Michel de Klerk werd op 24 november 1884 geboren, als zoon van een joodse diamantslijper. Hij groeide op in de joodse buurt van Amsterdam en de armoede die daar heerste zou de basis hebben gelegd voor zijn wens om de woonomstandigheden van arbeiders te verbeteren. ‘De Klerk vond dat arbeiders, die al zo lang zonder schoonheid en in slechte omstandigheden hadden moeten leven, nu mooie gebouwen verdienden,’ zo schrijven Alice Roegholt en Ton Heijdra in een pas verschenen, rijkelijk geïllustreerd biografie.
Hillehuis
Na op diverse architectenbureau’s te hebben gewerkt, ging De Klerk als zelfstandig gevestigd architect aan de slag. Zijn doorbraak kwam in 1912 toen hij een blok etagewoningen aan het Johannes Vermeerplein, vlak bij het Museumplein, mocht bouwen. Dat blok heette het Hillehuis en is vernoemd naar de aannemer, Klaas Hille. De kozijnen en schoorstenen kregen bijzondere details en baksteenversieringen, wat uiteindelijk karakteristiek voor de Amsterdamse School zou worden.
Het Hillehuis leverde De Klerk verschillende vervolgopdrachten op. Zo werd hij betrokken bij de bouw van het indrukwekkende Scheepvaarthuis in Amsterdam, dat voor scheepvaartmaatschappijen werd gebouwd, later als hoofdkantoor van het GVB diende en inmiddels een hotel is.
Met de bouw van het Scheepvaarthuis maakte de Amsterdamse School naam als nieuwe beweging in de architectuur, een beweging die voor romantiek en fantasie stond. En dat kon De Klerk volop kwijt in de woonblokken die hij vervolgens aan het Spaarndammerplantsoen zou laten bouwen.
Een praatje op de vensterbank
Voor het eerste blok ontwierp De Klerk woningen met een grote keuken, waarin het gezin samen kon eten. De slaapkamer was groot genoeg om ook overdag als woonvertrek te dienen. Op beide hoeken van het complex kwam een winkel met twee brede vensterbanken waar bewoners een praatje konden maken. De Klerk versierde zijn woonblokken dus niet alleen, hij had ook oog voor de leefbaarheid.
Aan de overkant van het plantsoen bouwde hij nog een tweede blok ‘volkswoningen’ voor woningbouwvereniging Eigen Haard, die in 1909 door arbeiders van Werkspoor op de Oostelijke Eilanden was opgericht. Het woonblok kwam in 1918 gereed en wordt gekenmerkt door golvende vormen, gele bakstenen en rode tegels, terwijl de ramen en toegangspoorten rijk gedetailleerd zijn. Het waren arbeiderswoningen met allure.
Warm baksteen
Het derde woonblok, dat als Het Schip de geschiedenis in zou gaan en De Klerk tot over de grens beroemd zou maken, was grotendeels opgetrokken uit oranjekleurige baksteen, dat voor een warme uitstraling zorgt. De manier waarop de bakstenen zijn gemetseld, geven het gebouw beweging, alsof het vaart. De hoekwoningen zijn bolvorming en werden door de bewoners al snel met een sigaar vergeleken. Op de andere hoek bracht stadsbeeldhouwer Hildo Krop een geheel uit bakstenen bestaande sculptuur aan.
Maar minstens zo opvallend was het hulppostkantoor voor de PTT, dat ook door De Klerk is ontworpen, met misschien wel de mooiste telefooncel van het westelijk halfrond, voorzien van glas-in-lood raampjes. Het zou tot 1999 door de posterijen worden gebruikt, werd niet lang daarna in originele staat teruggebracht en is inmiddels het onderkomen van Museum Het Schip. Je kunt er onder andere een arbeiderswoning bekijken zoals De Klerk die heeft ontworpen.
Een sierlijk torentje
Letterlijk en figuurlijk hoogtepunt van het woonblok was de sierlijke toren, waarvoor De Klerk inspiratie op deed tijdens zijn huwelijksreis naar Kopenhagen. Hij was namelijk zeer gecharmeerd van het tegenover het raadhuis gelegen Paladshotel, een hotel met een hele sierlijke, ranke toren.
Voor Het Schip ontwierp De Klerk een torentje, dat zo slank was dat een medewerker die bij de bouw van woonblok was betrokken vreesde dat het bij storm zou omvallen. Toen de medewerker op het eind van zijn leven door zijn zoons nog een keer naar Het Schip werd meegenomen, zou hij ontroerd zijn geweest dat de toren er nog stond.
Bloedrode huizen
De Klerks creaties aan het Spaarndammerplantsoen werden alom geprezen door buitenlandse architecten. Een Duitse architect noemde het een mooi voorbeeld van moderne Nederlandse bouwkunst: ‘komt men van het noorden in Amsterdam aan, dan maken zijn bloedrode huizen een fascinerende indruk.’
De waardering van vakbroeders ten spijt waren er in de Amsterdamse gemeenteraad ook grote twijfels of Het Schip niet een beetje te luxueus voor arbeiders was. De toenmalige wethouder van Volkshuisvesting, Floor Wibaut, moest de architect dan ook met kracht verdedigen, omdat hij vond dat er ook voor arbeiders ‘goede, maar ook mooi woningen gebouwd moesten worden.’
De Dageraad
Het zou overigens niet bij drie woonblokken aan het Spaarndammerplantsoen blijven. Architect Berlage schakelde De Klerk ook in voor Plan Zuid, een stadsuitbreidingsplan dat in 1917 door de gemeenteraad was aangenomen. Arbeiderscoöperatie De Dageraad wilde in De Pijp, in de P.L. Takstraat en de Burgemeester Tellegenstraat woningen bouwen en richtte daarvoor een woningstichting op.
De Klerk werkte daarbij samen met een bevriende architect, Pieter Kramer. De woningen werden in 1923 opgeleverd en vielen zeer in de smaak bij het sociaal-democratische dagblad Het Volk omdat ze ‘gelukkig het verfoeilijk lelijke karakter van de onuitstaanbare huurkazernes misten.’
Gaudi en De Klerk
Aan het begin van de P.L. Takstraat was aanvankelijk een toren gepland, maar die is vermoedelijk om financiële reden gesneuveld. In plaats daarvan kwam er een golvende hoekbebouwing met twee bakstenen sculpturen van de beeldhouwer John Rädecker, een mooi voorbeeld van een organische bouwstijl. Het was dan ook niet zo gek dat de Illustrated London News een vergelijking maakte tussen de architectuur van Anton Gaudi in Barcelona en de Amsterdamse School in Amsterdam. ’
De Klerk overleed op 24 november 1923 aan een longontsteking. Hij was die dag net 39 jaar geworden, dus eigenlijk stierf hij veel te vroeg. Vier dagen later werd hij op Zorgvlied begraven waarbij 14 architecten een erewacht vormden.
Is het geen sprookje?
Dat zijn werk niet alleen door vakbroeders werd gewaardeerd, blijkt uit een brief die een bewoonster van de Spaarndammerbuurt naar de krant stuurde: ‘Is het Spaarndammerplein geen sprookje dat je als kind gedroomd hebt, omdat het iets was, wat voor ons kinderen niet bestond?’
Het boek ‘Architect en kunstenaar Michel de Klerk, inspirator van de Amsterdamse School’ kost € 27,50 en is via deze link, maar ook bij de boekhandel te bestellen. Er is zowel een Nederlandse als een Engelse versie. In Museum Het Schip is tot en met 1 september 2024 een tentoonstelling over De Klerk te zien.
Auteur: Arnoud van Soest
Publicatiedatum: 27/11/2023
Vul deze informatie aan of geef een reactie.