Wat zijn pelgrimsinsignes?
In de late middeleeuwen werden heilige plaatsen en relieken druk bezocht door pelgrims. Een bedevaart werd te voet ondernomen, alleen of in een groep. Een lange tocht naar een heilige plaats zou volgens de Kerk goed zijn voor lichaam en ziel. Het was een manier om God te vragen om een ziekte te genezen. Bovendien zou een reliek of heilige plaats je goddelijke kracht kunnen geven. De reden voor zo´n onderneming was niet altijd een persoonlijke wens. Als je een zonde had opgebiecht bij een priester, kon deze je voor straf op bedevaart sturen. Om te bewijzen dat je er daadwerkelijk was geweest, kocht je ter plaatse een souvenir.
Bij bedevaartsplaatsen ontstond er een levendige handel in pelgrimsinsignes: kleine tinnen speldjes met voorstellingen van heiligen. De souvenirs dienden als aandenken en krachtbron. De insignes werden door pelgrims om de hals of op de kleding gedragen. Archeologen vinden ze terug door heel West-Europa.
Het Mirakel van Amsterdam
Nieuwe wonderen zorgden weer voor nieuwe religieuze bestemmingen. Een goed voorbeeld hiervan is het Mirakel van Amsterdam dat op 15 maart 1345 zou hebben plaatsgevonden. Het wonder met de heilige hostie werd al snel officieel erkend door de Kerk. Op de plaats van het woonhuis, tussen de Kalverstraat en het Rokin, werd er tussen 1346 en 1347 een kapel gebouwd. De kapel, Heilige Stede (heilige plaats) genoemd, werd een populair bedevaartsoord. In Amsterdam worden er bij archeologische opgravingen nog steeds af en toe pelgrimsinsignes gevonden.
Hoe werden ze gemaakt?
Vanaf de twaalfde eeuw gingen gewone mensen steeds vaker en verder op reis. Populaire bedevaartsplaatsen kregen dagelijks duizenden pelgrims te verwerken. Met als hoogtepunt de speciale feestdagen waarbij de relieken in processies werden getoond. Opgegraven pelgrimsinsignes geven ons inzicht in het reisgedrag van middeleeuwse mensen. Zo weten we door archeologische vondsten dat een voettocht van Groningen naar Maastricht, of zelfs naar Keulen of Aken, geen uitzondering was.
Door de vele pelgrims ontstond er een grote vraag naar betaalbare souvenirs. Gedurende de late middeleeuwen, tussen de twaalfde en vijftiende eeuw, zijn er honderdduizenden pelgrimsinsignes geproduceerd. De speldjes werden meestal gemaakt van lood of tin. Een enkele keer werd er koper, brons, zilver of goud gebruikt. Tin had de voorkeur, vooral omdat het goedkoop was. Bovendien heeft tin een laag smeltpunt (circa 230 graden), waardoor een insigne snel en gemakkelijk vervaardigd kon worden. De tingieter gebruikte hiervoor mallen van zandsteen, leisteen of koperlegering.
In de onderstaande video wordt het maakproces uitgelegd door een historische ambachtsman (van 3:46 tot 5:56).
Heilige en profane voorstellingen
De Radboud Universiteit in Nijmegen had in 2013 meer dan 15.000 insignes gedocumenteerd op hun website Kunera. Hiervan zijn ruim 8.000 objecten gevonden in Nederland, mede dankzij de goede conservering van tin door de vochtige bodem.
Het overgrote gedeelte van de teruggevonden middeleeuwse insignes moeten heiligen, heilige attributen of plaatsen voorstellen. Toch zijn er ook verschillende profane insignes opgegraven, die planten, dieren, gebruiksvoorwerpen of hoofse taferelen weergeven. Daarnaast zijn er een aantal draagtekens die literaire of seksuele onderwerpen tonen. De profane voorstellingen zijn soms lastig te identificeren. Zo kan een hart duiden op de liefde van de gewone mens of op de christelijke liefde van Maria of Christus.
Pelgrims zijn in de vijftiende en zestiende eeuw vastgelegd op tekeningen, prenten en schilderijen. Op hun hoed of mantel zien we de opgenaaide of opgespelde religieuze insignes. Er is helaas geen beeldmateriaal bekend van een pelgrim die een seksueel getint insigne bij zich draagt. Ook zijn er weinig literaire bronnen die ons vertellen hoe ze werden gedragen. De Italiaanse satiricus Pietro Aretino (1492-1556) schreef: “Mij komt eerder voor, dat men het orgaan, dat de natuur ons gegeven heeft voor het voortbestaan, als hanger om de nek moet dragen of als medaillon op de baret (…)”. Zeer waarschijnlijk werden de seksuele speldjes onder de kleding gedragen, als amulet voor geluk en bescherming tegen het kwaad.
Ondanks dat ze niet zijn afgebeeld of uitgebreid in de literatuur beschreven zijn, worden er regelmatig erotische speldjes teruggevonden in de Nederlandse bodem. Er is een ongelofelijke variatie in onderwerpen met bizarre fantasieën die nog steeds shockeren. Veel van de seksueel getinte insignes zitten vol humor. Zo is er een insigne van een fallus aan een braadspit met een vulva als vetvanger. Op weer een andere zien we lopend fallusdier met op zijn rug een vrouw die een kruiwagen duwt met fallussen. In Amsterdam zijn er ook een aantal insignes teruggevonden met een copulerend paar op de meest bijzondere plekken, zoals een wan (platte, gevlochten mand) en draagbaar (brancard).
Profane insignes zijn wijd verspreid, maar aanzienlijk minder teruggevonden dan de religieuze. Dit kan ook te maken hebben gehad met het censuur van de Reformatie in de Noordelijke Nederlanden. Veel erotische insignes zullen in de eeuwen erna zijn omgesmolten. Na 1500 neemt de populariteit van het tinnen speldje af, waarschijnlijk door de uitvinding van de drukpers en de verspreiding van goedkope prenten.
Vindplaatsen in Noord-Holland
In de afgelopen jaren is in Nederland door de opkomst van de metaaldetector het aantal insignevondsten enorm toegenomen. De meeste pelgrimsinsignes zijn gevonden in Zeeland. Dit kan te maken hebben met de bodemsamenstelling of het aantal uitgevoerde archeologische opgravingen. In 2023 is er tijdens een archeologische opgraving in de Boterstraat te Alkmaar nog een gevleugelde fallus insigne gevonden. Het speldje is maar twee centimeter groot. Onlangs vonden de archeologen van de Alliantie Markermeerdijken een pelgrimshoorn en meerdere pelgrimsinsignes op de waterbodem van het verdronken dorp Etersheim.
Meer lezen? Dan is het boek Heilig en Profaan 2 een absolute aanrader. Hierin zijn, naast wetenschappelijke artikelen, 1243 laatmiddeleeuwse insignes uit openbare en particuliere collecties opgenomen.
Auteur: Judith van Amelsvoort
Bronnen:
- J.E. van Beuningen, A.M. Koldeweij en D. Kicken, Heilig en Profaan 2- 1200 Laatmiddeleeuwse insignes uit openbare en particuliere collecties, 2001.
- Stichting Middeleeuwse Religieuze en Profane Insignes, Erotische insignes.
- Ivonka Ciepielak, Seksuele speldjes uit de late Middeleeuwen. Het raadsel van de functie, oorsprong en betekenis. Masterscriptie Kunstgeschiedenis UvA, 2018.
- Redactie Historiek, De pelgrimsinsigne, een middeleeuws massaproduct, 2012.
- Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Collectie Nederland: Musea, monumenten en archeologie, Pelgrimstekens.
- Jan de Putter, Kamt een zeemeermin haar schaamhaar? De wereld van het middeleeuwse draagteken tentoongesteld in Brugge, Madoc. Jaargang 2007, DBNL.
- Encyclopedie van Zeeland, Profane Insignes.
- Kunera, database voor laatmiddeleeuwse insignes en ampullen van de Radboud Universiteit.
- Alliantie Markermeerdijken, Dijk van een vondst: Religie uit het verdronken dorp
- Wikipedia: Erotiek in de middeleeuwse literatuur, Pelgrimsinsigne, Borchgravinne van Vergi
Publicatiedatum: 28/03/2024
Vul deze informatie aan of geef een reactie.
1 reactieIk ben zeer geïnteresseerd in Geschiedenis