Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

De Huizer molen draait door

De molen van Huizen stond vroeger op de Molenberg, maar kijkt sinds 1916 vanaf een heuvel uit over het Nederlands Openluchtmuseum. Het is de enige standerdmolen van Noord-Holland die bewaard is gebleven en daarom een bijzonder stuk erfgoed. Als boekweitmolen speelde hij maar liefst 250 jaar lang een belangrijke rol in de voedselvoorziening van het dorp.

Aan het begin van de zeventiende eeuw was Huizen nog een klein boerendorp, waarvan de meeste inwoners in min of meerdere mate armlastig waren. Geldgebrek zorgde ervoor dat de Oude Kerk, het middelpunt van het dorp, het al sinds 1577 met een gedeeltelijk ingestort dak moest stellen. Maar er gloorde licht aan de horizon. De visserij op de Zuiderzee won aan belang en trok het welvaartsniveau van het hele dorp omhoog. Er werden in rap tempo nieuwe huizen gebouwd, sommige zelfs fraai gedecoreerd. In honderd jaar tijd verdubbelde het aantal woningen van 136 naar maar liefst 285. En in 1637 kon dan ook eindelijk de kerk hersteld worden, zij het met forse steun van Amsterdam.

De oudst bekende tekening van Huizen, ca. 1620-1670. Hierop zijn de kerk en de molen te zien. Collectie Provinciale Atlas, Noord-Hollands Archief.

Op een kaart uit 1725 is te zien dat Huizen tegen die tijd een relatief groot dorp binnen het Gooi was. De woningen stonden niet aaneengesloten, maar verspreid door het dorp. In de woorden van een tijdgenoot: ‘Het Dorp is groot: maar de Huizen staan’er in geene bepaalde roojinge. Elk heeft’er zijn Tuintje en Boomgaardje of Akker. De Graangewassen groeien’er als tusschen de Huizen in’. Ondanks de groeiende visserij, leefden de meeste Huizers in deze tijd nog steeds van de landbouw. Ze verbouwden vooral boekweit op de akkers (de Eng) ten westen van het dorp. De arme zandgrond was voor weinig andere gewassen geschikt. Ten oosten van Huizen lagen de weiden (de Meent) waarop rundvee en paarden gehouden werden.

Het dorp ‘Huyzen’ (linksboven) op een kaart van Gooiland door H. Post uit 1725. Collectie Provinciale Atlas, Noord-Hollands Archief.

Windbrieven en maalafspraken

Van boekweit kon pap en koek gemaakt worden. Maar voordat het zover was, moest de boekweit eerst tot gort vermalen worden. Dat gebeurde door de Huizer molen op de Molenberg. Hoewel het precieze bouwjaar van de molen onbekend is, wijzen de meeste bronnen op een datering van rond 1665. Uit dit jaar is ook een zogenaamde windbrief overgeleverd: een volmacht om een windmolen te mogen bouwen en exploiteren. Deze werd op 10 oktober 1665 uitgereikt aan Rijck Pieterssen, tegen betaling van 4 ponden van 40 groten (een oude munteenheid) per jaar. Desondanks zijn er ook argumenten dat de molen uit 1585 zou stammen, of zelfs van nog eerder datum, en komen sommige onderdelen van de molen juist weer uit latere eeuwen.

Molenaar was vroeger een belangrijk beroep. De Huizer molen was dan ook niet de enige molen in de omgeving. Tussen 1666 en 1725 zijn er nog vier windbrieven bekend om grutmolens in Huizen te mogen oprichten of voortzetten. Ook in de omliggende plaatsen stonden molens waar boeren met hun oogst naartoe konden, als de prijs van de Huizer molen ze niet aanstond. De Huizer molen had zelfs concurrentie van molens buiten de provincie. Daarom sloot de molenaar van Huizen al snel een overeenkomst met Naarden dat hij alleen nog maar boekweit zou verwerken. In ruil daarvoor maalde men in Naarden alleen rogge en tarwe. Zo zaten ze elkaar tenminste niet in de weg.

Hendrik Weegewijs, De Huizer molen op de Molenberg, 1913. Collectie Provinciale Atlas, Noord-Hollands Archief.

Middeleeuws ontwerp

Al deze molens zijn uit het dorpsbeeld verdwenen. Alleen de molen op de Molenberg is bewaard gebleven en is daarmee de enige nog bestaande standerdmolen van Noord-Holland. Dit molentype, genoemd naar de houten standerd waaromheen het gehele molenhuis kon draaien, is het oudste molentype dat ons land kent. Hij stamt uit de middeleeuwen en is daarna nog honderden jaren gebouwd. De standerd rust op een kruis van balken en dubbele schoren, die steunen op vier zware gemetselde voeten (teerlingen). Oorspronkelijk hadden deze voeten een houten ombouw en een rieten dak, die de onderbouw beschermden tegen de elementen. Dit is op oude afbeeldingen van de molen nog te zien. Deze betimmering is tijdens de laatste restauratie in 1975 verwijderd, waardoor het nu een open standerdmolen is.

Opengewerkt model van een standerdmolen, waarin het binnenwerk zichtbaar is. Foto: Sarah Remmerts de Vries.

Omdat de voorkant van de houten kast (het molenhuis) veel wind te verduren krijgt, is deze smaller uitgevoerd dan de achterkant. Binnen bevindt zich de werkruimte van de molenaar, die bestaat uit twee verdiepingen. Op de bovenste ligt de steenzolder, waar het naar boven getakelde graan tussen de maalstenen wordt gegoten. Daaronder bevindt zich de maalzolder, waar het vermalen meel via de meelkoker in grote zakken stroomt. De maalzolder is bereikbaar via een buitentrap aan de achterkant van de molen, de steenzolder via een binnentrap. Onder het bordes van de buitentrap steekt de zware staartbalk uit, die het molenhuis in evenwicht houdt. Ook zijn hier de trap en krui-haspel aan bevestigd.

De achterzijde van de Huizer molen, met buitentrap en bordes. Foto: Sarah Remmerts de Vries.

Kostbaar onderhoud

Na zo’n 250 jaar dienst is de Huizer molen in 1916 overgebracht naar het toen pas gestichte Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem. Het was een van de eerste aanwinsten van het museum, dat in juli 1918 geopend werd. De molen is destijds voor 150 gulden aangekocht, afgebroken en door aannemer G. Kuyper op de Waterberg in het Openluchtmuseum weer opgebouwd. In april 1917 was de opbouw voltooid. Het verhuizen van de molen had het museum toen zo’n 2.500 gulden gekost.

Maar daar hielden de kosten niet op. Tijdens een zware storm in 1923 raakte de molen flink beschadigd, waarna hij voor het eerst gerestaureerd moest worden. Een tweede herstelpoging volgde na het bombardement van 19 november 1943, die de onderbouw aantastte. In 1949-’50 werd tijdens uitgebreide herstelwerkzaamheden het originele bovenwiel uit 1720 vervangen door dat van een standerd korenmolen uit Mussel (gemeente Stadskanaal). De laatste reconstructie stamt uit 1975, toen de eerder genoemde betimmering van de houten onderbouw afgehaald is. Tegenwoordig is de vrolijke gele molen een niet te missen verschijning naast het Zaanse dorp in het Openluchtmuseum.

De Huizer molen in het Nederlands Openluchtmuseum. Foto: Judith van Amelsvoort.

Luminisme in Huizen

De Huizer molen is door de jaren heen door verschillende kunstenaars vastgelegd, niet in de laatste plaats door de bekende Larense schilder Co Breman (1865-1938). Hij schilderde de molen in 1914, aan de vooravond van de sloop, in zijn kenmerkende pointillistische en luministische stijl. Het werk, dat opgebouwd is uit losse verfstreepjes, is zonnig en helder van kleur. Het werd vorig jaar ontdekt en door het Zuiderzeemuseum aangekocht, dat het onlangs heeft laten restaureren. Het Huizer Museum heeft nu de eer het schilderij voor het eerst aan het publiek tonen. Van 1 juni tot en met 27 oktober 2024 is het werk in het museum te bewonderen, als hoogtepunt van een grotere tentoonstelling rond het schilderij.

Co Breman, De Huizer Molen, 1914. Collectie Zuiderzeemuseum.

Tekst en omslagfoto: Sarah Remmerts de Vries

Bronnen:

  • Sarah Remmerts de Vries, Canon van Huizen (Huizen 2019).
  • Canon van Huizen op canonvannederland.nl.
  • Nonymus, A., Het dorp Huizen. Een bewerking van archiefstukken met illustraties (Huizen 1964).
  • Stikvoort, J.M., ‘Onze standerdkorenmolen uit Huizen/Nh.’, Tussen Vecht en Eem 5 (1975) 103-105.
  • J. Kölker-Lisse, ‘De Huizer Korenmolen’, Tussen Vecht en Eem 9 (1979) 110-114.
  • Bezoekersgids Nederlands Openluchtmuseum (2017) en nl.
  • ‘Topstuk Huizer Molen ontdekt en vanaf juni tijdelijk te zien in Huizer Museum’ op nl.

Publicatiedatum: 06/06/2024

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

1 reactie

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.