen bij de jaarlijkse kerstuitdeling van het Leger des Heils, zo zag Kerstmis er een eeuw geleden uit.

Kerstbomen doen wat met een stad, zeker als je er een boel bij elkaar zet op de kerstbomenmarkt aan het Singel bij de Munt, hartje Amsterdam. ‘Tegen de Kerstweek komt het stille bosch met zijn geur van hars en versch hout naar de groote stad,’ schrijft De Telegraaf op 20 december 1928. Het Singel is, ondanks het asfalt, zo waar een dennenbosch geworden.

De verslaggever wordt er bijkans lyrisch van en vergelijkt de torens van de Krijtbergkerk die boven de dennentopjes uitsteken met een idyllisch dorpskerkje ergens in de bergen. Het Schwarzwald, maar dan in het centrum van Amsterdam. Het ene moment staan die kerstbomen nog ergens in een bos stil te mijmeren en het volgende moment worden ze al  omgehakt om naar de grote stad te worden getransporteerd en daar uiteindelijk ‘met brandende kaarsen en kleurige versieringen de kinderen in verrukking te brengen.’

Tussen Koningsplein en de Munt. Naar de Munt gezien. Rechts: ingang van St. Joristraat.Verkoop van kerstbomen op de Bloemenmarkt, ca. 1931, Vervaardiger: Vereenigde Fotobureaux N.V., Collectie Stadsarchief Amsterdam: foto’s, Afbeeldingsbestand OSIM00002004753

Duitsche boome

Een verkoper van kerstbomen vindt dat je maar beter een Hollandse kerstboom kunt kopen, want ‘die Duitsche boome binne met mekaar drie weke in de waggon geweest,’ zo legt hij aan de man van de krant uit. En als je zo’n boom uitschudt… ‘dan valle de naalde af!’. Kortom, je kunt maar beter een Hollandse boom nemen, ‘daar heb je weken genoeg an!’

Op 23 december 1924 spreekt De Gooi- en Eemlander de inwoners van Bussum vermanend toe. Er wordt wel eens geklaagd over het kleine postkantoor. En dat je er soms zo lang moet wachten voor de loketten, maar dan doen de klanten dus zelf. Vooral in de kerstweek hebben ze er nog wel eens een handje van om tegen sluitingsuur in drommen hun pakketje naar het postkantoor te brengen. Het gevolg is dat om half acht in de avond nog tientallen verzenders of  zegelkoopers in de rij staan, terwijl de ambtenaar in zijn vrije tijd de pakketten moet verwerken.

Dansen met kerst

Hoewel Kerstmis vooral een familiefeest is, is dansen met Kerstmis er in de jaren twintig nog niet bij, tenminste, niet in een openbare gelegenheid mèt dansvergunning. En daarom dient het Amsterdamse gemeenteraadslid Arpad Weiss, die opkomt voor de belangen van middenstanders, in december 1926 een voorstel in om dansen op Tweede Kerstdag mogelijk te maken. Het gaat hem er niet om het dansen op zondag principieel aan de orde te stellen. Dat komt later nog wel, voegt hij er bijna dreigend aan toe. Burgemeester De Vlugt laat vlak voor Kerst 1926 weten dat hij wettelijk niet bevoegd is het dansverbod op zondag op te heffen.

Dansend paar in Dansinstituut Oostervink, 1930. Collectie Stadsarchief Amsterdam.

Stoomtreinen

Eerste kerstdag 1927 zetten de Nederlandsche Spoorwegen al het reserve-materiaal in (twaalf extra treinen) om met Kerstmis iedereen te kunnen vervoeren. Het jaar daarvoor kampt de NS met een rijtuigentekort en dat gaat ze niet nog een keer overkomen. De treinen worden vooral ingezet op het baanvak Amsterdam-Rotterdam. Het zijn stoomtreinen, omdat al het elekrische materiaal al is ingezet. Blijkbaar wordt er in die jaren nog niet zo veel gereisd, want wat zijn het toch een klunzen. De verslaggever ziet passagiers die hun zware koffers op de tenen van onschuldigen zetten, hun paraplu’s bij de loketten laten staan en ‘natuurlijk aan het verkeerde perron terecht komen.’

Indië

Het is Kerstmis 1932 en via de kortegolfzender van de Philips Omroep Holland-Indië (Phohi), waarvan de zendmasten in Huizen staan opgesteld, wordt een kerstprogramma naar Nederlands-Indië uitgezonden. Het programma bevat kerstliederen en de declamatie: ‘O, Kerstnacht, schooner dan de dagen.’ De ontvangst in de tropen laat te wensen over, want persbureau Anita meldt vanuit Batavia dat de uitzending ‘onverstaanbaar’ is.

Vijf jaar later zijn de geluidsproblemen natuurlijk al lang opgelost, want dan wordt voor het eerst in de geschiedenis van de Phohi een kerkdienst opgenomen, die vervolgens via de korte golf naar Nederlands-Indië wordt gestraald. De kerkdienst wordt in de gereformeerde Parkkerk in Amsterdam-Zuid opgenomen en duurt een uur.

Postzegels en Briefkaarten verkooppunt. Daarnaast staat een heilsoldaat bij de kerstpot voor inzameling t.b.v. het Kerstfeest der Armen van het Leger des Heils. Beursplein, december 1930. Vervaardiger Vereenigde Fotobureaux N.V. , Collectie Stadsarchief Amsterdam: foto’s, Afbeeldingsbestand OSIM00007001210 .

Kerstpotten

Traditioneel zet het Leger des Heils op verschillende plekken in de stad kerstpotten neer, waarin gulle gaven kunnen worden gedeponeerd. De opbrengst gaat onder andere naar de kerstconcerten die het Heilsleger elk jaar geeft. 25 december 1929 is het weer zo ver. De Grote Zaal van het Concertgebouw zit vol met dreumesen uit de arme buurten van Amsterdam. Om de feestvreugde te verhogen dragen ze rode mutsjes. ‘Men zag de lichtjes van den vijf meter hoogen Kerstboom reflecteren in tweeduizend paar kinderoogen’, schrijft De Telegraaf. En dan worden de cadeau’s uitgedeeld. Blokkendozen en kinderwagens worden in dankbaarheid aanvaard. Sommige kinderen wachten met uitpakken tot ze weer thuis zijn, voor andere kinderen duurt dat te lang en ter plekke wordt het pakpapier er af gescheurd.

Kerst-uideling aan de jeugd in het Concertgebouw, Leger des Heils, 24 december 1937, Vervaardiger Vereenigde Fotobureaux N.V., Collectie Stadsarchief Amsterdam: foto’s, Afbeeldingsbestand OSIM00007000390

Kerstuitdeeling

Rond kerst 1939 houdt het Zaanse Leger des Heils haar jaarlijkse ‘Kerstuitdeeling’, die vooraf wordt gegaan door een liturgische dienst, kerstliederen en een boeiend kerstverhaal. De Zaandamsche Zangbrigade en de Jongeliedenzang brengen enkele liederen ten gehore. De Kerstviering wordt door 150 mensen bijgewoond, die op chocolade en koek worden getracteerd. Dankbaar gaan ze met een Kerstpakket weer op huis aan. Al met al was het een heerlijke avond, zo sluit de krant het verslag af.

Kerststol, 2020. Beeld: Judith van Amelsvoort.

Weihnachtsstolle

Hoe de Duitse kerststol in Nederland verzeild is geraakt, lezen we in De Telegraaf van 24 december 1929. Het begint allemaal zo rond 1880 met een Duitse bakker in de Amsterdamse St. Jansstraat, die met Kerstmis graag de kersttraditie van zijn Heimat hoog wil houden. Daarom bakt hij de dag vòòr kerst een smakelijke Weihnachtsstolle, die zo mooi is uitgevallen, dat hij hem in de uitstalkast plaatst.

Niet om te verkopen, maar omdat hij trots is dat zijn kerstgebak zo goed gelukt is. Dat is natuurlijk vragen om moeilijkheden. Een passerende landgenoot ziet de Stolle, stapt de winkel in en vraagt of het kerstgebak te koop is. Niet dus, maar de oudste dochter haalt haar vader over om de lekkernij te verkopen en voor zijn familie maar een nieuwe te bakken. Het zal geen verbazing wekken dat de bakker  de volgende kerst een heleboel Weihnachtsstollen volgens Saksisch recept gaat bakken, die vervolgens grif van de hand gaan. En zo komt het dus dat de kerststol de aloude kerstkoek van zijn plaats stoot. Zo slecht zal die trouwens niet gesmaakt hebben, want de duivekater bevatte pruimen, rozijnen en sucade, met een laagje van wit poedersuiker er overheen gestrooid.

Bakker Arent Oostwaard en zijn vrouw Catharina Keizerswaard, Jan Havicksz. Steen, 1658. In de stillevenachtige uitstalling van het brood neemt een staande duivekater een opvallende plaats in. Collectie Rijksmuseum, objectnummer: SK-A-390.

Padvindsters

De padvinders van de Vereniging De Nederlandsche Padvinders (N.P.V.) zijn enkele dagen voor Kerstmis 1929 in het Amsterdamse gebouw De Ruyter al druk bezig met het voorbereiden van een kerstfeest voor vijftig kleuters. Er worden versjes gezongen, spelletjes en toneelstukjes gespeeld, er wordt een kerstverhaal verteld, en er wordt warme chocolade en krentenbroodjes uitgedeeld. Maar als dat achter de rug is, worden de tafels leeggemaakt ‘en met kloppende hartjes’ worden het speelgoed en de pakjes met kleeren in ontvangst genomen.

In Zaandam houden Kerst 1936 zo’n zestig padvindsters van het Nederlandsch Padvindsters Gilde (N.P.G.) in 1936 een kerstviering in hun troephuis. Voordat ze aan tafel gaan, houden ze eerst een kerstceremonie, om duidelijk te maken dat bij een kerstfeest ‘liefde, vrede en vreugde’ centraal horen te staan. De boterhammen smaken opperbest, waarna de padvindsters nog enkele kerstliederen zingen. Als de kabouterleidster vervolgens nog een mooi verhaal voorleest, kunnen de meisjes om negen uur ’s avonds ‘zeer voldaan’ naar huis.

Koningin Juliana in het uniform van beschermvrouwe van het padvindstersgilde. Een vrijwilliger pakt kleertjes in; prinses Marijke en een vriendinnetje kijken toe. 1956. Bron: 53A27-10-P014-1 (prentbriefkaart, foto), Verzameling prentbriefkaarten Nederlands Vorstenhuis (1900-1970), Koninklijke Bibliotheek

Auteur: Arnoud van Soest

Publicatiedatum: 23/12/2020

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.