Oneindig Noord-HollandBeleef de geschiedenis van jouw provincie
NL | EN

Koloniaal scheepswrak bevat zoveel meer dan scherven

Ruim twintig jaar geleden trof garnalenkotter Emmie een mysterieuze houten kist met kapmessen in haar net. Deze vondst vormde het begin van een lang onderzoek naar het zogenaamde ‘Schervenwrak’, dat in 1822 op de Rede van Texel verging. Het schip, dat met gereedschap en luxegoederen op weg was naar een suikerplantage in de koloniën, is nu onderwerp van een nieuwe tentoonstelling in archeologiemuseum Huis van Hilde.

Anouk Veldman, archeoloog en manager bij Huis van Hilde, is opdrachtgever voor de nieuwe tentoonstelling Twee werelden in één wrak. Die titel is niet voor niets gekozen, legt Anouk uit: ‘Het Schervenwrak bevatte lading met gereedschappen die de slaafgemaakten moeten hebben gebruikt om het land te ontginnen en riet te klieven, maar ook het luxe serviesgoed van de planters zelf.’ Hoewel ze op dezelfde plantage woonden en werkten, leefden ze in twee gescheiden werelden. De woning van de planters was van alle gemakken voorzien, terwijl de slaafgemaakten hun dagen doorbrachten in voor ons onvoorstelbare omstandigheden. ‘We hebben geprobeerd om deze twee werelden tegenover elkaar te zetten in de tentoonstelling.’

Sinds de verovering van Portugese steunpunten in Zuid-Amerika en Afrika aan het begin van de zeventiende eeuw, bezat Nederland plantages voor de verbouw van suikerriet. Dankzij de arbeid van slaafgemaakten, die als menselijke koopwaar van de West-Afrikaanse kust naar de overkant van de Atlantische Oceaan verscheept werden, was de suikerteelt enorm winstgevend. Slaafgemaakten in kolonies als Suriname en Berbice moesten de suikerproductie continue draaiende houden. Een intensief proces, dat begon met het ontginnen van stukken oerwoud en eindigde met het inkoken van het zoete sap uit de rietstengels tot kegels ruwe suiker. Het was zeer zwaar werk, waarbij de slaafgemaakten overgeleverd waren aan de willekeur van hun eigenaars.

Tonnetjes op de zeebodem. Foto: Carl van Dijk.

Een beetje fantasie

In het Schervenwrak werden onder meer kapmessen aangetroffen, bestemd voor het kappen van suikerriet, ijzeren werktuigen om de grond mee te bewerken en grote ijzeren ketels voor het inkoken van suiker. Het was al snel duidelijk dat het om een schip ging dat op weg was naar de koloniën. Historisch onderzoek wees in de richting van een driemaster die in 1822 ten oosten van Texel was vergaan: de Pieter Anthony. Het fregatschip was op 3 december 1822 van de Rede van Texel vertrokken met een lading goederen bestemd voor plantages in Berbice, die in handen waren van de (mede)eigenaars van de Pieter Anthony. Onverwacht zwaar weer zorgde ervoor dat het schip bij Texel een vroegtijdig einde vond.

Opgeviste kapmessen uit het Schervenwrak. Foto: Carl van Dijk.

Of het Schervenwrak daadwerkelijk de Pieter Anthony is, weet Anouk niet zeker: ‘Als archeoloog ben je heel erg geneigd om in waarschijnlijkheden te praten. Zelf ben je er niet bij geweest, dus helemaal zeker ben je nooit.’ Hoewel haast alles overeen lijkt te komen, wijkt alleen de lengte van het schip af. Historische bronnen spreken van 25,91 meter, maar het opgedoken ‘zaathout’ (de binnenkiel) toont aan dat het schip zo’n 34 meter moet zijn geweest. ‘Sommigen zijn ervan overtuigd dat het om de Pieter Anthony gaat en anderen zijn overtuigd van het tegendeel. Maar voor het verhaal maakt het niet uit: het blijft een schip dat naar de plantages voer, en dan is het erg leuk om te fantaseren dat het om de Pieter Anthony gaat.’

Veldtekening van het Schervenwrak. Foto: ROB.

Bijzondere verhalen

In de tentoonstelling wilde Anouk de objecten zoveel mogelijk laten spreken. In musea zijn vaak weinig voorwerpen te zien die daadwerkelijk uit de tijd van de slavernij komen. Huis van Hilde heeft met de vondsten uit het Schervenwrak een unieke collectie in handen, al wordt dat op het eerste gezicht misschien niet direct duidelijk. ‘In het begin zag ik alleen oud ijzer en serviesgoed’, lacht Anouk. Naarmate ze het verhaal achter de objecten leerde kennen, groeide haar verwondering. Persoonlijke favoriet is een stapel messen uit een vat waarvan het hout is vergaan: ‘Het lijkt wel een soort dennenappel, maar het blijken gestapelde messen te zijn die in een wijnvat zijn gelegd. Dat vind ik indrukwekkend om te zien: zoveel massaliteit en dat het dan ook in die vorm teruggevonden wordt.’

Tonnetje met spijkers. Foto: Kees Zwaan.

Ook achter het porselein schuilt een bijzonder verhaal. In het wrak werden naast Keulse voorraadpotten, jeneverflessen en waterkruiken namelijk complete stukken luxe serviesgoed uit Engeland aangetroffen. Voor het interieur van de planters, die hun rijkdom tijdens het eten graag tentoonspreidden. Of toch niet? ‘Je kan het wegzetten als het servies van de planters, maar bij een stapel kommen met afwijkende decoratie is er waarschijnlijk sprake van een apart verhaal.’ De partij kommen bleek namelijk al minstens dertig jaar oud te zijn, terwijl de rest van het gevonden servies erg modern was voor zijn tijd. Anouk maakt de vergelijking met het hedendaagse Wedgwood en HEMA servies, om aan te geven dat er in serviesgoed ook vroeger grote verschillen in prijs en klantenkring bestonden.

Het is dan ook goed mogelijk dat deze goedkopere kommen voor de slaafgemaakten bedoeld waren. ‘Sommige slaafgemaakten konden een klein beetje geld verdienen met bijvoorbeeld het verkopen van groente of gemaakte kleding. Het kunnen bemachtigen van luxe servies, zelfs al was het maar een kom van aardewerk uit een Engelse fabriek, was voor hen van grote betekenis. Ze hadden vaak niet meer dan een gedroogde kalebas en zelfgemaakt aardewerk van grove klei.’ De kom in kwestie geeft zo een klein inkijkje in de leefwereld van de slaafgemaakten op de plantages.

Luxe porselein uit het Schervenwrak. Foto: Archeologie West-Friesland.

Meerstemmigheid

Deze ontdekking kwam van Wytze Stellingwerf, aardewerkspecialist bij Archeologie West-Friesland, die door Anouk is aangetrokken om de objecten uit het Schervenwrak te selecteren. Want hoewel Huis van Hilde eigenaar van de collectie is, heeft het museum vanwege de beladenheid van het onderwerp externe expertise ingehuurd om te helpen bij het maken van de tentoonstelling. ‘We zijn meestal heel voorzichtig met tekstgebruik, maar in dit geval hebben we gezegd: dat gaan we niet zelf schrijven. Daarvoor gaan we iemand in de arm nemen.’ Dat werd auteur Chris Polanen, die vanuit zijn Surinaamse achtergrond columns en korte verhalen schrijft.

Maar er moest ook een klankbordgroep komen, om meerdere zienswijzen in de tentoonstelling te integreren. Daarvoor werden Annemarie de Wildt, conservator bij het Amsterdam Museum, en theatermaker Wijnand Stomp gevraagd als adviseurs. ‘Die hebben zich gebogen over de look and feel: hoe leest dat en voelt dat?’ Dat leverde een meerstemmige presentatie op: ‘De klankbordgroep was heel waardevol, want je hoort hoe je dingen op verschillende manieren kunt zien. Als team hebben we er veel van geleerd. Voor mij als archeoloog is het onderwerp ook weer wat dichterbij gekomen.’ De uiteindelijke vormgeving werd uitbesteed aan de tentoonstellingsbouwers van Synergique. ‘Dus het is een heel mooi gezelschap van mensen geworden’, vertelt Anouk tevreden.

Scherven op de zeebodem. Foto: Carl van Dijk.

Beladen onderwerp

Anouk hoopt dat de nieuwe tentoonstelling veel bezoekers trekt die het onderwerp belangrijk vinden. Omdat vooral veel gezinnen met kinderen Huis van Hilde bezoeken, is er ook een kinderlijn in de tentoonstelling gemaakt voor kinderen uit groep 7 en 8. Jongere kinderen kunnen met hun oudere broertjes en zusjes meelopen. ‘Het is natuurlijk een beladen onderwerp, dus het is geen kindertentoonstelling, maar je kunt het wél toegankelijk maken voor kinderen.’ Dat wordt gedaan door middel van vier activiteiten, waar kinderen verschillende aspecten van het onderwerp zelf kunnen ervaren. ‘Zodat je het daar in de auto op weg naar huis met elkaar over kunt hebben: “Wat was dat zwaar hè?” Het is echt de bedoeling dat je met een ander gevoel de ruimte verlaat.’

De tijdelijke tentoonstelling Twee werelden in één wrak opent op 1 juli 2022 en is tot 5 maart 2023 in Huis van Hilde te zien. Daarnaast kun je in het archeologiemuseum terecht voor een permanente tentoonstelling over de geschiedenis van Noord-Holland aan de hand van archeologische vondsten. Sinds 2020 is Huis van Hilde opgenomen in het Museumregister, wat betekent dat de Museumkaart geldig is. Kijk voor meer informatie over openingstijden en toegangsprijzen op de website van Huis van Hilde.

De vondsten uit het Schervenwrak zijn nog het hele jaar te bewonderen in Huis van Hilde.

Tekst: Sarah Remmerts de Vries.

Met dank aan Anouk Veldman, manager Huis van Hilde.

Wil je meer weten over het Schervenwrak of andere onderzoeken van Huis van Hilde? Download dan hier kosteloos alle publicaties over archeologische vondsten in Noord-Holland.

Publicatiedatum: 18/07/2022

Aanvullingen

Vul deze informatie aan of geef een reactie.

4 reacties
  • Erik schreef:

    hallo er staat in de tekst ‘ 7500 kilometer ten noordoosten van Texel een vroegtijdig einde vond.’ de 7500 moet een foutje zijn .

    vr gr Erik

    • Redactie Oneindig Noord-Holland schreef:

      Dat is uiteraard een foutje. We hebben het zojuist aangepast, dank voor de tip!

  • Evert van Ginkel schreef:

    Het is een ander foutje: tekst is foutief overgenomen uit mijn begeleidende, hier verder niet genoemde brochure, waarin staat: `Door onverwacht zwaar weer bij Texel, 7500 kilometer noordoostwaarts…’ (i.c. van Suriname). Toch een wezenlijk verschil…

Plaats een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Vereiste velden zijn gemarkeerd met *. Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.