
Wat is een wandbespanning en betengeling?
Al sinds de Romeinen worden stoffen op wanden gedrapeerd en opgehangen. Textiel was vroeger erg kostbaar. In de middeleeuwen konden alleen zeer welgestelde personen en de kerk wandbekleding bekostigen. In de zestiende eeuw werd een kamerbehanger ook wel ´tapezearius´ genoemd. Speciaal voor feestelijke gelegenheden werd de ambachtsman ingeschakeld om mooie stof tegen de muren te spannen of hangen. In deze periode is ook de betengeltechniek ontwikkeld.
Bij deze techniek wordt een jute of linnen doek met kopspijkertjes vastgespijkerd tegen een houten constructie van latten (tengels). Vervolgens wordt dit met lagen grondpapier beplakt. Op deze ondergrond wordt het papieren behang geplakt of een stof opgespannen. Dikwijls worden hiervoor hoogwaardig geweven stoffen of handgedrukte papiersoorten gebruikt. Met de betengeltechniek wordt een direct contact met de muur vermeden.
Wandbespanning is nog steeds een prachtige methode om wanden mee te bekleden. Hiermee wordt diepte én een warme sfeer gecreëerd in een (historische) interieur.

Nieuw behang speciaal ontworpen voor het ledenlokalen Artis, Amsterdam. Foto: Frans Hazenbosch.
Van meubelstoffeerder naar specialist wandbespanning
Het bespannen van wanden met stof of papier is een arbeidsintensief proces. Het is een vak waar geen opleiding voor is, maar wat in de praktijk moet worden geleerd. Na de MTS in Rotterdam volgde Frans Hazenbosch een opleiding tot meubelstoffeerder. Dit vormde een goede basis voor de rest van zijn carrière. Eind jaren 1970 gingen steeds meer huiseigenaren in Dordrecht hun monumentale panden opknappen. De grote vraag naar historisch correcte wandbekleding zorgde ervoor dat Frans in deze periode ruim 30 ruimtes onder handen heeft genomen.
Er kan van te voren geen preview worden gemaakt van hoe de wanden er uit komen te zien, dus een klant moet wel vertrouwen hebben in een wandbespanner. Veelal zorgt mond tot mond reclame ervoor dat Frans nieuwe opdrachten krijgt aangeboden. Daarnaast kocht hij, op aandringen van een goede vriend, in de beginjaren van het internet de domeinnaam wandbespanning.nl. In Nederland zijn er maar drie bedrijven die professionele wandbespanning en betengeling aanbieden. Als specialist met jarenlange ervaring wordt Frans regelmatig om advies gevraagd. Zijn werk is te bewonderen in monumentale panden, musea, statige kantoren en landhuizen.
Een leven lang tussen de stoffen
Frans werkt al jarenlang samen met interieurstoffen specialist Dwellings in Dordrecht. Zijn collega daar heeft veel kennis van textiel en historische periodes. Als er een aanvraag binnenkomt, gaan ze samen op pad om de ruimte te bekijken. Vervolgens krijgt Frans een aantal historisch correcte stofstalen mee om te tonen aan de opdrachtgever. Nadat er een keuze is gemaakt, berekent hij hoeveel meters stof (en andere materialen) er nodig zijn. Hierbij moet er altijd rekening worden gehouden met eventuele foutjes in het weefsel. Een weeffout mag natuurlijk niet op ooghoogte te zien zijn. De banen stof zijn meestal tussen de 130 cm en 140 cm breed. Er zijn stoffen die dwars verwerkt kunnen worden, maar meestal zijn ze staand. Het aan elkaar stikken van de stofbanen doet Frans van te voren in zijn atelier. Hierbij let hij natuurlijk goed op dat het motief netjes doorloopt.

Frans Hazenbosch aan het werk.
Originele stofstalen
Een geweven stof met een ingewikkeld motief in reliëf geeft dikwijls de mooiste uitstraling in een interieur. Als het te ‘glad’ is lijkt het net behang. De prijzen variëren van 100 tot 200 euro per vierkante meter. Met heel soms een uitzondering van 500 euro per meter. Zoals bij een kamer in een kasteel in Brussel, waarvan er alleen foto’s waren bewaard. Het stoffenhuis in Frankrijk die in 1850 de stof voor de wanden had geleverd, bleek in hun archief nog de originele stofstalen te hebben. Er werd een nieuwe jacquard kaart voor het weefgetouw gemaakt, waardoor de originele blauwe stof kon worden nagemaakt.
Dit soort oude stoffenhuizen bevinden zich nog in Frankrijk, Engeland en Italië. Dankzij hun archieven met boeken vol patronen, kunnen historische motieven opnieuw op stof en papier worden uitgebracht. Deze specialistische bedrijven werken bovendien nog met oude technieken, zoals blokdrukken, gaufreren (figuren inpersen) en jacquard (weeftechniek).
Vroeger werden voor wandbespanningen zijde stoffen gebruikt. Tegenwoordig bestaan de duurdere interieurstoffen uit verschillende materialen, zoals linnen, katoen en viscose. Deze mengsels zorgen voor een sterkere kwaliteit. Moderne bewerkingen, zoals machinaal borduren of digitale prints, worden gebruikt om de historische stoffen en behangsels te evenaren.

Nieuwe stoffenwandbespanning in de administratiezaal van de Beurs van Berlage, Amsterdam. Foto: Frans Hazenbosch.
Een liefde voor monumenten
Als een wandbespanning goed wordt aangebracht, moet het volgens Frans drie generaties meekunnen. Het ligt natuurlijk ook aan de kwaliteit van de stof en hoeveel licht er binnen komt. Dikwijls is de opdrachtgever (een museum of andere culturele organisatie) daar al op bedacht en wordt er folie op de ramen geplakt die geen UV-licht doorlaat.
In oude panden bevinden zich vaak nog de oude houten frames waarop de stof wordt vastgemaakt. Het is alleen de vraag in hoeverre deze nog bruikbaar zijn na drie eeuwen. Frans controleert van te voren of het hout nog stevig genoeg is of dat er iets moet worden vervangen.
Onder de stof moeten er nog twee extra lagen zitten. De stof alleen op de muur is niet genoeg. In de ruimte (spouw) tussen de muur en het frame komt een luchtbeweging op gang. Zonder de twee lagen zou de bovenstof vies worden van de stoffige vieze lucht die door het weefsel komt. De basis op het frame is een betengeling van linnen dat op papier is geplakt. De tweede laag is een molton, waarover uiteindelijk de mooie stof wordt gespannen. Omdat een betengeling maken zeer arbeidsintensief en duur is, wordt er tegenwoordig steeds vaker gebruik gemaakt van synthetisch doek. Dit ‘ademt’ wel maar laat de stofdeeltjes niet door.
Wandbespanningen en betengelingen maken voor monumenten is niet voor iedereen weggelegd. In een ruimte begin je van links naar rechts, maar gaandeweg kom je in een oud huis wel eens problemen tegen. Dan moet je overleggen met de eigenaar en samen naar een oplossing zoeken. Iets wat flexibiliteit en creativiteit vraagt. Zo heeft Frans ruim 20 monumenten in Amsterdam, waaronder Artis en de Beurs van Berlage, voorzien van nieuwe wandbekleding.
Op de vraag wat het meest bijzondere monument is dat hij ooit heeft opgeknapt, hoeft Frans niet lang na te denken: het Anne Frank Huis. Gelukkig mag hij daar jaarlijks nog terugkeren voor onderhoud. “Want ja, als er elke dag 3000 mensen bij jou op bezoek zouden komen, dan gaat er ook wel eens wat kapot.”

Nieuwe betengeling en behang in het Anne Frank Huis, Amsterdam. Foto: Frans Hazenbosch.
Over het Noorderhuis
Afgelopen week was Frans te vinden in het Noorderhuis aan de Zaanse Schans. Het Zaanse woonhuis, gelegen aan de Kalverringdijk 17, is oorspronkelijk gebouwd rond 1650. In de eeuwen erna is het huis vergroot en verfraaid. Een paar bekende bewoners waren de welvarende koopman Jan van Bergen (1755-1824) en de oliefabrikant Jacob Vis (1784-1828) met hun gezinnen.
Tussen 2011 en 2023 was er een bed & breakfast in het historische pand gevestigd. Toen deze werd gesloten besloot Stichting de Zaanse Schans te investeren in een uitgebreide renovatie. Voor het eerst in 60 jaar is de stijlkamer gerenoveerd en teruggebracht naar de Empirestijl (ca. 1800-1815). In de afgelopen maanden hebben vakbekwame schilders van de Zaansche Schans het houtwerk onder handen genomen.
Aan Frans werd gevraagd om de wandbespanning te vernieuwen. Samen met de organisatie werd een geschikte stof uitgezocht. Een restje oude stof dat van de muur afkwam had een streepmotief, toch is er na overleg voor een damast stof met een bloemmotief gekozen. Frans werkt tijdens dit soort projecten nauw samen met andere disciplines. De uitstraling van een interieur blijft een combinatie van stoffen (of behangsels) en schilderwerk. In principe kan Frans zijn werk alleen uitvoeren, maar bij sommige projecten wordt hij geassisteerd door zijn vaste collega Peter Paul. Als hun werk klaar is, moet de ruimte nog ingericht worden. Frans ziet daarom zelden het uiteindelijke resultaat.
Ondanks dat hij soms ver moet reizen naar afgelegen locaties, houdt Frans erg van zijn bijzondere beroep. Of zoals hij het zelf zegt: “Voor mij is het elke dag Open Monumentendag”.
Kijk voor meer informatie op de website van Frans Hazenbosch.
Auteur: Judith van Amelsvoort, met dank aan Frans Hazenbosch.
Publicatiedatum: 03/10/2024
Vul deze informatie aan of geef een reactie.