De geschiedenis begint in 1850, wanneer Coenraad van Houten op een veiling een vroegere kledingwasserij in Weesp koopt. Het was hem te doen om de stoommachine van 6 pk die in de boedel zat. Met zo’n machine kon hij zijn fabriek laten draaien, beter dan met een windmolen. Veel van dergelijke stoommachines stonden er nog niet in ons land. In Weesp zag Van Houten zijn kans.
Coenraad kwam met zijn chocoladebedrijf naar het Vechtstadje. De fabriek die hij rond de – al snel in pk’s opgevoerde – stoommachine opbouwde, kreeg de naam De Adelaar. Coenraad besloot met vrouw en kinderen in Weesp, naast de fabriek, te komen wonen.
Cacaopoeder
Dat de zaken goed gingen, was te danken aan een door zijn vader (vermoedelijk samen met hem) ontwikkelde techniek om oplosbaar cacaopoeder te maken. Je kon het bruine poeder prima oplossen in water of melk. Van Houten kreeg er wereldbekendheid mee. De productie van chocoladerepen, bonbons, cacaopoeder en dergelijke moest worden opgevoerd, Van Houten exporteerde veel naar het buitenland. De fabriek werd voortdurend uitgebreid. Er kwamen een kistenfabriek, een expeditieafdeling, een eigen gasfabriek voor de energievoorziening. Totdat de tijd was aangebroken dat er een compleet nieuwe fabriek nodig was.
Die verrees in de Aetsveldse polder buiten Weesp, bij het Smal Weesp en het (toen nieuwe) Merwedekanaal. Een ideale plek om scheepsladingen cacaobonen aan te voeren en de in kisten en bussen verpakte producten naar de klanten te brengen.
Nederlandse Protestantenbond
Het in 1897 ontruimde fabriekscomplex aan de Oudegracht kwam vrij. Twee dochters van Coenraad van Houten, Anna en Jet, besloten hier een kerk neer te zetten. Een kerk voor de pakweg negentig gelovigen die de Nederlandse Protestantenbond (NPB) toen in Weesp telde. De zusters waren door hun sociaal werk al actief voor de kerk. En hun vader was betrokken geweest bij de oprichting van de Protestanten Bond.
Het gemeentebestuur kreeg namens de dames Van Houten een plan voorgelegd voor de bouw van een gehoorzaal met woning. In het complex was ook een bewaarschool opgenomen. Bert Jan Ouëndag werd door de zusters Van Houten aangetrokken als architect van de kerk. Hij tekende een kerk met neoromaanse en neogotische elementen. Kenners zien er ook invloeden van Berlage in. Het interieur kreeg Jugendstilelementen. De kerk moest plaats bieden aan zo’n driehonderd belangstellenden.
Adema-orgel
Nadat alle formaliteiten waren afgehandeld en de bebouwing van het vroegere fabrieksterrein was gesloopt, kon de bouw beginnen. Ongeveer een jaar later was de klus geklaard. Op zondag 9 december 1906 vond de inwijding van de kerk plaats. Het bedrijf Van Houten schonk een orgel van P.J. Adema & Zoon uit Amsterdam.
Maar net zoals hun broer Casparus de voltooiing van zijn villa in Weesp niet heeft mogen beleven, hebben Anna en Jet de inwijding van hun kerk niet meegemaakt. Anna overleed in 1903, Jet in 1906.
Eén gulden
De zusters hadden de kosten voor de bouw van de kerk en de school voor hun rekening genomen. De dames hadden besloten de kerk met aangrenzende kosterswoning en consistoriekamer met ingang van 1906 aan de plaatselijke afdeling van de NPB voor twintig jaar te verhuren voor het symbolische bedrag van één gulden. Die overeenkomst werd in 1926 verlengd.
In 1940 schonk de firma Van Houten de kerk aan de plaatselijke afdeling van de protestantenbond. Met veel moeite lukte het de bescheiden NPB-gemeenschap in Weesp hun kerk in de naoorlogse jaren in stand te houden. In 2009 is de Van Houtenkerk voor één euro overgenomen door Stadsherstel Amsterdam. Stadsherstel heeft de kerk gerenoveerd. In de volksmond wordt het gebouw wel het Chocoladekerkje genoemd.
Bronnen
- ‘Weesp Monumentenstad’, monumentenspecial van Historisch Weesp (ledenblad Historische Kring Weesp).
- ‘Van Houtenkerk in Weesp’, uitgave van Stadsherstel Amsterdam.
- Gemeentemuseum Weesp.
Publicatiedatum: 08/04/2015
Vul deze informatie aan of geef een reactie.