Dat is niet altijd zo geweest. Voordat de duinen in de vorige eeuw grotendeels voor de waterwinning werden gereserveerd, waren ze een ‘gewoon’ woon-, landbouw- en/of jachtgebied. Vanaf het moment dat er, duizenden jaren geleden, aan de kust voldoende droge zandplaten ontstonden om op te leven, verscheen hier de eerste bevolkingsgroep. De bewijzen van die bewoning liggen in de bodem verstopt, en soms voor het oprapen.
Toen in september 1995 de wijk Oosterbuurt zou worden uitgebreid, haalden archeologen er hun hart op. De bodem zat propvol schatten uit allerlei perioden; van de eerste eeuw tot en met de middeleeuwen. Er is een compleet grafveld blootgelegd. Het eerste skelet dat werd gevonden, stamt uit het jaar 400. ‘Hilde van Castricum’ is ze genoemd. Ze is door middel van reconstructie tot leven gewekt en er is een boek over haar verschenen: ‘Het land van Hilde’.
Losplaats voor schelpen
Castricum fungeert van oudsher als hoofdplaats voor de kleinere nederzettingen in de buurt, maar groeit nauwelijks tot aan de twintigste eeuw. De inwoners werken als boer of als schelpvisser (skulper). De buurtschap Schulpstet, dat ligt tussen Castricum en Bakkum, was ooit een laad- en losplaats voor schelpen. Schelpvissers zijn er nu niet meer, maar De Skulpers nog wel. Dit Castricums mannenkoor organiseert iedere twee jaar het muziekfestival ‘Van Dorp tot Kust’ waarbij podia staan langs de oude route die de schelpvissers volgden van het Noordzeestrand naar Bakkum.
Explosief groeien
In de twintigste eeuw groeit Castricum explosief. Dit begint met de opening van de spoorlijn Haarlem-Alkmaar. Gevolgd door de stichting van het provinciaal ziekenhuis Duin en Bosch in 1904. Met de aanleg van de Zeeweg en de opening van het kampeerterrein in Bakkum wordt Castricum ook aantrekkelijk als vakantiebestemming.
In de rij voor kampeerplek
Het kampeerterrein Bakkum viert in 2014 haar 100-jarig bestaan: kamperen in Bakkum begon in 1914 toen de toenmalige eigenaresse, een Duitse prinses, een aantal personen toestemming gaf hun tenten op te slaan op haar landgoed. Na de oorlog verandert de manier van kamperen; er komen steeds meer ‘tenthuisjes’ waar arbeidersgezinnen uit Amsterdam en Zaandam van maart tot oktober wonen. Het grootste kampeerdorp van Nederland is ontstaan, compleet met winkels en een dokter. De kinderen uit dit ‘zwartepotendorp’ (van het boszand) gaan in Castricum naar school. Anno 2010 is kamperen in Bakkum onverminderd populair; de tenthuisjes zijn echte huisjes geworden, de een nog sfeervoller dan de ander. Om een seizoensplaats te bemachtigen moet je van goede kampeerhuize komen: soms moet je er twee nachten voor in de rij liggen.
Tuin van kapitein Rommel
De gemeente Castricum heeft die toeristen inmiddels veel te bieden: ze kunnen een bezoek brengen aan Limmen als tijdens de bloemendagen de tuinen van de inwoners versierd worden met mozaïeken gemaakt van hyacintenbloemen; sportliefhebbers kunnen naar het internationale jeugdtennistoernooi ‘Biesterbos open’, cultuurliefhebbers naar het muziek, theater en dansfestival ‘Uit je Bak!’ of naar de mooie klassieke muziekconcerten die door de Stichting Iskra worden georganiseerd. Waterliefhebbers bezoeken Akersloot en De Woude aan het Alkmaardermeer. Uitgaansgelegenheid is er volop in het centrum van Castricum en rustzoekers kunnen terecht in de oase van rust in het centrum van Castricum: ‘De Tuin van Kapitein Rommel’.
De meeste rustzoekers zullen echter komen voor de duinen en de bossen. Vele bezoeken zullen beginnen bij de uitspanning ‘Johanna’s hof’ of het bezoekerscentrum ‘De Hoep’. En verreweg de meeste bezoekers komen simpelweg voor het strand en de zee, want Castricum is tenslotte ook een badplaats.
Publicatiedatum: 16/08/2011
Vul deze informatie aan of geef een reactie.