Hoog scoort Amsterdam nog niet op de lijst van katholieke bedevaartsplaatsen zoals Lourdes, Fatima en Kevelaer. Maar als het aan de zusters van de kloostergemeenschap ‘Familie van Maria’ ligt komt daar ooit verandering in. Zij bidden dagelijks in de kapel van hun kloostertje aan de rand van het Beatrixpark om de wereldwijde verbreiding van de cultus rond Maria als ‘Vrouwe van alle Volkeren’, geopenbaard in een reeks verschijningen aan de Amsterdamse Ida Peerdeman.
Natuurlijk kent Amsterdam de jaarlijkse ‘Stille Ommegang’, die zijn oorsprong kent in een hostiewonder in 1345, het ‘Mirakel van Amsterdam’. De deelnemers daaraan komen voornamelijk uit het eigen land en de omgang is inderdaad een weinig geruchtmakende aangelegenheid: bij deze Mirakelverering wordt geen woord gesproken. De visioenen die Ida Peerdeman tussen 1945 en 1959 kreeg zijn daarentegen gericht op een verering van Maria over de hele wereld met een nieuwe titel en een nieuw gebed, ondersteund door een nieuw dogma en met een grote bedevaartskerk in de stad als middelpunt. De reactie van de Rooms-Katholieke Kerk is tot nu toe over het algemeen terughoudend.
Ida Peerdeman en de verschijningen van Maria
Isje Johanna Peerdeman (Ida) werd geboren op 13 augustus 1905 in Alkmaar als jongste in een gelovig gezin met vijf kinderen; zij had drie zusters en een broer. Haar vader was textielkoopman. Het gezin verhuisde rond 1913 naar de Langestraat in Amsterdam, waar haar moeder overleed toen zij nog maar acht jaar oud was. Als kind werd Ida geplaagd door duivelse bezetenheid, waarvan zij verlost werd dankzij een duiveluitdrijving door haar biechtvader pater Mathias Frehe, die ook huisvriend was en vele jaren haar geestelijke leidsman zou zijn. Ida maakte de muloschool niet af en ging al jong werken op kantoor. Later betrok zij met haar zusters een bovenwoning in de Uiterwaardenstraat in de Rivierenbuurt. Ida bleef ongehuwd en leidde een onopvallend leven, totdat de verschijningen begonnen.
Op 25 maart 1945 verscheen Maria voor de eerste keer als een vrouwelijke gedaante in een zee van licht aan Ida in haar woning, in tegenwoordigheid van haar zussen en pater Frehe die toevallig op bezoek was. Maria zei dat ‘het gebed’ verspreid moest worden en dat haar benaming voortaan ‘de Vrouwe’ zou zijn. Verder wees zij de plaats aan voor een nieuwe kerk waar haar beeltenis vereerd kon worden en legde zij uit verschenen te zijn in Amsterdam vanwege het zesde eeuwfeest van het Mirakel. Daarna ging de gedaante langzaam weg en verdween het licht. Bij een tweede verschijning een maand later zag Ida ook de oude Mirakelprocessie van de binnenstad richting Rivierenbuurt trekken.
Het schilderij
Toen de verschijningen zich in de daaropvolgende jaren herhaalden, meestal bij Ida thuis en enkele malen in het openbaar in de naburige parochiekerk Sint Thomas van Aquino in de Rijnstraat, raakte pater Frehe ervan overtuigd dat ze een bovennatuurlijk karakter hadden. Hij meldde ze aan de bisschop van Haarlem, Johannes Huibers en liet Ida kennismaken met de zeer godsdienstige en gefortuneerde mevrouw Gertrud Brenninkmeijer van de C&A-familie en via haar met de Duitse schilder van Mariavoorstellingen Heinrich Repke. Die schilderde in 1951 de beeltenis van Maria naar aanwijzingen van de zieneres. Maria staat op de wereldbol met een voet op Nederland, haar rug tegen het kruis en de mystieke wondtekenen van de kruisiging in haar handen. Daarvandaan gaan drie stralen, genade, verlossing en vrede verbeeldend, naar de schapen onderaan het schilderij, de volken van de wereld. Zoals Maria zelf had uitgelegd symboliseert haar gordel de lendendoek van haar Zoon. Ida verklaarde dat de beeltenis zeer goed gelijkend was. Wel had ze in een visioen de schapen eerst voor wolken aangezien.
Medeverlossers
Tot 31 mei 1959 zou Ida 56 boodschappen van Maria ontvangen. Eerst hielden die vooral waarschuwingen in voor de geestelijke gevaren die de wereld en de Kerk bedreigden. Ida zag daarbij meermaals donkere wolken zich samenpakken boven de Sint Pieter. De boodschappen bevatten ook vaak ‘voorzeggingen’, zoals de Koude Oorlog, de eerste maanlanding en de ondergang van het communisme. Later gingen de boodschappen meer over de devotie. Maria wilde dat zij vereerd zou worden onder de nieuwe titel ‘Vrouwe van alle Volkeren’. Zij dicteerde in 1951 de tekst van het gebed waarover zij in de eerste boodschap al gesproken had. Daarin wordt gevraagd om de komst van de Heilige Geest die de volkeren moet bewaren voor verwording, rampen en oorlog. Als dat gebed en haar beeltenis verbreid werden over de wereld, zou de ware vrede komen. Voor het schilderij was plaats in de nieuw te bouwen kerk als middelpunt van deze Mariacultus. Die kerk moest komen op een braakliggend terrein, ‘het landje’, aan de rand van de stad bij de Zuidelijke Wandelweg, dicht bij het huis in de Uiterwaardenstraat. Ten slotte drong Maria erop aan de paus te vragen om de afkondiging van een nieuw en laatste Mariadogma, naast de vier bestaande dogma’s Maria als Moeder van God, de Maagdelijkheid van Maria, Maria Onbevlekt Ontvangen en Maria Tenhemelopneming. Dat vijfde dogma verklaart Maria tot Medeverlosseres, Middelares en Voorspreekster.
Reactie van de Kerk
Nadat het schilderij eind 1954 geplaatst was in een kapel van de Thomas van Aquinokerk begon de openbare verering van de Vrouwe van alle Volkeren. Die werd ook gepropageerd door familie en bekenden van Ida en er werden vanaf dat moment talloze bidprentjes in binnen- en buitenland verspreid met de beeltenis en het gebed, waarbij Ida ijverig meehielp. De reactie van de officiële Kerk was zuinig. Een bisschoppelijke onderzoekscommissie, die Ida ook psychologisch liet onderzoeken (waaruit bleek dat zij geen beeldend voorstellingsvermogen had), kwam tot de conclusie dat de boodschappen niet van de hemel konden komen omdat Maria zich nooit eerder zo had geopenbaard. Toen desondanks bedevaarten naar de Thomas van Aquinokerk op gang kwamen, het eerst uit Volendam, werd de openbare verering na een half jaar door bisschop Huibers verboden. Het schilderij verdween voor lange tijd in een kelder van de kerk. De Congregatie van het Heilig Officie in Rome, die waakt over de geloofsleer van de Kerk, steunde het besluit van de bisschop. De aanduiding van Maria als Medeverlosseres was natuurlijk het heetste hangijzer: die zou onherroepelijk leiden tot misverstand, aangezien er volgens de leer van de Kerk maar één Verlosser is. Ook moest de tekst van het gebed, die eerst repte van “de Vrouwe van alle Volkeren, die eens Maria was”, worden aangepast. De Vrouwe liet daarop wel weten dat zij niet tevreden was over de verandering van het gebed.
De kloostergemeenschap in de Diepenbrockstraat
De voorstanders van de Vrouwe (ook wel: Moeder) lieten zich niet tegenhouden en gingen door met hun propaganda. Vele wonderbaarlijke genezingen leken de bovennatuurlijkheid van de boodschappen te bewijzen. Na het overlijden van pater Frehe in 1967 richtten zij het Comité, later de Stichting Vrouwe van alle Volkeren op, om opnieuw te streven naar openbare verering. Mevrouw Brenninkmeijer schonk daartoe haar woonhuis aan de Diepenbrockstraat, waar in 1970 een klein klooster in werd gevestigd met vier paters. Daar had de bisschop geen zeggenschap over en in een aangebouwde vierkante kapel aan de zijde van het Beatrixpark kon nu het schilderij worden geplaatst en de verering plaatsvinden.
Toen na verloop van tijd de paters vertrokken mocht de bejaarde Ida, die al in de jaren vijftig vanwege haar gezondheid was gestopt met werken en financieel goeddeels afhankelijk was van mevrouw Brenninkmeijer, in 1985 haar intrek in het huis nemen. Daar kreeg zij in haar laatste levensjaren weer last van demonische kwellingen. Veel later, na haar overlijden en een periode van gekrakeel onder de leden van het Comité, ging het bescheiden complex het klooster van de Zusters van de Familie van Maria huisvesten, een orde mede opgericht door de Oostenrijkse aanhanger pater Paul Sigl, die bevriend was met Ida. De zusters wonen er tot de huidige dag en beheren de kapel met het schilderij. Relieken, zoals de gordel van Maria in Maastricht, ontbreken. In een bijgebouwtje op de plek van de vroegere garage zijn kaarsen, brochures en uiteraard bidprentjes in vele talen verkrijgbaar.
Basiliek
Het aantal volgelingen in Nederland bleef ondanks de verwikkelingen stijgen. Ook internationaal kreeg de cultus steeds meer aanhangers, mede door missionering in India en Zuidoost-Azië. De plannen voor de grote bedevaartskerk, waarvoor giften uit de hele wereld kwamen, werden uitgewerkt. De Vrouwe had in haar boodschap van 31 mei 1956 al gedetailleerde aanwijzingen gegeven hoe de kerk er van buiten en van binnen uit moest zien. De maquette toont een enigszins oosters aandoende basiliek met een gebogen dak over het kerkschip en drie koepels; een toren ontbreekt, maar die zou ook erg hoog moeten zijn om op te kunnen boksen tegen de nieuwe gebouwen op de Zuidas. Het schilderij zou in een aparte kapel van de kerk zijn definitieve bestemming moeten vinden.
De locatie, pal naast het inmiddels verrezen treinstation RAI en de ringweg, lijkt geknipt voor het ontvangen van een stroom bedevaartgangers. De plannen raakten echter in het begin van deze eeuw in het slop door uitbreiding van de RAI aldaar met een hal voor beurzen en andere evenementen. Toch houdt de stichting vast aan de plek, die “zo de Heer wil te zijner tijd wel beschikbaar zal komen”. Een andere stichting, Lourdes aan de Amstel, maakt zich de laatste jaren zelfs sterk voor bouw binnen afzienbare tijd van een kolossaal gebedshuis geïnspireerd op de Byzantijnse Aya Sophia in Istanboel op een stuk grond tegenover de RAI, waar oorspronkelijk een theater zou komen en nu tijdelijke volkstuintjes te vinden zijn. Het enorme bedrag dat ervoor nodig is, zo’n honderd miljoen euro, zou vooral uit het buitenland moeten komen, waar de cultus veel breder verbreid is. Deze stichting stipt ook nog de economische impuls voor de stad aan die de komst van mogelijk miljoenen pelgrims zou geven naast de bestaande toeristenstroom.
Verering toegestaan
De vraag naar de echtheid van de boodschappen bleef intussen de gemoederen bezighouden. Op 31 mei 1996 maakte bisschop Henny Bomers, de opvolger van Huibers, bekend dat hij geen bezwaar meer had tegen de openlijke verering van Maria als Vrouwe van alle Volkeren. Ida zou daarna hebben gezegd: “nu is het goed, nu ben ik klaar”. Zij stierf korte tijd later op negentigjarige leeftijd en werd begraven bij haar zussen op de begraafplaats Sint Barbara in Amsterdam-West. Het graf, dat ook pater Frehe herdenkt, wordt sindsdien gesierd door een stenen versie van het schilderij en het wordt geregeld door gelovigen bezocht. Er zijn echter geen wonderen omheen bekend en het is evenmin bedevaartsdoel geworden. Dat is in overeenstemming met de wens van Ida, die niet uit was op aandacht voor haar persoon. Zij noemde zich zelfs wel eens “geen overdreven katholiek”. Toch deed pater Sigl in 2005 een korte biografie van de zieneres het licht zien.
Bisschoppelijke erkenning…
De vereerders bleven ijveren voor de erkenning door de paus van het vijfde dogma, als onbetwistbaar leerstuk van het katholieke geloof. Daartoe organiseerden zij vanaf 1997 in Amsterdam een jaarlijkse internationale gebedsdag rond 31 mei en zetten zij een ‘Wereldactie’ op: als onderdeel daarvan werden honderd kopieën van het schilderij gezegend en begonnen deze een soort missiereis om de cultus wereldwijd bekend te maken. Er kwam belangrijke bijval: op 31 mei 2002 verklaarde de nieuwe bisschop van Haarlem, Jozef Punt, na overweging in gebed en theologische reflectie “dat in de verschijningen van Amsterdam een bovennatuurlijke oorsprong gegeven is.” Tegelijk met deze bisschoppelijke erkenning stelde hij een begeleidingscommissie in om een goede voortgang van de devotie te bevorderen.
…maar pauselijke afwijzing
Staat het bisdom Haarlem sindsdien achter de verering van de Vrouwe, de andere bisdommen van Nederland stellen zich gereserveerder op. Bij de vele bestaande titels van Maria als Troosteres der Verdrukten, Moeder van Smarten, Koningin des Hemels en Sterre der Zee hoeft van hen geen nieuwe te komen; uit de evangeliën is toch al weinig over haar bekend. Paus Benedictus XVI, die aantrad in 2005 en eerder als kardinaal aan het hoofd van
de Congregatie voor de Geloofsleer had gestaan, bleef bij de afwijzing van het dogma van Maria als Medeverlosseres en het Vaticaan staat nog steeds op dat standpunt. De Kerk is voorzichtig met het erkennen van privé-openbaringen zoals die van Ida. Verder lijkt de realisatie van de bedevaartskerk door de recente nieuwbouw van de RAI ook op de lange baan geschoven. Aanhangers moeten wel concluderen dat de tijd nog niet rijp is, al weigeren ze het oude adagium ‘Roma locuta, causa finita’ te onderschrijven.
De onopvallende kapel aan de Diepenbrockstraat wordt dagelijks bezocht door gelovigen uit alle delen van de wereld, maar het heiligdom van Onze-Lieve-Vrouwe-ter-Nood bij Heiloo zal voorlopig nog wel het voornaamste Mariabedevaartsoord in de wijde omtrek blijven en de Stille Ommegang de enige grootschalige bedevaart van de stad. Het nieuwe woongebouw in de Rijnstraat en het huis in de Uiterwaardenstraat hebben zelfs geen gedenksteen die herinnert aan wat zich daar in de jaren veertig en vijftig zou hebben voorgedaan.
Auteur: Henk Bouma
Bronnen
Stichting Vrouwe van alle Volkeren, De boodschappen van de Vrouwe van alle Volkeren (Amsterdam 2002).
P.M. Sigl, Ida Peerdeman. De zieneres van Amsterdam (Amsterdam 2005).
P.M. Sigl, Voordracht op de Gebedsdag ter ere van Maria, de Moeder van alle Volkeren op 31 mei 2009 te Keulen: ‘God toont ons door Maria, de Moeder van alle Volkeren, de weg tot de ware vrede’ (Neuss 2009).
‘Amsterdam, Vrouwe van alle Volkeren’, Meertens Instituut – KNAW.
‘Stichting Vrouwe van alle Volkeren’, Stichting Vrouwe van alle Volkeren.
‘De Vrouwe van alle Volkeren’, De Vrouwe.
‘Stichting Lourdes aan de Amstel’, Het Vijfde Mariale Dogma.
Publicatiedatum: 31/08/2017
Vul deze informatie aan of geef een reactie.
1 reactie“Zoon” moet zijn: tweelingziel.