Whisky met gingerale en een gladgestreken uniform
In 2017 haalt Netty herinneringen op: ‘Enkele dagen na de bevrijding stond ik als zevenjarig meisje met mijn rood-wit-blauwe vlaggetje naar de stoet legergroene Canadese voertuigen te juichen. De stoet kwam over de Weesperzijde vanuit Diemen en reed richting de Omval en de Berlagebrug naar het Museumplein. Een van de wagens stopte en een soldaat gebaarde dat ik een kommetje van mijn handen moest maken. Dat vulde hij met sigaretten en chocolade. Tot mijn grote vreugde zag ik mijn broer Ger en mijn vader ook op bovenop een van de wagens. We zwaaiden uitbundig naar elkaar!’
‘Mijn broer Ger was vijftien jaar. Hij en mijn vader spraken Engels. Ze konden de Canadese overburen goed verstaan en maakten vaak een praatje. Samen dronken ze whisky met gingerale, dat was echt uniek! De Nederlandse bevolking was door de oorlog uitgeput, maar de Canadezen blaakten van gezondheid en hun imago deed menig vrouwenhart sneller kloppen. Dat ze chocolade, kauwgom, sigaretten en sterke drank hadden hielp natuurlijk ook.’
‘Edward was 22 en vaderde een beetje over mij. Ik weet nog goed dat hij het strijkijzer van mijn moeder gebruikte om zijn uniform pico bello glad te persen. Die strijkbout staat nog steeds bij mij op de haard in de voorkamer.’ De Canadezen bleven na de bevrijding nog tot februari 1946 in Nederland. Edward en de andere soldaten verhuisden wel naar de Oranje-Nassau Kazerne in Amsterdam. ‘Ik ging daar eens naartoe – bij mijn vader achterop de fiets. Ik had een cadeautje voor Edward meegenomen: een Wilhelminalepeltje. Edward gaf me toen zijn briefkaartfoto en die bewaar ik nog steeds goed.’
Teken van leven
Omdat de kinderen zo geïnteresseerd naar haar verhaal hadden geluisterd, besloot Netty diezelfde avond van 1974 nog om Edward een brief te schrijven. Op hoop van zegen stuurde ze de brief naar het adres dat achterop de foto staat. ‘En warempel, eind juni viel een brief uit Canada in de bus! Edward schreef dat hij vaak aan Netty en haar broer Ger dacht. En dat Wilhelminalepeltje, dat had hij ook nog. Hij was getrouwd met Mary en ze hadden maar liefst zes kinderen. Ze woonden op een boerderij, vijf mijl ten oosten van Red Deer in Alberta.’
Spoedig kwam een tweede brief. Mary had een verrassing voor Edward geregeld: een heuse Europe Tour, inclusief een verblijf in Amsterdam. ‘Ze logeerden in het Caransahotel aan het Rembrandtplein. Uiteraard bezochten ze het inkwartieringsadres in de Kloosterstraat en natúúrlijk was er voldoende whisky met gingerale aan de overkant, waar ik ze met Pa, Ger en mijn man Niek met open armen ontving. We hebben Edward en Mary alle toeristische attracties in de buurt laten zien. Het was prachtig!’
Dat was de laatste keer dat Netty Edward heeft gezien. Hij overleed in 1978 op 55-jarige leeftijd. In de afgelopen jaren heeft ze geprobeerd om via internet in contact te komen met zijn kinderen, maar ze heeft de juiste personen nog niet gevonden. ‘Een van mijn oud-collega’s is net geëmigreerd naar Canada. Half mei gaan hij en zijn vrouw een rondreis maken door verschillende Canadese staten, en ze gaan zeker ook naar Red Deer in Alberta. Ze zullen proberen om Lee, Gary, Keith, Gordon, Peggy of Barry te vinden. Ik hoop echt dat daar iets uitkomt.’
Bron: Met speciale dank aan Netty Pieneman-de Jonge. Lees ook haar verhaal over haar Beatrixpop.
Publicatiedatum: 02/05/2017
Vul deze informatie aan of geef een reactie.