Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Vondsten in het veenmoeras

Begin 2015 is het provinciaal archeologisch depot van het voormalige rijstpakhuis Mercurius in Wormer naar een nieuw gebouw in Castricum verhuisd. Daar, in het 'Huis van Hilde', kunnen archeologische schatten beter worden geconserveerd en tentoongesteld. In heel Noord-Holland zijn er bijzondere bodemvondsten gedaan, ook in de moerasachtige Zaanstreek zelf, die veel vertellen over de Friezen.

Strijd tussen Friezen en Romeinen

De inheemse bewoners van Noord-Holland kregen hun naam, de ‘Friezen’, van de Romeinen. In de eerste eeuw na Christus woedde in het gebied een felle strijd tussen beiden. De Friezen wisten zich met succes te verzetten tegen Romeinse pogingen het gebied te overheersen. In de Zaanstreek zijn er meerdere voorwerpen gevonden die duiden op Romeinse invloeden en op strijd.

Zo is er op de grens van Wormer en Oost-Knollendam een scherf gevonden van een deksel van een Romeinse pot en in Jisp een Romeinse munt. Bij de aanleg van een nieuwe wijk in Krommenie in 1964 vond men tientallen loden slingerkogels. De kogels lagen tussen de sporen van palen, die doen denken aan een soort fort. Het fort is gemaakt door Friezen. Dat weten we zeker, want het had scheve muren. Zo zouden de Romeinen nooit een fort bouwen.

Scherf uit de ijzertijd. Beeld: Collectie Provinciaal Archeologisch Depot.

Eerste bewoners Zaanstreek

Woest, nat en leeg. Zo moet de Zaanstreek er lang geleden hebben uitgezien. Tot ongeveer 1000 voor Christus is de streek waarschijnlijk onbewoond geweest. De eerste levenstekens dateren van ongeveer 600 voor Christus. Van de oudste nederzettingen zijn restanten gevonden bij opgravingen rond Assendelft en Krommenie. Aan de rand van het moerasachtige hoogveen was daar een zogenoemd kweldergebied. Een gebied dat droog ligt bij laagwater en overstroomt bij hoogwater.

Door een opening in de duinen tussen Castricum en Egmond stroomde via allerlei kreken de zee het kweldergebied binnen. Na elke vloed bleef op de oevers van die kreken zand en klei achter. Hierdoor werden de oevers steeds hoger en droger. Een paar honderd Friese boeren bouwden hun boerderijen hierop. Deze boerderijen bestond uit drie delen: stal, woonruimte en opslagplaats. Op de oevers verbouwden de Friezen graan. In de lagere delen liep vee rond.

In de derde eeuw na Christus begon de zeespiegel te stijgen. Het kweldergebied werd te nat en de boeren trokken weg. Pas tegen het jaar 1000 keerden er weer mensen naar het gebied terug. Ditmaal bleven zij voorgoed.

Het water van de Zaan. Beeld: Cultureel Erfgoed Noord-Holland. Foto door Daniëlle van der Erve, Canon van de Zaanstreek.

Veenmoeras regelmatig bezocht door Friezen

“Van het hele veengebied ten oosten van het kweldergebied werd altijd gezegd dat het in de tijd van de Friezen onbewoond was”, zegt Piet Kleij, stadsarcheoloog van Zaanstad en auteur van ‘Vondsten in het Zaanse veen’ (2010). “Maar de afgelopen tien jaar heb ik hier slootkanten afgelopen en amateurarcheologen uit de Zaanstreek geraadpleegd. Ik kwam allerlei scherven uit die periode tegen. Ook botanisch onderzoek toonde aan dat er in die periode mensen met vee door het gebied moeten hebben getrokken. Er groeiden namelijk planten die alleen kunnen voorkomen als er veel mest aanwezig is.”

“Kortom, het veenmoeras moet regelmatig bezocht zijn door de Friezen. Ze visten en jaagden er. En wanneer in de zomer het hoogveen begaanbaar was, trokken ze er lange tijd rond om hun kuddes te laten grazen. Ze zullen er in tijdelijke hutjes hebben gewoond. Als ze in de herfst weer naar hun boerderijen teruggingen, lieten ze hun gebroken aardewerk achter. Ze zijn te vergelijken met de boeren in de Alpen. In de winter wonen die in hun boerderijen in het dal, in de zomer trekken ze met hun koeien naar de noordelijk gelegen weiden om ze vet te mesten.”

Opgegraven schatten bekijken in open depot

Benieuwd naar opgegraven schatten? Het provinciaal archeologisch depot bezit veel unieke vondsten uit de bodem. Om de schatten uit het verleden goed te kunnen bewaren en tonen is het depot begin 2015 verhuisd van het pakhuis in Wormer naar een nieuwbouwpand in Castricum, vlakbij het station. Daar is een ‘open depot’: een combinatie van opslag en tentoonstelling. Zowel specialisten als het grote publiek kunnen daar informatie krijgen en de mooiste opgegraven schatten uitgebreid bekijken. Waaronder die uit de Zaanstreek. Want het depot ligt dan wel niet meer aan de Zaan, in de collectie blijven de bijzondere vondsten uit de regio te bewonderen.

Kaart van de Zaan. Beeld: Collectie Provinciale Atlas Noord-Holland.

Publicatiedatum: 25/11/2010

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.