Een van die razzia’s vond op 15 januari 1945 plaats in het dorp Sint Pancras. Bram Kout (1940) was erbij: ‘Van wat ik schrijf is een deel via overlevering. Een deel berust op mijn herinnering als bijna 5-jarige.’
Onbekende fotograaf, Vergezicht met molen en houten loopbrug van Sint Pancras (1959). Beeld: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed via Wikimedia Commons.
Sint Pancras in de oorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog had Sint Pancras zo’n 1700 inwoners. De grootste oorlogsgebeurtenis was een represaille na de sabotage van de spoorlijn tussen Alkmaar en Den Helder. Het verzet wilde de aanvoer van Duitse versterking naar de opstand op Texel verhinderen en blies op 15 april 1945 de spoorbrug bij het dorp op. Omdat er geen plaatselijke verzetslieden konden worden opgepakt, zijn twintig mannen uit Amsterdam gehaald en bij de spoorovergang aan de Bovenweg gefusilleerd. Een jaar later is op die plek een monument onthuld.
Verder was het tijdens de oorlog relatief rustig in het dorp, hoewel ook hier vanaf eind 1944 de spanning toenam. Doordat Sint Pancras een tuindersdorp was, had het tot dan toe weinig last gehad van oproepen voor de Arbeitseinsatz. In verband met de voedselvoorzieningen had een groot deel van de mannen van het dorp een vrijstelling. Maar in januari 1945 kwamen de eerste oproepen toch binnen. De dorpelingen waren zich bewust van een mogelijke razzia en bij dreiging schoten alle mannen het land in. Daar hielden ze zich dan verscholen in de vele slootjes.
Henk Schoorl, Koedijk vanaf St. Pancras met uienhopen (1942). Beeld: Noord-Hollands Archief.
De razzia
Bram woonde tijdelijk met zijn ouders, zusje en oom bij de ouders van zijn moeder. Ze zaten op die 15de januari in de woonkamer toen ze zagen dat het buiten goed mis was: ‘Opeens vlogen de mannen, als door de bliksem getroffen, alle kanten heen,’ herinnert Bram zich. Zijn vader en oom verstopten zich snel onder de vloer. In de woonkamer was de spanning te snijden: ‘Wellicht enigszins gekleurd door de tijd heen, maar qua essentie van mijn beleving nog kraakhelder in mijn geest, was het gevoel van spanning en angst die mij op dat moment bekroop.’
Drie zwaarbewapende Duitse soldaten kwamen de kamer instormen. Bram verstopte zich snel onder de tafel. ‘Ik voel nog steeds de angst voor die grote, met geweren dreigende soldaten,’ vertelt hij. De soldaten schreeuwden ‘Wo sind die Männer?’ en dreigden het huis in brand te zetten. ‘Mijn moeder stond tegen de wand van de kamer met mijn zusje op de arm en huilend gaf zij aan dat zij niet wist waar haar man was.’ Brams opa bleef kalm. ‘Toen een van de Duitsers met zijn pistoolmitrailleur op een van de bedsteden wees zei opa: “Maak maar open.” De Duitser deed het niet. Wellicht uit de gedachte dat er vandaaruit mogelijk geschoten zou kunnen worden.’
De Duitsers zochten niet verder en dat verminderde de spanning in de huiskamer. Toen ze weggingen waarschuwde Brams opa dat iedereen toch nog voorzichtig en rustig moest blijven: ‘”Het gebeurt nog weleens dat ze terugkomen,” zei hij. Maar dat gebeurde gelukkig niet.’ Brams vader en oom kwamen pas in de loop van de avond weer onder de vloer vandaan. ‘Van opa kregen ze een standje, want op het moment dat de Duitsers buiten op het pad liepen, zaten de mannen onder de vloer vrij luid met elkaar te praten en moest er meerdere keren door opa op de houten vloer worden gestampt!’ Gelukkig hebben de Duitsers daar niets meer van gemerkt.
Bronnen:
- Met speciale dank aan Bram Kout voor zijn verhaal.
- ‘Historie Sint Pancras’, Dorpsraad Sint Pancras.
Publicatiedatum: 30/03/2017
Vul deze informatie aan of geef een reactie.