Het lijkt wel een scene uit de film The Prince and Me (2004): een royal die in zijn rebelse tienerjaren naar het buitenland gaat, en even van het vrije leven als gewone burger proeft. Toch vertrok ‘Sultan Henkie’ niet, zoals filmprinsen, naar Haarlem om te ontsnappen aan de verstikkende ouderwetse hofcultuur thuis. Sterker nog: het was zijn vader die wilde dat hij in Nederland naar school zou gaan.
De echte naam van Henk was Gusti Raden Mas Dorodjatun – Zijne Koninklijke Hoogheid Dorodjatun. Als vierjarige jongen werd prins Dorodjatun ondergebracht bij de Nederlandse familie Mulder op Yogyakarta. Meneer Mulder was hoofd van de Hollands-Javaanse Jongensschool, en dat kwam Dorodjatuns vader goed uit. De sultan van Yogyakarta was er namelijk op gebrand dat zijn zoon een Europese opvoeding zou krijgen. Dit zou hem het beste voorbereiden op zijn toekomst als sultan onder een koloniaal bewind.
Hoe Dorodjatun ‘Henk’ werd
Hoe prins Dorodjatun aan zijn bijnaam ‘Henkie’ kwam, is niet helemaal duidelijk. Sommigen beweren dat hij zo genoemd werd door prinses Juliana, die zijn naam moeilijk vond. Anderen denken dat hij de naam van zijn vrienden kreeg, of van de familie Mulder bij wie hij als kind in de kost ging. Hoe dan ook bleef de naam zijn hele school- en studententijd hangen.
Prins Dorodjatun ging als kind naar verschillende Nederlandse scholen in Yogyakarta: van de Fröbelschool naar de Eerste Europese Lagere School. In Semarang en Bandung bezocht hij de Hogere Burgerschool (HBS) en de Technische Hogeschool. Onder begeleiding van de administrateur van een suikerfabriek vertrok prins Dorodjatun in 1930 samen met zijn oudere broer Tinggarto op de Christiaan Huygens naar Nederland.
Populaire voetballer op het lyceum
Twee maanden later zetten de twee prinsen voet aan wal. Met zijn boekentas in de arm liep prins Dorodjatun dagelijks naar het Gemeentelijk Lyceum aan de Zijlvest, dat sinds vijf jaar bestond. Een nieuwerwetse school – Nederland kende pas enkele lycea – maar met zo’n 500 leerlingen wel een van de grootste van het land. De twee prinsen trokken in bij de rector, ingenieur W.C.G.H. van Mourik Broekman – een persoonlijke vriend van de sultan van Yogyakarta.
Prins Dorodjatun was populair onder de scholieren. Klasgenootjes zagen hem als aardige, intelligente jongen. Hij was dol op voetbal en een vaste keuze voor het schoolelftal. Ook voetbalde hij fanatiek bij de Haarlemse voetbalclub HFC. Op schoolfoto’s viel hij op als ‘forse knaap met onmiskenbaar Indische trekken’. Zijn bijnaam nam hij mee: op school kenden ze hem als ‘Sultan Henk’ (al noemden klasgenoten hem ook gewoon Dorodjatun of Henk Dorodjatun).
Van prins tot sultan…
Prins Dorodjatun was precies op tijd klaar met school: in 1933 deed hij eindexamen én sloot het Gemeentelijk Lyceum. Ter voorbereiding op zijn toekomst ging Dorodjatun Indologie en Indisch recht studeren in Leiden, waar hij ook actief lid werd van het Leidsch Studenten Corps. Zijn studie kon hij niet afmaken, omdat hij vanwege de politiek gespannen toestand in Europa werd teruggeroepen door zijn vader.
Zonder doctoraalbul stapte hij in 1939 op de boot terug naar Java. Kort na zijn terugkeer stierf zijn vader, en werd Dorodjatun als de 9de sultan van Yogyakarta geïnstalleerd. Vanaf dat moment verruilde hij de naam ‘Henkie’ definitief voor Sri Sultan Hamengkubuwono IX – ook wel afgekort tot HB IX.
…en van steunpilaar voor het verzet tot Indonesisch staatsman
Ondanks zijn sterke band met Nederland, steunde sultan Hamengkubuwono IX de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd onvoorwaardelijk. Bij zijn troonrede sprak hij al de woorden: “Al heb ik een uitgesproken Westersche opvoeding gehad, toch ben en blijf ik in de allereerste plaats Javaan.” Yogyakarta werd met zijn steun een bastion van het republikeinse verzet.
Na de onafhankelijkheidsstrijd bekleedde Hamengkubuwono IX verschillende politieke functies, waaronder die van minister van Defensie. Hij was een populair staatsman in Indonesië en schopte het zelfs tot vicepresident. Maar toen hij moeite kreeg met het autoritaire bewind van president Suharto, legde hij die functie neer.
Op bezoek in Nederland
Al in 1945 behoorde sultan Hamengkubuwono IX tot een groep Indonesische ‘vrienden van Nederland’ die lieten weten dat zij geen vijandschap koesterden tegenover de Nederlanders, maar desondanks niet langer gekoloniseerd wensten te worden. Op dat moment kon Nederland daar nog geen begrip voor opbrengen. Pas in 1966 keerde Hamengkubuwono IX vanuit zijn politieke functie terug naar Nederland. Het Parool kondigde zijn bezoek aan met de kop: ‘Henk Dorodjatoen komt terug’.
In 1974 bracht Hamengkubuwono IX opnieuw een bezoek aan Amsterdam. Een oud-klasgenootje schreef vol verbazing dat hij ‘de maaltijd gebruikte in het restaurant Indonesia aan het Muntplein’, en niet in het duurdere Amstelhotel. Dat was overigens wel geheel zoals hij zich zijn oude schoolvriend herinnerde: de jonge prins Dorodjatun gedroeg zich in zijn Haarlemse jaren ‘in geen enkel opzicht als het dure sultanszoontje’.
Zo leek hij toch weer een beetje op de aantrekkelijke prins uit een meisjesboek. Helaas kwamen de Haarlemse meisjes die droomden van een toekomst aan de zijde van de Indonesische sultan, bedrogen uit. Hamengkubuwono IX nam geen koningin. Wel had hij vier vrouwen: Pintokopurnomo, Windyaningrum, Ciptomurti en Hastungkoro, met wie hij 21 kinderen kreeg.
Omslagbeeld: Fotohandel Zindler, Gouverneur Lucien Adam en Hamengkubuwono IX tijdens diens installatie als sultan van Yogyakarta, 18 maart 1940, Nationaal Museum van Wereldculturen, TM-60036089.
Tekst: Marit Eisses
Bronnen:
- Wikipedia
- M.P. van Bruggen, R.S. Wassing e.a., Djokja Solo: Beeld van de Vorstensteden
- Römelingh, Een lyceum… maar niet heus! : het Gemeentelijk Lyceum te Haarlem 1925-1933
- Sumatra-bode, 24-1-1930
- De Locomotief, 25-1-1930
- Het Parool, 19-9-1964
- Het Parool, 3-9-1966
- Het Parool, 2-5-1970
- Het Parool, 26-7-1974
- NRC, 3-3-1984
- De Volkskrant, 4-10-1988
Publicatiedatum: 04/12/2023
Vul deze informatie aan of geef een reactie.