De Geniedijk is een verdedigingswerk binnen de Stelling van Amsterdam. Tussen 1880-1920 werd rondom Amsterdam een bijzonder verdedigingswerk van forten, batterijen, dijken en sluizen aangelegd. Militairen konden de toegang tot de hoofdstad blokkeren door de omliggende gebieden onder water te zetten. Tot de uitvinding van nieuwe militaire technieken en de komst van het vliegtuig bleef Amsterdam zo beschermd tegen invallen van vijanden. Ondanks dat de Stelling van Amsterdam nooit als geheel in werking is getreden, is het een belangrijk militair monument. Sinds 1996 staat de Stelling op de Werelderfgoedlijst van UNESCO en vanaf juli 2021 maakt het samen met de Nieuwe Hollandse Waterlinie onderdeel uit van het werelderfgoed Hollandse Waterlinies .
Hollandse waterlinies
Als kringstelling is de Stelling van Amsterdam niet de enige in zijn soort. Ook Antwerpen en Parijs werden in de negentiende eeuw omringd door een kring van verdedigingswerken, die er samen voor moesten zorgen dat de vijand niet kon binnendringen. Uniek aan de Amsterdamse stelling is de grote rol die het water in de verdediging speelde. Wanneer de Stelling in werking trad, werd het omliggende land onder een laag van 20-30 centimeter water gezet. Hierdoor werd het terrein onbegaanbaar voor militairen, paarden en wagens. Ook schepen zouden vastlopen in het ondiepe water. Om het land met precies de juiste hoeveelheid water onder te laten lopen, was een goed beheersbaar waterbouwkundig systeem nodig. Rond Amsterdam werden tientallen sluizen , dammen , duikers en inundatie kanalen aangelegd. Wanneer er oorlog dreigde, zou bijna het hele watersysteem van West-Nederland worden gebruikt om het omliggende gebied binnen enkele dagen onder water te zetten.
Voor- en Achterkanaal
In tijden van oorlog moest alleen het zuidelijke deel van de Haarlemmermeerpolder onder water komen te staan. Daarmee konden vijandelijke troepen op afstand van Amsterdam gehouden worden en de grond in het noorden gebruikt blijven worden als landbouwgrond, om voedsel voor de bevolking en het leger te verbouwen. Om te zorgen dat het noordelijke deel van de polder droog bleef, werd tussen 1891 en 1895 de Geniedijk aangelegd. Deze dijk vormde een waterkering met een gedekte weg erachter die ervoor zorgde dat militairen zich ongezien konden verplaatsen tussen de forten bij Vijfhuizen, Hoofddorp en Aalsmeer.
Aan de zuidkant van de Geniedijk loopt het Voorkanaal. Via dit kanaal zijn verschillende waterwegen met elkaar, evenals met de Hoofdvaart en de Ringvaart, verbonden. Het Voorkanaal was extra breed gemaakt voor de doorvoer van het water dat werd ingelaten vanuit de ringvaart door de schutsluis bij Aalsmeer. Hiermee werd het zuidelijk deel van de Haarlemmermeer onder water werd gezet. Aan de noordkant van de Geniedijk loopt het Achterkanaal, waar tussen Hoofddorp en Vijfhuizen vroeger de spoorweg Aalsmeer-Haarlem naast liep. Omdat men aan deze zijde geen grootschalige aanval verwachtte, werd het Achterkanaal smaller gemaakt dan het Voorkanaal. Een andere belangrijke reden was dat de inundatiesluis bij Aalsmeer het water inliet op het brede Voorkanaal.
Kwetsbare toegangspunten
De Geniedijk kruist op een aantal plaatsen andere wegen en kanalen. Deze onderbrekingen in de dijk vormden accessen : kwetsbare plekken in de verdediging. Om deze accessen te beschermen werden forten gebouwd en vele kleine batterijen die niet zijn behouden. Die moesten voorkomen dat de vijand hier kon binnendringen. Op de plaats waar de Geniedijk en de Ringvaart samenkomen ligt aan de westzijde het Fort bij Vijfhuizen, en aan de oostzijde het Fort bij Aalsmeer. Ter hoogte van de kruising tussen de Geniedijk en de Hoofdvaart, die dwars door de polder loopt, ligt het Fort bij Hoofddorp.
Waar de Geniedijk kleinere wegen kruiste, ontstonden coupures : kleine dijkgaten. Deze moesten afgesloten kunnen worden als de Stelling in werking trad. Niet alleen om de vijand buiten te houden, maar ook om te voorkomen dat het water zou weglopen. De coupure van de Haarlemmermeerspoorlijn kon in oorlogstijd met schotbalken worden gedicht. Deze balken werden in de sleuven van een betonnen constructie aan weerzijden van het spoor geschoven. De ruimte tussen de planken werd opgevuld met aarde en zandzakken om het geheel waterdicht te maken. Boven op de Geniedijk werden schotbalkloodsen gebouwd waar de balken in werden opgeslagen. Een aantal hiervan is nog aanwezig.
Extra verdediging
In de Geniedijk zijn op enkele plaatsen bomvrije onderkomens en nevenbatterijen aangelegd, waaronder de Batterij aan de Sloterweg en de Batterij aan de IJweg. Dit waren schuilplaatsen voor de militairen en opstelplaatsen voor geschut, gemaakt van materiaal dat goed bestand was tegen zwaar vuur. Vanaf de batterijen kon de vijand op grote afstand onder vuur genomen worden.
Omdat het schootsveld tussen de drie forten in de Geniedijk niet groot genoeg was om het hele terrein tussen die forten te bestrijken werden aan de Sloterweg (nu Rijnlanderweg) en de IJweg twee ‘mini-forten’ gebouwd. Hun enige taak was zijwaarts vuur te geven richting de forten en daarmee het gehele terrein te kunnen verdedigen. De Batterij aan de Sloterweg, tussen Hoofddorp en de snelweg A4 is de enige batterij die nog goed herkenbaar is. De Batterij aan de IJweg, die ook aan de Geniedijk ligt, is grotendeels gesloopt. De resten bevinden zich onder de grond.
De aanleg van de A4 tussen Amsterdam en Den Haag zorgde in 1929 voor een extra acces in de Geniedijk. Tussen 1934 en 1937 kwamen aan weerzijden van de snelweg drie bomvrije kazematten waarin een kanon en mitrailleurs geplaatst waren. Ook deze zijn nog steeds zichtbaar in het landschap. Inmiddels is de Geniedijk op meer plaatsen onderbroken door spoorwegen en autowegen. Ook kreeg de Geniedijk tijdens de Koude Oorlog een munitiedepot bij Schiphol.
Schapen als grasmaaier
Tegenwoordig is de Geniedijk herkenbaar door een indrukwekkende rij populieren. Enkele jaren na de aanleg werd de Geniedijk al in 1903 beplant. Toen is aan de frontzijde van het Voorkanaal een dubbele rij iepen geplaatst, die vanaf de Ringvaart bij Vijfhuizen onafgebroken doorliep tot aan de Ringvaart bij Aalsmeer. Na 1937 zijn deze bomen vervangen door twee rijen populieren langs de helling. Alleen ten westen van het Fort bij Aalsmeer is de oorspronkelijke beplanting nog steeds zichtbaar.
Sinds 1935 wordt het grasland van de Geniedijk verpacht aan boeren uit de omgeving. Nog altijd helpen deze pachters bij het onderhoud. Zo wordt het grasland begraasd door schapen die vrij rondlopen. De aanwezigheid van deze dieren versterkt de huidige functie van de Geniedijk: een groen, natuurvriendelijk lint in het gebied rondom één van de drukste luchthavens ter wereld. De provincie Noord-Holland, de gemeente Haarlemmermeer en de Rijksdienst Cultureel Erfgoed ontwikkelen momenteel een nieuwe visie voor de ontwikkeling van de Geniedijk. Hun richtlijnen moeten ervoor zorgen dat toekomstige bedrijvigheid rond de dijk goed samengaat met het UNESCO Werelderfgoed.
Dit verhaal is in 2024 herzien door de redactie van Oneindig Noord-Holland.
Meer informatie
Meer informatie over de Geniedijk is te vinden op de volgende website:
Publicatiedatum: 07/06/2024
Vul deze informatie aan of geef een reactie.
1 reactiehet is een waarde vermindering van mijn bedrijf het maakt vergunning aanvraag moeilijker.