Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Van kompas naar kansel

De geschiedenis van de voormalige Gemeentelijke Zeevaartschool Texel, 1913-1933, vastgelegd in verhaalvorm. De levensloop van een bijzondere leerling, Piet Lugtigheid: van stuurman tot dominee.

In de jaren 1913-1933 werd op Texel zeevaartkundig onderwijs gegeven aan de Gemeentelijke Zeevaartschool gevestigd in Den Burg. De leerlingen van deze school werden in de volksmond ’Zeevaarders’ genoemd. In mijn zoektocht naar gegevens over deze school kwam ik via een in januari 2010 geplaatste oproep in de Texelse Courant in contact met Hans Peeters uit het Drentse Buinen. Hans bleek de jongere broer te zijn van Dick Peeters, één van de jongens met wie ik in de jaren vijftig tijdens mijn vakanties in De Koog op Texel speelde.

Hun vader, Wim Peeters, had in de jaren 1925-27 ten tijde van het directeurschap van J.A. Hazewinkel gestudeerd op de Texelse Zeevaartschool. Peeters sr. werd stuurman bij Stoomvaart Maatschappij Noordzee en later bij Shelltankers. Bij deze rederij werd hij kapitein. Hans Peeters vroeg mij of ik het verhaal kende van ’Zeevaarder’ Piet Lugtigheid die na een afgeronde studie aan de Texelse Zeevaartschool het ruime sop koos om later dominee te worden. Ik antwoordde ontkennend. Wel zag ik in de lijst van geslaagden van het jaar 1923 de naam Lugtigheid staan. Het begin van een nieuwe zoektocht in het verleden van de Texelse Zeevaartschool.

Na een tip vanuit de kring van lezers van mijn verhalen kwam ik via internet in het bezit van het door ene ds. Piet Lugtigheid geschreven en in 1981 uitgegeven boekwerk met de titel ’Turen over de levenszee’. Een snelle check leerde mij dat ‘dominee (ds.)’ Piet en ‘Zeevaarder’ Piet één en dezelfde persoon waren. Ik begon te lezen in het door hem geschreven boek. Door het nogal verheven taalgebruik een niet altijd even gemakkelijke opgave. Mijn doorzetten werd echter beloond. Ik las het opmerkelijke verhaal over een al even opmerkelijke beroepskeuze. Het verhaal van een jongeman die zich in 1921 inschreef op de Texelse Zeevaartschool met de vooropgezette bedoeling na het behalen van zijn diploma te gaan varen om geld, veel geld, te verdienen op zee teneinde zijn droom, het volgen van een studie theologie, waar te kunnen maken.

Toekomstdroom

Piet Lugtigheid werd op 16 februari 1904 geboren in het Zuid-Hollandse Delfgauw, een klein dorpje onder de rook van Delft. De gereformeerde ouders van Piet, Philippus Lugtigheid en Grietje van Leeuwen, hadden hier een bescheiden boerenbedrijf. Na de lagere school ging Piet in het jaar 1917 naar het Christelijk Gymnasium in Den Haag. Dit alles met de gedachte om na het behalen van zijn einddiploma een studie theologie aan de Theologische Hogeschool in Kampen te gaan volgen en dominee te worden. In het jaar 1920 zat Piet, inmiddels zestien, in de derde klas van het gymnasium.

Onder druk van de slechte financiële situatie thuis verliet hij deze school en solliciteerde hij naar een baan bij Registratie en Domeinen (1). Hier werd hij aangenomen en ging hij aan de slag. De mogelijkheid om dominee te worden leek nu verder weg dan ooit. De twintigste juli 1921, de verjaardag van moeder Grietje Lugtigheid, vormde naar later zou blijken een keerpunt in het leven van de jonge Piet. Op deze dag ontmoette hij zijn tante Jo en had een indringend gesprek waarin hij haar deelgenote maakte van zijn toekomstdromen, zijn verlangens en frustraties. Tante Jo vertelde Piet over een neef die twee jaar op de Zeevaartschool Texel was geweest, nu derde stuurman was, en over de wereld zwierf en veel, heel veel geld verdiende! Tante Jo’ s verhaal moet op de gefrustreerde Piet een diepe indruk gemaakt hebben.

Groepsfoto met tweede van rechts Piet Lugtigheid. Beeld: Familiearchief Lugtigheid. Een bijzondere foto uit het album van Piet Lugtigheid, met Piet als tweede van rechts. Helaas ongedateerd en niet van enig commentaar voorzien. Roept de aparte en intieme sfeer op van jeugdwerk, scouting, zeilkamp. Prachtig tijdsbeeld met mooie details zoals kleding, pijpen en hoorn, waarmee ongetwijfeld ’s ochtends reveille (weksignaal) werd geblazen.

Van Delfgauw naar Texel

De volgende stap was het schrijven van een brief naar de directeur van de Texelse Zeevaartschool, de heer P. (Pieter) Bossen, over een mogelijke toelating en plaatsing. Al na vier dagen kwam het antwoord, met daarin informatie over de cursusduur, van twee jaar, en het schoolgeld dat zestig gulden per jaar bedroeg. De door Piet genoten vooropleiding, tweeënhalf jaar gymnasium, maakte een onmiddellijke toelating mogelijk. Tot zover verliep alles van een leien dakje, maar nu kwam de zwaarste stap … ‘hoe vertel ik het mijn ouders’. Een niet gemakkelijke opgave: ‘hoe dit kon gebeuren, wat zoek je op zee, we hebben immers niemand in de familie die zeeman is’.

Piets vader deed alle mogelijke moeite om hem op andere gedachten te brengen. Hierbij werd vader Lugtigheid gesteund door andere familieleden die Piet trachtten te wijzen op de verderfelijke invloeden waaraan een zeeman tijdens zijn verre reizen in hun ogen zou blootstaan. Uiteindelijk lukte het Piet om zijn vader te overtuigen van zijn plannen en op een dag in september 1921 maakte hij de lange reis per stoomtrein naar Den Helder, waarna hij de oversteek over het Marsdiep maakte. Dit alles met de achterliggende gedachte om dominee te worden. In zijn boek omschrijft Piet de daaropvolgende twee jaren als volgt: “De mooiste tijd van mijn leven, die twee onbezorgde jaren op Texel, het Gouden Boltje. Ik was vrij, volkomen vrij. Vrij van het ouderlijk gezag en kon mijn eigen weg volgen.”

De Noordzee, vanaf de duinen van Texel. Beeld: Ed Vermeulen. In het jaar 1921 keken Piet Lugtigheid en zijn vrienden vanaf de duinen bij De Koog naar de Noordzee. Wat zij zagen ontlokte hun de kreet “Hoor de zee eens bruisen.” Beeld en sfeer zijn op deze in 2009 gemaakte foto onveranderd. De Noordzee gezien vanaf het duinpad De Zeereep nabij De Koog. Het pad werd in de jaren zeventig van de vorige eeuw aangelegd, verdween in de loop der jaren onder het zand en werd in 2009 in ere hersteld. Het alles overheersende gevoel wordt heel mooi verwoord in het door ‘Thea’ geschreven gedicht ‘De Zee’: “Hier bruist zijn energie, verwarmd door zonnestralen, luister in de wind, dan hoor je de verhalen, van zorgen-en-van vreugd, van geluk-en-van-verdriet, het leven geeft en neemt, wie kent die golven niet?” Woorden die ook ‘Zeevaarder’ Piet en zijn vrienden aangesproken zouden hebben.

Texelse herinneringen: eerste studiejaar

In het studiejaar 1921-22 vond Piet een goed onderdak in het huis van meubelmaker W.L. van de Berg in de Waalderstraat te Den Burg. Op dit adres verbleven meerdere ‘Zeevaarders’. Eén daarvan was Piets jaargenoot Cornelis Hinriks. Met deze Cornelis en nog een andere klas- en huisgenoot maakte Piet een nachtelijke wandeling naar De Koog, het zes kilometer verderop aan zee gelegen dorp. Vanaf een duintop tuurde het drietal over zee, hun toekomstige werkterrein. Op de terugweg werd een uiltje geknapt in de hooiberg van een aan de Kogerweg gelegen boerderij. Toch werd er door Piet flink gestudeerd met als resultaat dat hij bij de uitreiking van het kerstrapport door directeur Bossen de nummer één van de klas was en de nummer twee met een tiental punten achter zich liet.

Mooie pose van ‘zeevaarder’ Piet Lugtigheid in het uniform van de Zeevaartschool Texel. Beeld: Familiearchief Lugtigheid. Foto gedateerd schooljaar 1921-1922. Locatie niet met zekerheid vast te stellen, maar waarschijnlijk bij één van Piets kosthuizen. Mooie details: Piets vastberaden blik, hoge schoenen, horlogeketting en natuurlijk het prachtige klinkerpaadje.

Texelse herinneringen: tweede studiejaar

In het aansluitende tweede studiejaar kreeg Piet kost en inwoning bij boer Cornelis Klapwijk en zijn vrouw Leentje van den Berg in De Waal. Er waren familiebanden, Klapwijks echtgenote was mogelijk een nicht van Piets moeder Grietje. Feit is dat beiden in Schipluiden, nu gemeente Midden Delfland, geboren waren. Het gezin Klapwijk woonde op het adres W 13, nu Hogereind 6. Het monumentale voorhuis was in de jaren zestig van de vorige eeuw zwaar verwaarloosd en werd uiteindelijk in 1962 gesloopt.

Op deze historische en van oudsher agrarische plek bevindt zich nu het Cultuurhistorisch Museum Texel, ooit begonnen onder de naam Wagenmuseum. Boer Klapwijk was in februari 1925, toen hij een stier naar de haven van Oudeschild wilde brengen, de hoofdpersoon in een artikel in de Texelse Courant. Dit transport gebeurde blijkbaar zeer tegen de zin van de betrokken stier, die zich heftig verzette. Klapwijk kwam hierdoor in moeilijkheden en wist slechts met behulp van een knecht het vege lijf te redden. De stier was minder gelukkig, deze werd afgemaakt.

De boerderij van Klapwijk. Beeld: Collectie Gemeente Texel. De Waal W 13, nu Hogereind 6, was ooit de boerderij waar boer Klapwijk zijn bedrijf had. In het jaar 1922-23 was dit het kosthuis van Piet Lugtigheid. Het monumentale voorhuis was in de jaren zestig van de vorige eeuw zwaar verwaarloosd en werd in 1962 gesloopt. Nu bevindt zich hier het Cultuurhistorisch Museum (het vroegere Wagenmuseum).

De beurs van De Waal

Het avondlijke straatbeeld in De Waal ten tijde van Piets verblijf werd beheerst door de ‘beurs’ (3) tegenover de kerk. Hier wisselden de mannelijke dorpsbewoners, meest boeren en boerenjongens, de nieuwtjes van de dag uit. ’De mannen uit de poort’, schrijft Piet in bijbelse taal. Na negenen keerden de ‘beursgangers’ huiswaarts en werd het stiller en stiller in de toch al niet drukke dorpsstraat. Tijd voor Piet om verder te gaan met zijn huiswerk. De avondlijke geluiden welke nog tot hem doordrongen worden door hem omschreven als “Slechts het blaten van een schaap werd nog gehoord.”

Getroffen door een preek

Ondanks het feit dat Piet zich op Texel, ver van Delfgauw, verlost voelde, zoals hij het in zijn boek omschrijft, van zijn catechisatiedominee en andere religieuze verplichtingen weerhield het hem niet om een bezoekje te brengen aan de Nederlands Hervormde kerk van Den Hoorn. Hier luisterde hij naar de preek van dominee F.W.J. Brümmer. Woorden waardoor hij getroffen werd. Een preek waarvan Piet zegt dat hij zich deze bij het schrijven van zijn boek, zo’n achtendertig jaren na zijn verblijf op Texel nog steeds herinnerde. Woorden die ook zorgden voor een keerpunt in het religieuze denken van de stuurman in opleiding.

Klassefoto gedateerd 1923. Beeld: Familiearchief Lugtigheid. Locatie Zeevaartschool, Schilderend, Den Burg. Staand rechts directeur P. (Pieter) Bossen, met links staand leraar scheepsbouw en scheepswerktuigkunde D. (Dirk) Ruijterman. Zittend tweede van rechts Piet Lugtigheid. Zittend geheel links Frederik Wilhelm Wegener Sleeswijk, die na zijn opleiding kort heeft gevaren bij de Mij. Nederland en daarna als planter naar Sumatra is gegaan. Op tafel allerlei nautische attributen zoals log, kijker en richtingzoeker, ongetwijfeld speciaal neergelegd voor de opname. De ‘styling’ van deze foto zal zeker door de hh. Zeevaarders zelf verzorgd zijn.

Eindexamen

In de maanden juni en juli van het jaar 1923 deed Piet met succes eindexamen. Aansluitend werd hem op 13 juli het Getuigschrift Programma B uitgereikt, met daarop de aantekening ’1e prijs toegekend voor vlijt, gedrag en vordering’ . Deze prijs bestond uit een prachtige verrekijker in leren etui voorzien van een zilveren plaatje met de inscriptie ’Eerste prijs, door de Vereniging ter bevordering van het Zeevaartkundig onderwijs wegens betoonde ijver uitgereikt aan P. Lugtigheid.’

Getuigschrift van Pieter Lugtigheid. Beeld: Document Familiearchief Lugtigheid. Op 13 juli 1923 werd het door directeur P. Bossen getekende Getuigschrift Programma B van de Zeevaartschool Texel uitgereikt aan Pieter Lugtigheid, met daarop de vermelding ‘1e prijs toegekend voor vlijt, gedrag en vorderingen’. Deze prijs bestond uit een verrekijker in leren etui voorzien van zilveren plaatje met inscriptie.

Zeevaartkundig studieboek, door Pieter Bossen. Beeld: Collectie Ed Vermeulen. Pieter Bossen was niet alleen een markant leraar-directeur, maar ook een bekend schrijver van zeevaartkundige studieboeken. Afgebeeld is de 5e druk, uitgave 1924 van het boek ‘Zeevaartkundige Opgaven voor Aspirant Eerste Stuurlieden ter Koopvaardij’, uitgegeven door de bekende in 1858 gestichte uitgeverij P. Noordhoff uit Groningen, later gefuseerd met de al even bekende eveneens in Groningen gevestigde uitgeverij J.B. Wolters (van de Bos-atlas). De toenmalige prijs van deze ‘gecartoneerde’ uitgave: fl 2,50!

Solliciteren

In de daaropvolgende maanden werd door Piet druk gesolliciteerd bij diverse rederijen teneinde een plaatsje als stuurmansleerling op één van hun schepen te bemachtigen. Het solliciteren verliep echter minder vlot dan gehoopt. Maar de aanhouder wint. Begin december 1923 werd een bezoek gebracht aan de gerenommeerde Rotterdamse rederij Van Nievelt, Goudriaan & Co’s Stoomvaart Maatschappij (4).

De inspecteur Nautische Dienst, tegelijkertijd hoofd personeelszaken de heer P.A. van Reeven, streng gereformeerd en op kantoor en de vloot ‘Ome Piet’ genoemd, ontving de jonge Lugtigheid en er ontstond een gesprek dat zich als volgt laat weergeven: ‘Mijnheer Lugtigheid, bent u geneigd en genegen op 5 januari te varen? Graag mijnheer van Reeven, waar is de reis heen? Met het s.s. Alderamin (5) naar Oost Azië! Dat is dus China, Japan? Jazeker mijnheer Lugtigheid maar eerst brengen we nog een bezoek aan Bremen, Hamburg en Antwerpen, een zogenaamde kustreis. Aansluitend gaat u de grote reis op. Via het Suezkanaal, Ceylon, bunkeren in Sabang, Sumatra, naar Singapore en vervolgens via Manilla naar Hongkong en Osaka en Yokohama in Japan. De reis eindigt in Wladiwostok, waar ook de terugreis begint. In totaal bent u vijf en een halve maand onderweg.’

Model van de Alderamin. Beeld: Collectie R.E Poot. Zeer fraai gemaakt model van het s.s Alderamin. Kleurrijk detail: de schoorsteen in de vertrouwde Nigocokleuren, geel met lichtblauwe band met daarin een witte ster. Veel Nigocoschepen droegen de namen van sterren. Zo ook het s.s. Alderamin, genoemd naar de helderste ster van het sterrenbeeld Cepheus.

Naar zee

De woorden van Ome Piet moeten de jonge Piet als muziek in de oren geklonken hebben. Voor het eerst naar zee en dan meteen een reis naar het Verre Oosten. Het geluk kon niet op. Toch was het niet allemaal goud wat er blonk. Zoals zo vaak zat het venijn in de staart, in dit geval de beloning. De gage van de stuurmansleerling bedroeg een kleine zestig gulden per maand en dat was ongeveer evenveel als het ooit op het kantoor van de Domeinen verdiende loon. Van snel veel geld verdienen als stuurman was dus geen sprake. Een studie theologie leek zo verder weg dan ooit! Ondanks het feit dat de weg naar de wijde wereld open lag, voelde het alsof de weg naar de kansel opnieuw geblokkeerd was.

De Alderamin in de Waalhaven van Rotterdam. Beeld: Collectie Frank Haalmeijer. Het s.s. Alderamin in de Waalhaven van Rotterdam. Het nu lege schip is mogelijk aan het verhalen om daarna beladen te worden en aansluitend een kustreis te gaan maken. Het schip werd in 1920 door de Duitse werf Bremer Vulkan Schiffsbau & Maschinenfabrik te Vegesack bij Bremen opgeleverd aan de Rotterdamse rederij Van Nievelt,Goudriaan & Co’s Stoomvaartmij (Nigoco). Het schip heeft tot de torpedering door de Duitse onderzeeboot U-338 op 17 maart 1943 voor Nigoco gevaren.

Wie verre reizen maakt

Op zaterdag 5 januari 1924 vertrok het s.s. Alderamin, genoemd naar de helderste ster van het sterrenbeeld Cepheus, met Piet Lugtigheid als stuurmansleerling op de monsterrol vanuit Rotterdam via de Nieuwe Waterweg naar zee. De reis naar het Verre Oosten was begonnen. Na de passage van het Suezkanaal probeerde Piet tijdens wacht op de zeekaart bijbelse herkenningspunten te vinden. Tot zijn grote vreugde zag hij de woorden Djebel Mousa (6), berg van Mozes, staan. Dit was de plek waar volgens het bijbelse verhaal ooit aan Mozes de Tien Geboden overhandigd waren. Een moment van religieuze herkenning.

Een aantal weken na de passage door het Suezkanaal werden de Japanse havens Kobe, aan de noordkant van de baai van Osaka gelegen, en Yokohama aangedaan. In Kobe ging Piet de wal op. Bij de firma K.Y & Co. op het adres No. 251 Itchome, Motomachi werd voor thuis een prachtig porseleinen theeservies (7) gekocht. Dit fraaie en misschien niet meer helemaal complete servies is nog steeds in familiebezit! Het bereiken van de Russische haven Wladiwostok betekende tevens het eindpunt van de heenreis. Een levensgrote rode ster in neonlicht boven op het vergader- en ontmoetingscentrum van de bolsjewisten (8) liet Piet kennis maken met de gevolgen van de grote Russische revolutie. Deze had plaatsgevonden in de jaren 1917-1921. Ook werd hier aan de buitenlandse zeelieden een warm onthaal geboden, een gebaar waarvan Piet, naar eigen zeggen, ondanks ’de wodka voor noppes’ geen gebruik heeft gemaakt. Na vertrek uit Wladiwostok werd de thuisreis aanvaard. Halverwege juni meerde het s.s. Alderamin weer af in de Rotterdamse Waalhaven. Eindelijk weer thuis!

De Golf van Suez en de Rode Zee. Beeld: Collectie Ed Vermeulen. Gedeelte van een kaartje van de Golf van Suez en de Rode Zee. Bij de Golf van Suez zien we rechts Mount Sinaï (Djebel Mousa). Dit kaartje is opgenomen in een oude reisgids (Travelguide) van de Stoomvaart Mij. Nederland oftewel ‘Nederland’ Royal Mail Lines, Amsterdam. De afstand van Perim naar Suez (v.v.) bedraagt 1211 zeemijlen.De rode lijn geeft de door de mailschepen gevolgde route aan. Ook aangegeven op de kaart de heilige plaatsen Mekka en Medina en de havenplaats Djeddah.

Wiskunde

Tijdens zijn verlof en in afwachting van een oproep voor een nieuwe reis had Piet een ontmoeting met zijn vroegere schoolkameraad Jan Kouwenhoven. Deze was na zijn schooltijd onderwijzer geworden, had in zijn vrije tijd een akte wiskunde gehaald en was inmiddels wiskundeleraar aan een H.B.S geworden. In het gesprek dat volgde bracht hij Piet op het idee om ook wiskunde te gaan studeren en zo zijn loopbaan een andere wending te geven. Er gloorde hoop: wiskundeleraar worden en dan de beschikbare vrije tijd besteden aan een studie theologie. Zo moest het gaan. Er werd een studieboek beschrijvende meetkunde gekocht. Dit boek zou Piet in staat stellen tijdens zijn volgende zeereis de eerste stappen in een studie wiskunde te zetten.

Een dag of tien later was het zover, monsteren en weer naar zee. Ditmaal ging de reis naar Zuid Amerika, rechtstreeks naar Rosario, een havenstad in Argentinë stroomopwaarts van de hoofdstad Buenos Aires gelegen aan de Paraná-rivier. Na Montevideo aan stuurboord en Buenos Aires aan bakboord (9) te hebben gepasseerd was het nog een flink aantal uren varen tot aan Rosario. Na lossen en aansluitend ook laden verliet de Alderamin de haven van Rosario. Doordat er op de rivier geen navigatielichten in de vorm van boeien en of wallichten waren, ging het schip tegen het vallen van de avond voor anker. Piet viel de eer te beurt om ankerwacht te lopen. Terwijl de overige leden van de dekbemanning wacht te kooi hielden, liep Piet zijn wacht en luisterde hij naar de geluiden van de nacht. Het nachtelijke gebeuren riep, zoals Piet het zelf omschreef, visioenen op van ‘de herders in de velden van Efratha’.
Na deze reis maakte Piet nog gedurende anderhalf jaar diverse reizen naar onder andere Canada, nogmaals Zuid Amerika en opnieuw het Verre Oosten.

De Alderamin in 1934. Beeld: Collectie Frank Haalmeijer. Nadat het in 1932 door de malaise in de scheepvaart was opgelegd transporteerde het s.s. Alderamin in 1934 samen met het s.s. Aldebaran het beroemde Duitse en in 1901 opgerichte circus Sarrasani van Rotterdam naar Zuid Amerika onder respectievelijk de namen Sarrasani Transport No. 2 en No. 1. Dit transport was wereldnieuws.

Van kompas naar kansel

Inmiddels had Piet voldoende vaartijd gemaakt om in aanmerking te komen voor studieverlof voor het behalen van het derde stuurmansexamen, de 3e rang. Dit felbegeerde diploma werd hem op 17 juli 1925, na een relatief korte studietijd van twee maanden, door de voorzitter van de examencommissie te Den Haag uitgereikt. Wel lijkt het erop dat de uitreiking van dit diploma tevens een afscheid betekende van Piets leven op zee. Er werd niet meer aangemonsterd. Op 2 september 1925 werd Piet verliefd, naar eigen zeggen ’smoorverliefd’ op de één maand oudere uit Pijnacker afkomstige Cornelia Bregman. De ouders van Cornelia waren hervormd en vader Bregman vervulde de functie van ouderling in zijn plaatselijke gemeente. Tijdens de intensieve gesprekken met de vader van zijn geliefde en inmiddels verloofde werden Piets ogen geopend met betrekking tot de geloofsbeleving van andersdenkenden. Uiteindelijk zou Piet ook overstappen van de gereformeerde geloofsbeleving naar de hervormde. Ook was het Bregman die Piet aanspoorde de stem van zijn hart te volgen en alsnog een studie theologie te gaan volgen.

1925 was ook het jaar waarin Piet werd opgeroepen voor militaire dienst. Hij werd ingedeeld bij de Genie en ondergebracht in de Kromhoutkazerne te Utrecht. In de zomer van het jaar 1929 schreef Piet zich in aan de theologische faculteit van de Rijksuniversiteit van Utrecht. Met behulp van een door het in 1922 opgerichte Pape-Fonds (10) verstrekte studiebeurs en de inkomsten van een baan als hulpambtenaar bij het bureau Kinderwetten (11) lukte het Piet op financieel gebied het hoofd boven water te houden. Zijn harde werken werd beloond toen door hem in 1933 met goed gevolg het kandidaatsexamen werd afgelegd. Nog ruim één jaar te gaan voordat Piet zich in 1934 afgestudeerd dominee mocht noemen. Er volgde een periode waarin Piet in zijn levensonderhoud voorzag door zich in Rotterdam als hulppredikant (12) te manifesteren. Op 9 januari 1935 werd in Delft het huwelijk gesloten tussen ds. Piet Lugtigheid en Cornelia Bregman. Ruim een week later op 20 januari vond de intrede en bevestiging als predikant plaats in de plaatsen Ommelanderwijk en Zuidwending nabij Veendam. In 1938 verhuisde het gezin Lugtigheid, dat inmiddels was uitgebreid door de geboorte van een dochter naar Deventer. Tot eind 1945 zou Piet hier zijn religieuze taken en plichten  verrichten. In deze jaren werden vier kinderen, twee dochters en twee zonen geboren.

De in Deventer doorgebrachte oorlogsjaren zouden diepe sporen nalaten in het gezin. Op 19 december 1944 werd het woonhuis van de familie in de wijk De Hoven, ook wel de Worp genoemd en gelegen aan de westelijke zijde van de IJssel, tijdens een luchtbombardement uitgevoerd door geallieerde vliegtuigen platgegooid en totaal vernield. Mevrouw Lugtigheid en haar vijf kinderen, plus nog twee andere personen hadden hun toevlucht gezocht in de kelder en overleefden deze dramatische gebeurtenis. Bij de buren waren vier doden, een moeder en drie van haar kinderen, te betreuren. Bij thuiskomst per fiets uit de stad werd ds. Lugtigheid geconfronteerd met hetgeen zijn gezin was overkomen. Zijn gevoelens werden door hem omgeschreven met de woorden ’Tot U zal het niet genaken’.

In december van het jaar 1945 verhuisde het gezin Lugtigheid naar Den Haag. Hier heeft Piet een vijfentwintigtal jaren leiding geven aan het stadskerkewerk van de Hervormde Gemeente. In Den Haag werd het zesde kind, een dochter, geboren. Landelijke bekendheid kreeg Ds. Lugtigheid door zijn voorgaan in door het Interkerkelijk Overleg Inzake Radioaangelegenheden (IKOR) via de radio uitgezonden kerkdiensten. In 1969 ging ds. Lugtigheid met emeritaat (13), waarna nog een periode volgde als bijstand in het pastoraat (14) in de Hervormde Gemeente van het eveneens aan de IJssel gelegen Veessen, gemeente Heerde. In deze periode werden zijn herinneringen vastgelegd in het door hem geschreven boek ’Turen over de levenszee’.

Afscheid van ds. Lugtigheid, 1969. Beeld: Document Familiearchief Lugtigheid. Gedeelte van een, helaas slecht leesbaar, krantenartikel uit 1969 over het afscheid van ds. P. Lugtigheid na bijna vijfentwintig jaar leiding te hebben gegeven aan het stadskerkewerk van de Hervormde Gemeente in Den Haag. Lugtigheid omschreef zichzelf als ‘een dominee voor Jan en alleman’. Naar verluid probeerde Lugtigheid in zijn preken zoveel mogelijk de taal van de straat te spreken en hij trok daarmee een groot publiek.

De zee laat je niet los

Tijdens zijn leven als dominee waren er veel momenten waarin Piet zich niet los kon maken van zijn nautische achtergrond. In de familie wordt nog steeds gesproken over zijn hartstocht voor zeiltochten op de Friese meren. In 1948 maakte hij met het s.s. Volendam een reis als scheepsdominee tijdens een emigrantenreis naar Australië en Nieuw Zeeland. Op de thuisreis werd Tandjong Priok, de haven van het toenmalige Batavia aangedaan, waar Nederlandse repatrianten en militairen ingescheept werden.

Ook reizen op het hospitaal kerkschip De Hoop getuigen van een altijd aanwezige liefde voor de zee. Na het emeritaat in 1969 maakte het echtpaar Lugtigheid in het voorjaar van 1970 een reis per boot naar Canada. Hier bezochten zij een jongere broer van Piet, die al in 1925 naar dit verre land was geëmigreerd. De heenreis werd gemaakt met het Poolse passagiersschip s.s Stefan Batory, in 1952 gebouwd voor de Nederlandse rederij Holland Amerika Lijn als s.s. Maasdam. De terugreis werd gemaakt met het m.s. Prinses Margriet van de Nederlandse rederij Oranjelijn. Tijdens deze reizen moet dominee Lugtigheid zich ongetwijfeld weer ’Zeevaarder’ Lugtigheid gevoeld hebben.

Op de Volendam in de haven van Tandjong Priok, 1948. Beeld: Familiearchief Lugtigheid. In 1948 maakte Piet Lugtigheid als scheepsdominee een emigrantenreis met het s.s. Volendam. Op de thuisreis werd Tandjong Priok, de haven van Batavia, aangedaan. Op deze a/b gemaakte foto ds. Lugtigheid (rechts) samen met zijn onbekende rooms-katholieke collega.

Het huis van de familie Oberman in Batavia, 1948. Beeld: Familiearchief Lugtigheid. Door Lugtigheid tijdens zijn bezoek aan Batavia in 1948 gemaakte foto van het huis van de familie Oberman. Dr. G.W. Oberman was voor de oorlog een bekend predikant in Utrecht. Heeft ook in Batavia gewerkt. Lugtigheid en Oberman moeten elkaar gekend hebben hetgeen mogelijk heeft geleid tot een ontmoeting in Batavia.

De Willemskerk in Batavia. Beeld: Familiearchief Lugtigheid. Tijdens een rondrit door Batavia zag en mogelijk bezocht Lugtigheid de monumentale Willemskerk. Deze fraaie kerk staat aan het voormalige Koningsplein Oost, nu Jl. Medan Merdeka Timur, in het vroegere Weltevreden. De bouw vond plaats onder leiding van architect J.H. Horst. De eerste steen van de naar Koning Willem I genoemde kerk werd gelegd op 24 augustus 1835, de opening vond plaats precies vier jaar later op 24 augustus 1839, ‘des Konings geboortedag’. Eind 1948 werd de naam veranderd van Willemskerk naar Gereja Immanuel (Emmanuel Kerk).

De Volendam. Beeld: Arendnet.com. Het passagiersschip s.s. Volendam werd in 1922 gebouwd te Glasgow, op de scheepsbouwwerf Harland & Wolff, in opdracht van de Nederlandsch Amerikaansche Stoomvaart Mij (NASM), bij het grote publiek beter bekend als de Holland Amerika Lijn (HAL). Maakte haar 1e reis naar New York op 4 november 1922. Werd op 30 augustus 1940 getorpedeerd, zwaar beschadigd, bleef echter behouden. Vanaf juli 1941 gevaren als troepentransportschip voor de geallieerden. Vervoerde in 1946 Nederlandse troepen naar het voormalige Nederlands Indië. Vanaf 1947 deed het schip ook dienst als emigrantenschip op de route Australië/Nieuw Zeeland.

De Volendam in de haven van Sabang, 1948. Beeld: Familiearchief Lugtigheid. Het s.s. Volendam in de haven van Sabang, sinds 1894 bunkerhaven voor de mailschepen op de route van en naar Nederlands Indië (Indonesië). Sabang is gelegen op het eiland Weh (Pulau Weh), voor de meest Noordelijke punt van Sumatra, Atjeh. Tot het jaar 1893 werd door de Koninklijke Nederlandsche Marine de haven van Oleh-Leh, Atjeh gebruikt als bevoorradingspunt.

 

De Maasdam. Beeld: Centraal Fotopersbureau E.A. Hof, Rotterdam. Collectie Ed Vermeulen. Het s.s. Maasdam van de Holland Amerika Lijn in volle zee. Gebouwd bij de werf Wilton-Fijenoord te Schiedam. Datum tewaterlating 5 april 1952. Begon haar eerste reis (maiden voyage) naar Montreal – New York op 11 augustus 1952. Het schip werd in 1968 verkocht aan de Poolse rederij Polish Ocean Lines en herdoopt in s.s. Stefan Batory (koning van Polen in de 16e eeuw). Met het s.s. Stefan Batory maakten de heer en mevrouw Lugtigheid in 1970 een reis naar Canada.

Groen zwart, Texels in het hart

Dominee Lugtigheid geeft in zijn boek aan nog wel eens terug geweest te zijn op Texel voor onder meer het bijwonen van de begrafenis van een oud-klasgenoot. Maar ook bij vrolijker gelegenheden was hij van de partij, zoals op zaterdag 22 september 1962 toen de eerste reünie van leerlingen en leraren van de voormalige Zeevaartschool Texel werd gehouden. Deze reünie was georganiseerd door de eerder in dit verhaal genoemde oud-Shell kapitein Wim Peeters. Plaats van samenkomst was het gerenommeerde, in ’De Dennen’ tussen De Koog en Den Hoorn gelegen hotel Bos en Duin.

De zondag daaropvolgend ging ds. Lugtigheid voor in een dienst voor reüniebezoekers en overige belangstellenden. Deze dienst werd gehouden in het pittoreske en beeldbepalende kerkje van Den Hoorn. Dezelfde kerk waar de jonge Piet een veertigtal jaren eerder de voor hem belangrijke woorden van ds. Brümmer in zich had opgenomen. Ook werden meerdere keren op uitnodiging van de Hervormde Gemeente bezoeken aan Texel gebracht, waarin werd voorgegaan in diensten in de kerken van onder meer Oosterend, Oudeschild en De Cocksdorp.

Nederlands Hervormde kerk van Den Hoorn. Beeld: Ulrich Stüve. De Nederlands Hervormde kerk van Den Hoorn, misschien wel het meest gefotografeerde kerkje van Nederland. Het oudste gedeelte van de kerk dateert uit 1425. De in 1450 gebouwde toren deed en doet nog steeds dienst als baken voor de scheepvaart. In deze kerk beluisterde een jonge Piet Lugtigheid in zijn jaren op de Texelse Zeevaartschool de preken van ds. Brümmer. Zij zorgden voor een keerpunt in zijn religieuze denken. Op zondag 23 september 1962 werd in deze kerk onder leiding van ds. Lugtigheid een dienst gehouden voor de bezoekers van de eerste reünie van de voormalige Zeevaartschool Texel.

Wim Peeters als eerste stuurman. Beeld: Familiearchief Peeters. Fraaie en indringende portretfoto van Wim Peeters als eerste stuurman. Foto gemaakt in Londen en gedateerd september 1945. Peeters studeerde in de jaren 1925 tot 1927 aan de Zeevaartschool Texel. Woonde in De Koog, Texel. Hij was de organisator van de eerste naoorlogse reünie van deze school. Deze reünie vond plaats op zaterdag 22 september 1962 en was een groot succes. Ook beschreven in het verhaal ‘Geliefde leraren’.

Eindigheid

In december 1987 is het echtpaar Lugtigheid naar het Zuid-Hollandse Nootdorp verhuisd. Hier is ds. Piet Lugtigheid op 10 januari 1988, op de leeftijd van drieëntachtig jaar overleden. Zijn echtgenote Cornelia overleed in 1993. ‘Van kompas naar kansel’ is het verhaal van ‘Zeevaarder’ Piet Lugtigheid die zijn droom om dominee te worden heeft waargemaakt.

Auteur: Ed Vermeulen

Naschrift:
Met nadruk wil ik stellen dat het niet in mijn bedoeling heeft gelegen een complete biografie van het leven van ds. Piet Lugtigheid samen te stellen. Het was louter de meer dan opmerkelijke, aan het varen voorafgaand gedane beroepskeuze die mij ertoe bracht dit verhaal te schrijven en aandacht te besteden aan met name het Texelse leven van de jonge ‘Zeevaarder’ Piet Lugtigheid.

Japans porseleinen theeservies. Beeld: Familiearchief Lugtigheid. Enkele stukken van het in 1924 door Piet Lugtigheid bij de firma K.Y & Co. te Kobe, Japan gekochte porseleinen theeservies. Het servies is gemaakt van dun, bijna doorzichtig porselein. Nu, tachtig jaar na aankoop nog steeds in familiebezit!

Japans porseleinen theeservies, detail. Beeld: Familiearchief Lugtigheid. Fraai detail van een emailkleuren versiering van twee Japanse geisha’s in een landschap, aangebracht met ‘plakplaatje’- techniek (decalcomanie).

Japans porseleinen theeservies, nog een detail. Beeld: Familiearchief Lugtigheid. Nog een kleurrijke detailopname van het servies. De met de hand aangebrachte stippen zijn duidelijk te zien.

Bronnen

Ds. Piet Lugtigheid, Turen over de Levenszee (1981).
Archief Texelse Courant.
Archief Gemeente Texel.
Biografisch Lexicon Geschiedenis van het Nederlands protestantisme.
Centraal Bureau Genealogie (CBG).

Met dank aan:
Mevr. Nel Collou-den Braven, Den Burg.
Mevr. Philippine Lugtigheid, Haren.
Hans Peters, Buinen.

Noten

(1) Overheidsinstelling belast met het vastleggen van staatsbezittingen.
(2) Gouden Boltje, zonnige bijnaam van het eiland Texel.
(3) Plek waar men samenkomt om de dingen van de dag door te spreken; op Texel spreekt men van ’Effies Beurse’.
(4) Nigoco, rederij werd opgericht 1 januari 1905, heeft bestaan tot 16 april 1991.
(5) In 1920 in het Duitse Bremen gebouwd vrachtschip. Zijn ’moment of glory’ beleefde het schip in 1934 toen het als ’Sarrasani Transport No. 2’ het wereldberoemde circus met dezelfde naam naar Zuid-Amerika vervoerde. Het schip heeft in de jaren vanaf de oplevering tot 1943 voor Nigoco gevaren. In deze periode is het schip driemaal aan de grond gelopen, te weten in 1925, 1926 en 1935. Op 17 maart van het oorlogsjaar 1943 werd de Alderamin onderweg van New York naar het Engelse Hull op de Noord-Atlantische Oceaan getorpedeerd door de Duitse onderzeeboot U-338. Een scheepsramp waarbij vijftien bemanningsleden omkwamen.
(6) Ook wel Mount Sinaï of berg Horeb genoemd; ligt in het Sinaïgebergte, Egypte.
(7) Dit porseleinen theeservies (eetserviezen zijn een stuk zeldzamer) werd veel uit Japan meegenomen als souvenir, maar werd ook op bazaars in het voormalig Nederlands Indië verkocht. Ook was het te koop op de oriëntaalse afdelingen van luxe warenhuizen als Metz & Co, Amsterdam en Liberty, Londen. Het is gemaakt van dun, bijna doorzichtig porselein. De versiering in emailkleuren van Japanse vrouwen in een landschap is deels aangebracht met een ’plakplaatje’ (decalcomanie), deels met de hand afgewerkt (goud, stipjes, zwart). Indien gemerkt ’Nippon’ te dateren voor 1921, ’Made in Japan’ periode 1921-40. Een specifieke fabriek is niet aan te geven. Dit soort porselein werd zowel in Arita als in Seto, Kutani en Nagoya (Zuid-Japan) gemaakt, terwijl de versiering werd aangebracht in Tokyo en Kaga. Het was een grootschalige productie die de concurrentie met het toen grovere Chinese porselein makkelijk aankon. Van het op de foto’s getoonde servies zijn nog veel exemplaren in omloop.
(8) Aanhangers van de leer en de praktijk van het Russische communisme.
(9) Stuurboord, rechterzijde van een schip gezien in de normale vaarrichting van het schip. Bakboord, linkerzijde. Boordlichten: groen aan Sb, rood aan Bb.
(10) In 1922 opgericht fonds met als basis het vermogen van de Haagse familie Pape; verschafte financiële steun daar waar nodig.
(11) Bureau belast met het uitvoeren van de kinderwetten van 1901, voorloper van huidige Raad voor de Kinderbescherming.
(12) In de protestantse leer ook wel vicaris genoemd.
(13) Emeritaat, pensioen van geestelijke of hoogleraar.
(14) Hulpverlenende functie in parochie, dikwijls voor beperkte periode.

Publicatiedatum: 18/02/2013

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.